BEROEPSPRODUCT VITAAL
BEDREIGD
NIELS ADELAAR (1754739) & RANA ILHAN (1737487)
GKO-VITAAL-17_2021
VITAAL BEDREIGD
LEMAR ASIR
WOORDEN: 3494
17-01-2022
0
,Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Inleiding.......................................................................................................................................................3
Beschrijving van de aandoening (Disease Framework)................................................................................5
2.1.1. Definitie.....................................................................................................................................5
2.1.2. SYMPTOMEN..............................................................................................................................5
2.1.3. DIAGNOSTIEK.............................................................................................................................5
2.1.4. BEHANDELING............................................................................................................................6
2.1.5. RISICOFACTOREN EN PREVENTIE...............................................................................................6
2.2.1. Respiratoir systeem...................................................................................................................6
2.2.2. Cardiovasculair systeem.............................................................................................................6
2.2.3.Zuurstofbalans myocard.............................................................................................................7
Beschrijving perspectief zorgvrager (Illness Framework).............................................................................8
3.1.1. IdeeËn........................................................................................................................................8
3.1.2. zorgen/problemen.....................................................................................................................8
3.1.3. Verwachtingen...........................................................................................................................9
3.1.4. gevoelens en gedachten............................................................................................................9
3.1.5. Effecten aandoening en behandeling op dagelijks leven.........................................................10
Verpleegbeleid...........................................................................................................................................12
4.1.1. Anafylactische shock (Carpenito, 2018, p76)...........................................................................12
4.1.2. ineffectieve ademhaling (Carpenito, 2018, p60)......................................................................12
4.1.3. ineffectieve coping (Carpenito, 2018, p137)............................................................................12
4.2.1. Anafylactische shock................................................................................................................13
4.1.2. ineffectieve ademhaling...........................................................................................................13
4.1.3. ineffectieve coping...................................................................................................................13
Conclusie...................................................................................................................................................14
Bijlage 1, Interview....................................................................................................................................15
Bijlage 2, Literatuurstudie..........................................................................................................................20
Bijlage 3, Beoordeling wetenschappelijk artikel........................................................................................22
Bijlage 4, Literatuurlijst..............................................................................................................................30
1
,2
, Inleiding
1.1 PROBLEEMGEBIED
Een anafylactische shock is een onverwachte, plotselinge en soms dodelijke gebeurtenis bij een heftige
allergische reactie. Bij één op de drie per 10.000 mensen komt ernstige anafylactische reactie voor. De
incidentie ligt met name hoger bij kinderen en adolescenten. Bij 20% van de patiënten met anafylaxie
blijven huidklachten afwezig, vooral bij volwassenen met voedsel- en insecten allergieën. De
huidverschijnselen kunnen ook afwezig zijn bij een fatale anafylaxie (Oude Elberink, 2012).
Een anafylactische aanval met een fatale afloop treedt vooral op bij een allergie tegen medicatie (44-
57%), insectensteken (18-23%) en voedsel (6-31%). Astma is een bekende risicofactor voor fatale
anafylaxie, vooral bij adolescenten. In meer dan 90% van de fatale anafylaxie blijkt dat de patiënt astma
te hebben (Oude Elberink, 2012).
85% van de anafylaxie patiënten op de spoedeisende hulp hebben een voedselallergie. Er treedt met
name een reactie op bij pinda’s (18%) en cashewnoten (13%). Hierop volgt medicatie of een
insectensteek. Een verlate toediening van adrenaline (80-87%) is een belangrijke risicofactor voor het
optreden van een fatale anafylaxie van de overlijdensgevallen (Oude Elberink, 2012).
1.2 PATIËNT
De patiënt die wordt geïnterviewd is een 42-jarige spoedeisende hulp verpleegkundige. Samenwonend
met zijn partner. Verder is meneer bekend met astmatische bronchitis, vele allergieën en een
aangeboren hartafwijking: cardiomyopathie. Respondent wordt geïnterviewd omdat hij in het verleden
vijf á zes keer een anafylactische shock heeft doorgemaakt, waarbij hij tweemaal een Epipen toedient.
