Jejunum rat AZAN
zie zenuwen in jejunum bij Darmvilli (uitstulpingen - Lamina epithelialis; eenlagig cilindisch epitheel met
zenuwen lumen) slijmbekercellen
o Bedekt met staafjeszoom (donkere laag)
- BW laag die villus ondersteunt (in de villus)
zie bloedvaten voor arteriolen Krypten (instulpingen) - Zeer nauw lumen (stamcellen goed bewaren)
en venulen - Stamcellen: steeds in deling (kunnen herkennen)
Tunica mucosa - Epitheel + BW-laag
Tela submucosa - BW + bloedvaatjes
Tunica muscularis - Binnenste: circulair
- Buitenste: longitudinaal
- Glad spierweefsel
Tunica serosa - Zeer dunne BW-laag (donkerder gekleurd) bestaat uit
plaveiselcellen
Functie - Epitheel dient voor opname/resorptie van voedsel en afgifte van
secreet (passage voedselbolus)
- Enterocyt = darmcel
Indien - Zelfde lagen als longitudinaal doorgesneden
dwarsdoorgesneden - Laagje vetweefsel aan het preparaat = mesenterium
Slijmbekercel - Slijmprop zit apicaal van de cel, kern weggedrukt naar basaal
membraan
Ileum rat PAS
Idem jejunum - Celorganellen beter aangeduid (GA)
- Duidelijke staafjeszoom (aangekleurd)
Nier Konijn/varken HE, TRICHROOM, AZAN, PAS
Opbouw - Filteren bloed + concentreren van deze filtratie
- Cortex (schors) (donker) medulla (merg) (licht)
- Nierlichaampje (schors) waarin de glomerulus (kluwen van
bloedvaten en cellen ter filtratie) zit
Filteren plasma en primaire urine vormen
- Primaire urine gaat naar de proximale tubulus contortus
(eenlagig epitheel) en re-absorbeert grootste deel van de
primaire urine
- Naar medulla via rechte deel van distale tubulus, beide rechte
delen passeren lis van Henle in de medulla
- Terug in cortex bij distale tubulus contortus
- Ductus colligens, verzamelbuis van bijna definitieve,
geconcentreerde urine
- Ductus papillaris (in papil)
- Nierbekken
Nefron/nierlichaampje - Functionele eenheid van de nier
- Bestaat uit
Glomerulus: kluwen van BV
Kapsel van Bowman (kapsel rondom glomerulus)
- Glomerulus + kapsel van Bowman = nierlichaampje of
lichaampje van Malphigi
Proximale tubulus - Eenlagig kubisch epitheel met ronde celkernen
- Apicale zijde: microvilli ter re-absorptie naar interstitium (tussen
cellen)
- Veel mitochondriën, veel energie nodig voor ionentransport
Distale tubulus - Eenlagig kubisch epitheel met ronde celkernen
- Geen borstelzoom/microvilli, minder re-absorptie
- Lichter cytoplasma
Ductus colligens - Overlangs aangesneden
- Laterale celgrenzen duidelijk zichtbaar
- Eenlagig kubisch epitheel
Papil - Plek waar de urine uitstroomt, niet altijd even zichtbaar overal
- ≈ ductus colligens
- Eenlagig cilindrisch epitheel (nuceli zijn wel rond)
- Bevat de ductus papillaris
Lis van Henle - Zeer kleine buisjes met plaveiselepitheel
Bloedvaten - Endotheel (eenlagig plaveisel) met rode bloedcellen
Soorten nieren - Konijn = unipyramidale nier
- Varken = multipyramidale nier
,Hoornvlies kat AZAN
Zijde naar binnenkant - Endotheel, eenlagig plaveiselepitheel
- Gericht naar de voorkamer
- Hier achter oogkamer
Membraan van - Basale membraan tussen endotheel en stroma
Descement
Lamina propria - Blauwe gedeeltje tussen de twee epithelen
- BW-laag met collageenvezels = stroma (regelmatig dicht
collageen BW-laag)
Membraan van Bowman - Basale membraan tussen meerlagig onverhoornd plaveisel en
stroma
Zijde naar buitenwereld - Meerlagig onverhoornd plaveisel epitheel
Stratum basale
Stratum spinosum
Stratum superficiale
Cutis hond HE
Epidermis/opperhuid - Meerlagig verhoornd plaveiselepitheel, onderste (stamcellen)
rond en donker platten af en worden lichter naarmate je naar
boven gaat
Stratum disjunctum: loslatende huidschilfers
Stratum corneum: Verhoornde laag (felroze)
(stratum lucidum)
Stratum granulosum: bevat (paarse) keratohyaliene
korrels/granulen die stof afzetten die voor het afsterven
van de cellen zorgt
Stratum spinosum: differentiatie cellen
