Veel kennis is ‘naïef’. Dit is gebaseerd op:
- Gewoontes
Ook wel tradities
“Wij doen dat al jaren zo!”
- “Wishful thinking”
Is datgene wat men wenst als waar beschouwen
Gevoed door graag gelijk willen hebben
Eerst geloven dan zien/tunnelvisie
- Meningen van autoriteiten
Dat zijn gezaghebbers
Krant, dominee, docent etc.
- Ideologie
Is een visie op het functioneren van de maatschappij
Religie, politieke stroming, homeopathie
- Intuïtie
Ingeving, een vorm van direct weten, zonder dat dit beredeneerd is
Wetenschap is een systematisch geheel van kennis.
Die kennis is theoretisch. Het is een samenhangend geheel van uitspraken waarmee wordt
geprobeerd om allerlei sociale verschijnselen te beschrijven, te verklaren of te voorspellen.
Om tot dit geheel te komen, wordt gebruik gemaakt van een onderzoeksplan om systematisch te
werk te gaan.
- Open communicatie
- Systematisch, planmatig
- Uitkomsten staan niet vast; staat altijd open voor kritiek
Het onderzoeksplan is het systematische geheel van methodische beslissingen
Waartoe dient het onderzoek?
Voor wie is het onderzoek belangrijk?
Wat wil men precies onderzoeken?
Hoe moet het onderzoek worden uitgevoerd?
Wie worden onderzocht?
Waar wordt het onderzoek uitgevoerd?
Wanneer of in welke periode kan het onderzoek plaatsvinden?
Theoretisch raamwerk Vanuit welk perspectief en wetenschappelijke theorie het onderzoek
wordt uitgevoerd
Wetenschappelijke onderzoeken
Kwalitatief Flexibel in het aantal onderwerpen en zijn meer een leidraad. Data
analyse is beschrijvend en heeft men tot doel te begrijpen waarom
mensen bepaald gedrag vertonen. Het gaat vaak om grote stukken
tekst, interviews en participerende observatie
Kwantitatief Voorgestructureerde dataverzamelingsplannen, waarbij de vragen,
volgorde en antwoordcategorieën van tevoren zijn vastgesteld.
Statistiek wordt gebruikt bij de data analyse
Mixed methods Combinatie van kwalitatief en kwantitatief
,Statistiek Een middel om kwantitatieve onderzoekvragen te kunnen
beantwoorden
Wetenschappelijk integriteit Eigenschappen die verwacht worden van een onderzoeker bij het
doen van onderzoek
Het gaat ook om dat je onderzoeksontwerpen redupliceerbaar zijn
Ethiek Gaat over de manier waarop onderzoek is gedaan, of je
verantwoordelijk omgaat met de participanten
2 benaderingen:
1 Empirisch-analytisch objecten die je laat vallen dat die altijd met bepaalde snelheid vallen.
Je probeert natuurwetten te ontdekken.
Als je mensen laat schrikken dat bepaalde hersenprikkel ontstaat
Empirisch-interpretatief je probeert rekening te houden met de context. Daarbinnen vindt het
gedrag plaatst. Hoe menselijk gedrag bepaald wordt en hoe dat tot
stand is gekomen. Deze persoon reageert heel boos in deze situatie
hoe kan dat in een andere situatie? Je hebt meer een interpretatie
van een context.
Empirische cyclus Kennis opdoen uit ervaring om wetenschappelijke kennis te
produceren
Empirisme Gebaseerd op waarneming/ervaring of op bewijs uit de praktijk
(proeven of experimenten, ja analyseert de resultaten en op basis
daarvan trek je een conclusie.
