Hoorcollege 1 | Anatomie overzicht practicum 1 en 2
1. Welke spier bevindt zich direct onder de huid van de oogleden?
a. M. orbicularis oculi
b. M. tarsalis
c. N. levator palpebrae
2. Waarin bevinden zich de klieren van Meibom?
a. Lig. palpebrale laterale
b. Periorobita
c. Tarsus
d. Vagina bulbi
Botten orbita
3. Welke externe oogspier bevindt zich vooral ventraal in de orbita?
a. M. obliquus inferior
b. M. obliquus superior
c. M. rectus inferior
d. M. rectus lateralis
e. M. rectus medialis
f. M. rectus superior
ZHB III | week 1 | 1
, 4. Waarheen draineert veneus bloed uit de orbita?
a. V. facialis
b. Sinus cavernosus
c. Beide
5. Koppel de onderdelen van het oog aan de juiste laag:
1 tunica fibrosa A corpus ciliare
2 tunica vasculosa B retina
3 tunica nervosa C sclera
D choroidea
E cornea
F iris
6. De sinus ethmoidalis is verbonden met de sinus sphenoidalis.
a. Juist
b. Onjuist
7. Door takken van welke arteriën wordt neusslijmvlies gevasculariseerd?
A. facialis
A. maxillaris
A. ophthalmica
8. Welke uitmonding hoort bij de sinus maxillaris?
a. Meatus nasi superior
b. Meatus nasi medius
c. Meatus nasi inferior
9. Een sinusitis kan zich uitbreiden naar meningen of orbita.
a. Juist
b. Onjuist
10. Een sinusitis kan een uitbreiding zijn van infectie van het gebit.
a. Juist
b. Onjuist
E-module | Oogbewegingen
11. Welke orbitawanden lopen parallel aan elkaar?
a. Mediale orbitawanden
b. Laterale orbitawanden
12. De a. ophthalmica verloopt samen met de… door de canalis opticus.
a. N. abducens
b. N. lacrimalis
c. N. opticus
d. N. trochlearis
ZHB III | week 1 | 2