Stratum basale
BM
Dermis/lederhuid - BW-laag onder de epidermis, collageen bindweefsellaag
Stratum papillare
Stratum reticulare
- Wordt afgewisseld tussen dermpapillen en epidermiskammen
- Bevat zweetkliertjes met afvoergangen
Ureter kat AZAN
Geen tela submucosa ! Lamina - Meerlagig overgangsepitheel + paraplucellen
epithelialis/urotheel Stratum superficiale
Stratum spinosum ≈ intermedium
Stratum basale
Zie practicum BV voor Paraplucellen - Liggen op de lamina epithelialis en hebben een speciale crusta
arteriolen van ureter aan de apicale zijde die extra bescherming geeft
- Rusten niet op BM
Lamina propria - BW-laag
Tunica mucosa - Urotheel + lamina propria
Tunica muscularis - Glad spierweefsel
Interne longitudinale laag
Circulaire laag
Externe longitudinale laag
Tunica adventitia - BW-laag + BV en zenuwbundels
Trachea kat TRICHROOM
Geen tunica muscularis ! Epitheel/lamina - Pseudomeerlagig gecilieerd cilindirisch epitheel met
epithelialis slijmbekercellen, bevat basale vervangcellen (stamcellen) die
het laten lijken op een meerlagig epitheel
- Trilhaarcellen met cilia aan apicale zijde
- Slijmbekercellen slijmlaagje op trachea
Lamina propria - BW-laag met elastine
Tunica mucosa - BW-laag + epitheel
Tela submucosa - Bevat klieren = glandula tracheales
Kraakbeenringen - (lichtblauwe structuren)
- Hyalien kraakbeen
- onderbroken
Tunica adventitia - BW-laag met kleine bloedvaatjes
Musculus trachealis - Rondom onderbroken deel
- Glad spierweefsel
, Ooglid met klier van Meibomius rat HE
Facies anterior - Meerlagig verhoornd plaveisel epitheel
- Behaard
- ≈ cutis met epidermis en derms
- Dermis bevat haarfollikels, talgkliertjes en elastische vezels
Marginale zone - Overgang cutis – conjuctiva
- Midden: grote spier, musculus orbicularis oculi
- KB en vetweefsel
Facies posterior - Conjuctiva (bindvlies)
- Meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel
- Aan deze zijde bevindt zich de klier van Meibomius (glandula
tarsalis)
- Intra-epitheliale kliertjes
Klier van Meibomius - Holocriene, exocriene klier met tubulo-alveolaire vorm
- Produceert een visceuze, olie-achtige substantie die
verdamping van het traanvocht voorkomt
Perifeer: afgeplatte cellen
Centraal: cellen ronder en lichter
Sommige kernen centraal worden picnotisch (klein en
donker)
- Als geheel gesecreteerd
- BW rond de klier: tarsale platen of tarsus
Klier van Zeis - Talgklieren bij de ooghaartjes
Klieren van Moll - Apocriene zweetklieren bij de ooglidrand
Fundus ventriculi varken HE
Tunica mucosa Epitheel: 1lagig cilindrisch epitheel met slijmnapcellen,
continue productie secreet tegen zure maagsap. Ovale
secreetgranula apicaal
- Afwisselende areola (uitstekende stukken) en foveola
(trechters)
Lamina propria: BW-laag losmazig bindweefsel +
fundusklieren
Lamina muscularis mucosae
Tela submucosa - Losmazig bindweefsel
Tunica muscularis Diagonaal
Circulair
Longitudinaal
Tunica serosa - Niet te zien op preparaat
Fundusklieren - Bevinden zich in lamina propria
- Exocriene, merocriene, enkelvoudige; tubulaire klieren. De
volledige wand bestaat uit kliercellen die secreet produceren (3
soorten)
Zymogene cellen - Zitten in klierhoofd
- Aanmaak voorloperenzymen (peptidasen)
- Paarse kernen en purper gekorrelde cel
- Eznymen worden in het lumen afgezet
- Bevinden zich het dichtste bij lamina muscularis mucosae
Pariëtale cellen - In de klierhals (isthmus)
- Veel ronder van vorm + ronde kern centraal
- Roze CP
- Produceren maagzuur & bevinden zich al wat meer naar het
lumen toe
Mucoïde cellen - In de klierhals
- Cilindrische cellen met roosachtige mucus aan apicale zijde
met ovale kernen
- Tussen pariëtale cellen en meer naar voor
- Mucus als bescherming van de maag
Proces - Enzymen vormen het maagsap. Deze worden eerst geactiveerd
door het maagzuur. De slijmlaag van de slijmnapcellen en de