Regulatieve cyclus Praktijkgerichte onderzoek dat gericht is op beslissingen
Rationaliteit Gebaseerd op nadenken, logisch consistent, berekenbaarheid
/meetbaarheid
Retrospectief onderzoek Onderzoekers kijken naar het verleden voor gegevens
Prospectief onderzoek de aandacht ligt op de toekomst
Longitudinaal onderzoek Een onderzoek op een aantal specifieke momenten herhalen
Kennis- en praktijkproblemen
Fundamenteel Wetenschappelijke kennis uitbreiden
het leveren van een bijdrage aan de wetenschap. Als je fundamenteel
onderzoek doet, richt je je vooral op het verwerven van kennis en
niet zozeer op de toepassing van die kennis in de praktijk. Dit is een
erg wetenschappelijke methode en wordt dan ook vaak op
universiteiten gebruikt.
VB Effect is van radioactieve straling op de menselijke genen
Praktijkgericht / Praktijkproblemen oplossen
Toegepast onderzoek het leveren van een bijdrage aan de maatschappij
Bij toegepast onderzoek doe je onderzoek voor de praktijk. Uit het
onderzoek komen conclusies en aanbevelingen naar voren die direct
toepasbaar zijn in de praktijk. Het is ook mogelijk dat met het
onderzoek bepaalde producten of methoden worden ontworpen die
in de praktijk kunnen worden toegepast.
, Theorievorming en theorietoetsing
Theoretische vorming: Systematische en empirische waarnemingen van bepaalde aspecten
van de sociale werkelijkheid te verrichten om daarover theoretische
inzichten te ontwikkelen of..
Theoretische toetsing Of om eerdere ontwikkelde theoretische inzichten te toetsen
Toetsend Bij voldoende kennis
Als er al voldoende kennis of oplossingen voor een probleem
aanwezig zijn en onderzoekers willen nagaan of dit nog klopt.
Hypotheses worden getoetst.
Onderzoek ontstaat op basis van theorie(ën) een bepaalde
verwachting (hypothese). Die ga je vervolgens toetsen door middel
van onderzoek. Je gaat hiermee dus de hypothese bevestigen of
verwerpen.
Je kunt alleen toetsend onderzoek doen wanneer je al beschikt over
een theorie. Je hebt hierdoor al voldoende kennis over een bepaald
onderwerp om hierover voorspellingen te doen. Naast de theorie die
je gebruikt weet je ook met welke meetinstrumenten, populatie en
onderzoeksomstandigheden je te werk gaat.
Explorerend/exploratief Bij kennisprobleem
Wanneer er weinig kennis of oplossingen bestaan, gaan onderzoekers
dit uitzoeken. Als onderzoeker weet je nog niet helemaal welke
resultaten je gaat vinden en welke kant je onderzoek opgaat. Je wilt
vooral ideeën opdoen en gebruikt het onderzoek om het
onderzoeksgebied te verkennen voor vervolgonderzoek.
Doel: het onderzoeksprobleem beter te begrijpen. Hiervoor kijk je
bijvoorbeeld naar belangrijke factoren omtrent jouw onderwerp,
mogelijke relaties hiertussen en achterliggende motivaties hiervoor.
Hierbij is geen sprake van restricties; alle mogelijk interessante
gegevens worden verzameld.
Experimenteel De onderzoekseenheden worden willekeurig over twee of meer
groepen verdeeld, waarna deze groepen aan verschillende
proefomstandigheden worden blootgesteld. Condities worden
opzettelijk gewijzigd om tot uitspraken te komen over de gevolgen
van de interventie. uitkomsten worden met elkaar vergeleken
Tijdens een experiment manipuleer je als onderzoeker een bepaalde
variabele (zoals een omstandigheid of verschijnsel), waarna je het
effect van die manipulatie gaat bekijken. Deze onderzoekstype wordt
gebruikt om causaliteit vast te stellen. Hierbij onderzoek je of de
gemanipuleerde variabele een verschil in de afhankelijke variabele
teweegbrengt.
Observationeel De onderzoeker beperkt zich tot het verrichten van waarnemingen.
Hierbij vindt dus actieve interventie plaats door de onderzoeker
(bijvoorbeeld behandeling). Bestaande situatie wordt beschreven en
vastgelegd. Uitkomsten worden niet beïnvloed
Voor observatieonderzoek verzamel je gegevens door feitelijk gedrag
te observeren. Onder observeren wordt kijken, luisteren en
beoordelen verstaan.