Desondanks het toedienen van de Epipen kwam hij niet uit zijn shock. Hij vertoont symptomen van
benauwdheid, lage saturatie, tachycardie en hypotensie. Door zijn allergieën, met name voor appel en
noten, gebruikt hij dagelijks hoge dosering met antihistaminica en pufjes. Indien er een anafylaxie
optreedt gebruikt hij Travegyl en Prednison.
1.3 ZIEKTEBEELD IN RELATIE TOT VITALE BEDREIGING
Anafylaxie is een ernstige en acute reactie waarbij een bedreigde circulatie of luchtweg kan ontstaan.
Het bloedvat dilateert in de perifere circulatie, waardoor er te weinig volume ontstaat om de druk te
behouden. De patiënt wordt beoordeeld volgens de ABCDE-methode (Het Acute Boekje, 2017).
Bij de airway wordt er gelet op een stridor, hoorbare ademhaling, verstopte neus, heesheid en zwelling
van de uvula, pharynx, lippen en/of tong als gevolg van een anafylactische reactie. Bij de breathing
wordt er gelet op tachypnoe (>22/min), cyanose, intrekkingen en gebruik van hulpademhalingsspieren.
De hals venen kunnen worden aangespannen als gevolg van een bronchospasme. Dit is een reactie van
de luchtwegen. Daarnaast wordt ook de saturatie gemeten. Door een bedreigde luchtweg, door zwelling
van de mond/keelholte kan de saturatie dalen.
Bij de circulatie is het belangrijk dat er wordt gelet op de kleur van de huid, hart- en
ademhalingsfrequentie. De disability is belangrijk voor het bewustzijn. Het is mogelijk dat een persoon
met een ernstige anafylactische shock buitenbewustzijn raakt.
In het environment kijkt men naar de temperatuur en het optreden van de huidverschijnselen. Dit
treedt meestal op bij een wat mildere allergische reactie. Er kunnen vitale bedreigingen ontstaan in de
bovenste luchtwegen, onderste luchtwegen, circulatie en bewustzijn (Het Acute Boekje, 2017).
3
BEDREIGD
NIELS ADELAAR (1754739) & RANA ILHAN (1737487)
GKO-VITAAL-17_2021
VITAAL BEDREIGD
LEMAR ASIR
WOORDEN: 3494
17-01-2022
0
,Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Inleiding.......................................................................................................................................................3
Beschrijving van de aandoening (Disease Framework)................................................................................5
2.1.1. Definitie.....................................................................................................................................5
2.1.2. SYMPTOMEN..............................................................................................................................5
2.1.3. DIAGNOSTIEK.............................................................................................................................5
2.1.4. BEHANDELING............................................................................................................................6
2.1.5. RISICOFACTOREN EN PREVENTIE...............................................................................................6
2.2.1. Respiratoir systeem...................................................................................................................6
2.2.2. Cardiovasculair systeem.............................................................................................................6
2.2.3.Zuurstofbalans myocard.............................................................................................................7
Beschrijving perspectief zorgvrager (Illness Framework).............................................................................8
3.1.1. IdeeËn........................................................................................................................................8
3.1.2. zorgen/problemen.....................................................................................................................8
3.1.3. Verwachtingen...........................................................................................................................9
3.1.4. gevoelens en gedachten............................................................................................................9
3.1.5. Effecten aandoening en behandeling op dagelijks leven.........................................................10
Verpleegbeleid...........................................................................................................................................12
4.1.1. Anafylactische shock (Carpenito, 2018, p76)...........................................................................12
4.1.2. ineffectieve ademhaling (Carpenito, 2018, p60)......................................................................12
4.1.3. ineffectieve coping (Carpenito, 2018, p137)............................................................................12
4.2.1. Anafylactische shock................................................................................................................13
4.1.2. ineffectieve ademhaling...........................................................................................................13
4.1.3. ineffectieve coping...................................................................................................................13
Conclusie...................................................................................................................................................14
Bijlage 1, Interview....................................................................................................................................15
Bijlage 2, Literatuurstudie..........................................................................................................................20
Bijlage 3, Beoordeling wetenschappelijk artikel........................................................................................22
Bijlage 4, Literatuurlijst..............................................................................................................................30
1
,2
, Inleiding
1.1 PROBLEEMGEBIED
Een anafylactische shock is een onverwachte, plotselinge en soms dodelijke gebeurtenis bij een heftige
allergische reactie. Bij één op de drie per 10.000 mensen komt ernstige anafylactische reactie voor. De
incidentie ligt met name hoger bij kinderen en adolescenten. Bij 20% van de patiënten met anafylaxie
blijven huidklachten afwezig, vooral bij volwassenen met voedsel- en insecten allergieën. De
huidverschijnselen kunnen ook afwezig zijn bij een fatale anafylaxie (Oude Elberink, 2012).