zie zenuwen in jejunum bij Darmvilli (uitstulpingen - Lamina epithelialis; eenlagig cilindisch epitheel met
zenuwen lumen) slijmbekercellen
o Bedekt met staafjeszoom (donkere laag)
- BW laag die villus ondersteunt (in de villus)
zie bloedvaten voor arteriolen Krypten (instulpingen) - Zeer nauw lumen (stamcellen goed bewaren)
en venulen - Stamcellen: steeds in deling (kunnen herkennen)
Tunica mucosa - Epitheel + BW-laag
Tela submucosa - BW + bloedvaatjes
Tunica muscularis - Binnenste: circulair
- Buitenste: longitudinaal
- Glad spierweefsel
Tunica serosa - Zeer dunne BW-laag (donkerder gekleurd) bestaat uit
plaveiselcellen
Functie - Epitheel dient voor opname/resorptie van voedsel en afgifte van
secreet (passage voedselbolus)
- Enterocyt = darmcel
Indien - Zelfde lagen als longitudinaal doorgesneden
dwarsdoorgesneden - Laagje vetweefsel aan het preparaat = mesenterium
Slijmbekercel - Slijmprop zit apicaal van de cel, kern weggedrukt naar basaal
membraan
Ileum rat PAS
Idem jejunum - Celorganellen beter aangeduid (GA)
- Duidelijke staafjeszoom (aangekleurd)
Nier Konijn/varken HE, TRICHROOM, AZAN, PAS
Opbouw - Filteren bloed + concentreren van deze filtratie
- Cortex (schors) (donker) medulla (merg) (licht)
- Nierlichaampje (schors) waarin de glomerulus (kluwen van
bloedvaten en cellen ter filtratie) zit
Filteren plasma en primaire urine vormen
- Primaire urine gaat naar de proximale tubulus contortus
(eenlagig epitheel) en re-absorbeert grootste deel van de
primaire urine
- Naar medulla via rechte deel van distale tubulus, beide rechte
delen passeren lis van Henle in de medulla
- Terug in cortex bij distale tubulus contortus
- Ductus colligens, verzamelbuis van bijna definitieve,
geconcentreerde urine
- Ductus papillaris (in papil)
- Nierbekken
Nefron/nierlichaampje - Functionele eenheid van de nier
- Bestaat uit
Glomerulus: kluwen van BV
Kapsel van Bowman (kapsel rondom glomerulus)
- Glomerulus + kapsel van Bowman = nierlichaampje of
lichaampje van Malphigi
Proximale tubulus - Eenlagig kubisch epitheel met ronde celkernen
- Apicale zijde: microvilli ter re-absorptie naar interstitium (tussen
cellen)
- Veel mitochondriën, veel energie nodig voor ionentransport
Distale tubulus - Eenlagig kubisch epitheel met ronde celkernen
- Geen borstelzoom/microvilli, minder re-absorptie
- Lichter cytoplasma
Ductus colligens - Overlangs aangesneden
- Laterale celgrenzen duidelijk zichtbaar
- Eenlagig kubisch epitheel
Papil - Plek waar de urine uitstroomt, niet altijd even zichtbaar overal
- ≈ ductus colligens
- Eenlagig cilindrisch epitheel (nuceli zijn wel rond)
- Bevat de ductus papillaris
Lis van Henle - Zeer kleine buisjes met plaveiselepitheel
Bloedvaten - Endotheel (eenlagig plaveisel) met rode bloedcellen
Soorten nieren - Konijn = unipyramidale nier
- Varken = multipyramidale nier
,Hoornvlies kat AZAN
Zijde naar binnenkant - Endotheel, eenlagig plaveiselepitheel
- Gericht naar de voorkamer
- Hier achter oogkamer
Membraan van - Basale membraan tussen endotheel en stroma
Descement
Lamina propria - Blauwe gedeeltje tussen de twee epithelen
- BW-laag met collageenvezels = stroma (regelmatig dicht
collageen BW-laag)
Membraan van Bowman - Basale membraan tussen meerlagig onverhoornd plaveisel en
stroma
Zijde naar buitenwereld - Meerlagig onverhoornd plaveisel epitheel
Stratum basale
Stratum spinosum
Stratum superficiale
Cutis hond HE
Epidermis/opperhuid - Meerlagig verhoornd plaveiselepitheel, onderste (stamcellen)
rond en donker platten af en worden lichter naarmate je naar
boven gaat
Stratum disjunctum: loslatende huidschilfers
Stratum corneum: Verhoornde laag (felroze)
(stratum lucidum)
Stratum granulosum: bevat (paarse) keratohyaliene
korrels/granulen die stof afzetten die voor het afsterven
van de cellen zorgt
Stratum spinosum: differentiatie cellen