- Gewoontes
Ook wel tradities
“Wij doen dat al jaren zo!”
- “Wishful thinking”
Is datgene wat men wenst als waar beschouwen
Gevoed door graag gelijk willen hebben
Eerst geloven dan zien/tunnelvisie
- Meningen van autoriteiten
Dat zijn gezaghebbers
Krant, dominee, docent etc.
- Ideologie
Is een visie op het functioneren van de maatschappij
Religie, politieke stroming, homeopathie
- Intuïtie
Ingeving, een vorm van direct weten, zonder dat dit beredeneerd is
Wetenschap is een systematisch geheel van kennis.
Die kennis is theoretisch. Het is een samenhangend geheel van uitspraken waarmee wordt
geprobeerd om allerlei sociale verschijnselen te beschrijven, te verklaren of te voorspellen.
Om tot dit geheel te komen, wordt gebruik gemaakt van een onderzoeksplan om systematisch te
werk te gaan.
- Open communicatie
- Systematisch, planmatig
- Uitkomsten staan niet vast; staat altijd open voor kritiek
Het onderzoeksplan is het systematische geheel van methodische beslissingen
Waartoe dient het onderzoek?
Voor wie is het onderzoek belangrijk?
Wat wil men precies onderzoeken?
Hoe moet het onderzoek worden uitgevoerd?
Wie worden onderzocht?
Waar wordt het onderzoek uitgevoerd?
Wanneer of in welke periode kan het onderzoek plaatsvinden?
Theoretisch raamwerk Vanuit welk perspectief en wetenschappelijke theorie het onderzoek
wordt uitgevoerd
Wetenschappelijke onderzoeken
Kwalitatief Flexibel in het aantal onderwerpen en zijn meer een leidraad. Data
analyse is beschrijvend en heeft men tot doel te begrijpen waarom
mensen bepaald gedrag vertonen. Het gaat vaak om grote stukken
tekst, interviews en participerende observatie
Kwantitatief Voorgestructureerde dataverzamelingsplannen, waarbij de vragen,
volgorde en antwoordcategorieën van tevoren zijn vastgesteld.
Statistiek wordt gebruikt bij de data analyse
Mixed methods Combinatie van kwalitatief en kwantitatief
,Statistiek Een middel om kwantitatieve onderzoekvragen te kunnen
beantwoorden
Wetenschappelijk integriteit Eigenschappen die verwacht worden van een onderzoeker bij het
doen van onderzoek
Het gaat ook om dat je onderzoeksontwerpen redupliceerbaar zijn
Ethiek Gaat over de manier waarop onderzoek is gedaan, of je
verantwoordelijk omgaat met de participanten
2 benaderingen:
1 Empirisch-analytisch objecten die je laat vallen dat die altijd met bepaalde snelheid vallen.
Je probeert natuurwetten te ontdekken.
Als je mensen laat schrikken dat bepaalde hersenprikkel ontstaat
Empirisch-interpretatief je probeert rekening te houden met de context. Daarbinnen vindt het
gedrag plaatst. Hoe menselijk gedrag bepaald wordt en hoe dat tot
stand is gekomen. Deze persoon reageert heel boos in deze situatie
hoe kan dat in een andere situatie? Je hebt meer een interpretatie
van een context.
Empirische cyclus Kennis opdoen uit ervaring om wetenschappelijke kennis te
produceren
Empirisme Gebaseerd op waarneming/ervaring of op bewijs uit de praktijk
(proeven of experimenten, ja analyseert de resultaten en op basis
daarvan trek je een conclusie.
Regulatieve cyclus Praktijkgerichte onderzoek dat gericht is op beslissingen
Rationaliteit Gebaseerd op nadenken, logisch consistent, berekenbaarheid
/meetbaarheid
Retrospectief onderzoek Onderzoekers kijken naar het verleden voor gegevens
Prospectief onderzoek de aandacht ligt op de toekomst
Longitudinaal onderzoek Een onderzoek op een aantal specifieke momenten herhalen
Kennis- en praktijkproblemen
Fundamenteel Wetenschappelijke kennis uitbreiden
het leveren van een bijdrage aan de wetenschap. Als je fundamenteel
onderzoek doet, richt je je vooral op het verwerven van kennis en
niet zozeer op de toepassing van die kennis in de praktijk. Dit is een
erg wetenschappelijke methode en wordt dan ook vaak op
universiteiten gebruikt.