Een anafylactische aanval met een fatale afloop treedt vooral op bij een allergie tegen medicatie (44-
57%), insectensteken (18-23%) en voedsel (6-31%). Astma is een bekende risicofactor voor fatale
anafylaxie, vooral bij adolescenten. In meer dan 90% van de fatale anafylaxie blijkt dat de patiënt astma
te hebben (Oude Elberink, 2012).
85% van de anafylaxie patiënten op de spoedeisende hulp hebben een voedselallergie. Er treedt met
name een reactie op bij pinda’s (18%) en cashewnoten (13%). Hierop volgt medicatie of een
insectensteek. Een verlate toediening van adrenaline (80-87%) is een belangrijke risicofactor voor het
optreden van een fatale anafylaxie van de overlijdensgevallen (Oude Elberink, 2012).
1.2 PATIËNT
De patiënt die wordt geïnterviewd is een 42-jarige spoedeisende hulp verpleegkundige. Samenwonend
met zijn partner. Verder is meneer bekend met astmatische bronchitis, vele allergieën en een
aangeboren hartafwijking: cardiomyopathie. Respondent wordt geïnterviewd omdat hij in het verleden
vijf á zes keer een anafylactische shock heeft doorgemaakt, waarbij hij tweemaal een Epipen toedient.
Desondanks het toedienen van de Epipen kwam hij niet uit zijn shock. Hij vertoont symptomen van
benauwdheid, lage saturatie, tachycardie en hypotensie. Door zijn allergieën, met name voor appel en
noten, gebruikt hij dagelijks hoge dosering met antihistaminica en pufjes. Indien er een anafylaxie
optreedt gebruikt hij Travegyl en Prednison.
1.3 ZIEKTEBEELD IN RELATIE TOT VITALE BEDREIGING
Anafylaxie is een ernstige en acute reactie waarbij een bedreigde circulatie of luchtweg kan ontstaan.
Het bloedvat dilateert in de perifere circulatie, waardoor er te weinig volume ontstaat om de druk te
behouden. De patiënt wordt beoordeeld volgens de ABCDE-methode (Het Acute Boekje, 2017).
Bij de airway wordt er gelet op een stridor, hoorbare ademhaling, verstopte neus, heesheid en zwelling
van de uvula, pharynx, lippen en/of tong als gevolg van een anafylactische reactie. Bij de breathing
wordt er gelet op tachypnoe (>22/min), cyanose, intrekkingen en gebruik van hulpademhalingsspieren.
De hals venen kunnen worden aangespannen als gevolg van een bronchospasme. Dit is een reactie van
de luchtwegen. Daarnaast wordt ook de saturatie gemeten. Door een bedreigde luchtweg, door zwelling
van de mond/keelholte kan de saturatie dalen.
Bij de circulatie is het belangrijk dat er wordt gelet op de kleur van de huid, hart- en
ademhalingsfrequentie. De disability is belangrijk voor het bewustzijn. Het is mogelijk dat een persoon
met een ernstige anafylactische shock buitenbewustzijn raakt.
In het environment kijkt men naar de temperatuur en het optreden van de huidverschijnselen. Dit
treedt meestal op bij een wat mildere allergische reactie. Er kunnen vitale bedreigingen ontstaan in de
bovenste luchtwegen, onderste luchtwegen, circulatie en bewustzijn (Het Acute Boekje, 2017).
3