Stratum basale
BM
Dermis/lederhuid - BW-laag onder de epidermis, collageen bindweefsellaag
Stratum papillare
Stratum reticulare
- Wordt afgewisseld tussen dermpapillen en epidermiskammen
- Bevat zweetkliertjes met afvoergangen
Ureter kat AZAN
Geen tela submucosa ! Lamina - Meerlagig overgangsepitheel + paraplucellen
epithelialis/urotheel Stratum superficiale
Stratum spinosum ≈ intermedium
Stratum basale
Zie practicum BV voor Paraplucellen - Liggen op de lamina epithelialis en hebben een speciale crusta
arteriolen van ureter aan de apicale zijde die extra bescherming geeft
- Rusten niet op BM
Lamina propria - BW-laag
Tunica mucosa - Urotheel + lamina propria
Tunica muscularis - Glad spierweefsel
Interne longitudinale laag
Circulaire laag
Externe longitudinale laag
Tunica adventitia - BW-laag + BV en zenuwbundels
Trachea kat TRICHROOM
Geen tunica muscularis ! Epitheel/lamina - Pseudomeerlagig gecilieerd cilindirisch epitheel met
epithelialis slijmbekercellen, bevat basale vervangcellen (stamcellen) die
het laten lijken op een meerlagig epitheel
- Trilhaarcellen met cilia aan apicale zijde
- Slijmbekercellen slijmlaagje op trachea
Lamina propria - BW-laag met elastine
Tunica mucosa - BW-laag + epitheel
Tela submucosa - Bevat klieren = glandula tracheales
Kraakbeenringen - (lichtblauwe structuren)
- Hyalien kraakbeen
- onderbroken
Tunica adventitia - BW-laag met kleine bloedvaatjes
Musculus trachealis - Rondom onderbroken deel
- Glad spierweefsel
, Ooglid met klier van Meibomius rat HE
Facies anterior - Meerlagig verhoornd plaveisel epitheel
- Behaard
- ≈ cutis met epidermis en derms
- Dermis bevat haarfollikels, talgkliertjes en elastische vezels
Marginale zone - Overgang cutis – conjuctiva
- Midden: grote spier, musculus orbicularis oculi
- KB en vetweefsel
Facies posterior - Conjuctiva (bindvlies)
- Meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel
- Aan deze zijde bevindt zich de klier van Meibomius (glandula
tarsalis)
- Intra-epitheliale kliertjes
Klier van Meibomius - Holocriene, exocriene klier met tubulo-alveolaire vorm
- Produceert een visceuze, olie-achtige substantie die
verdamping van het traanvocht voorkomt
Perifeer: afgeplatte cellen
Centraal: cellen ronder en lichter
Sommige kernen centraal worden picnotisch (klein en
donker)
- Als geheel gesecreteerd
- BW rond de klier: tarsale platen of tarsus
Klier van Zeis - Talgklieren bij de ooghaartjes
Klieren van Moll - Apocriene zweetklieren bij de ooglidrand
Fundus ventriculi varken HE
Tunica mucosa Epitheel: 1lagig cilindrisch epitheel met slijmnapcellen,
continue productie secreet tegen zure maagsap. Ovale
secreetgranula apicaal
- Afwisselende areola (uitstekende stukken) en foveola
(trechters)
Lamina propria: BW-laag losmazig bindweefsel +
fundusklieren
Lamina muscularis mucosae
Tela submucosa - Losmazig bindweefsel
Tunica muscularis Diagonaal
Circulair
Longitudinaal
Tunica serosa - Niet te zien op preparaat
Fundusklieren - Bevinden zich in lamina propria
- Exocriene, merocriene, enkelvoudige; tubulaire klieren. De
volledige wand bestaat uit kliercellen die secreet produceren (3
soorten)
Zymogene cellen - Zitten in klierhoofd
- Aanmaak voorloperenzymen (peptidasen)
- Paarse kernen en purper gekorrelde cel
- Eznymen worden in het lumen afgezet
- Bevinden zich het dichtste bij lamina muscularis mucosae
Pariëtale cellen - In de klierhals (isthmus)
- Veel ronder van vorm + ronde kern centraal
- Roze CP
- Produceren maagzuur & bevinden zich al wat meer naar het
lumen toe
Mucoïde cellen - In de klierhals
- Cilindrische cellen met roosachtige mucus aan apicale zijde
met ovale kernen
- Tussen pariëtale cellen en meer naar voor
- Mucus als bescherming van de maag
Proces - Enzymen vormen het maagsap. Deze worden eerst geactiveerd
door het maagzuur. De slijmlaag van de slijmnapcellen en de