VB Effect is van radioactieve straling op de menselijke genen
Praktijkgericht / Praktijkproblemen oplossen
Toegepast onderzoek het leveren van een bijdrage aan de maatschappij
Bij toegepast onderzoek doe je onderzoek voor de praktijk. Uit het
onderzoek komen conclusies en aanbevelingen naar voren die direct
toepasbaar zijn in de praktijk. Het is ook mogelijk dat met het
onderzoek bepaalde producten of methoden worden ontworpen die
in de praktijk kunnen worden toegepast.
, Theorievorming en theorietoetsing
Theoretische vorming: Systematische en empirische waarnemingen van bepaalde aspecten
van de sociale werkelijkheid te verrichten om daarover theoretische
inzichten te ontwikkelen of..
Theoretische toetsing Of om eerdere ontwikkelde theoretische inzichten te toetsen
Toetsend Bij voldoende kennis
Als er al voldoende kennis of oplossingen voor een probleem
aanwezig zijn en onderzoekers willen nagaan of dit nog klopt.
Hypotheses worden getoetst.
Onderzoek ontstaat op basis van theorie(ën) een bepaalde
verwachting (hypothese). Die ga je vervolgens toetsen door middel
van onderzoek. Je gaat hiermee dus de hypothese bevestigen of
verwerpen.
Je kunt alleen toetsend onderzoek doen wanneer je al beschikt over
een theorie. Je hebt hierdoor al voldoende kennis over een bepaald
onderwerp om hierover voorspellingen te doen. Naast de theorie die
je gebruikt weet je ook met welke meetinstrumenten, populatie en
onderzoeksomstandigheden je te werk gaat.
Explorerend/exploratief Bij kennisprobleem
Wanneer er weinig kennis of oplossingen bestaan, gaan onderzoekers
dit uitzoeken. Als onderzoeker weet je nog niet helemaal welke
resultaten je gaat vinden en welke kant je onderzoek opgaat. Je wilt
vooral ideeën opdoen en gebruikt het onderzoek om het
onderzoeksgebied te verkennen voor vervolgonderzoek.
Doel: het onderzoeksprobleem beter te begrijpen. Hiervoor kijk je
bijvoorbeeld naar belangrijke factoren omtrent jouw onderwerp,
mogelijke relaties hiertussen en achterliggende motivaties hiervoor.
Hierbij is geen sprake van restricties; alle mogelijk interessante
gegevens worden verzameld.
Experimenteel De onderzoekseenheden worden willekeurig over twee of meer
groepen verdeeld, waarna deze groepen aan verschillende
proefomstandigheden worden blootgesteld. Condities worden
opzettelijk gewijzigd om tot uitspraken te komen over de gevolgen
van de interventie. uitkomsten worden met elkaar vergeleken
Tijdens een experiment manipuleer je als onderzoeker een bepaalde
variabele (zoals een omstandigheid of verschijnsel), waarna je het
effect van die manipulatie gaat bekijken. Deze onderzoekstype wordt
gebruikt om causaliteit vast te stellen. Hierbij onderzoek je of de
gemanipuleerde variabele een verschil in de afhankelijke variabele
teweegbrengt.
Observationeel De onderzoeker beperkt zich tot het verrichten van waarnemingen.
Hierbij vindt dus actieve interventie plaats door de onderzoeker
(bijvoorbeeld behandeling). Bestaande situatie wordt beschreven en
vastgelegd. Uitkomsten worden niet beïnvloed
Voor observatieonderzoek verzamel je gegevens door feitelijk gedrag
te observeren. Onder observeren wordt kijken, luisteren en
beoordelen verstaan.
