Week 1 (grondslagen van de VPB)
Profijtbeginsel
Enerzijds kan worden gesteld dat een kapitaalvennootschap profijt heeft van haar zelfstandige karakter. Het is
een eenvoudige manier waarop heel veel kapitaal bijeengebracht kan worden, waarbij de aandeelhouder
tegelijkertijd beperkt aansprakelijk is vanwege de afscheiding van zijn/haar privévermogen.
Anderzijds heeft iedere kapitaalvennootschap profijt van de economische infrastructuur van een bepaald land:
de werkgelegenheid, kenniseconomie en infrastructuur.
Schadebeginsel
De vennootschappen berokkenen schade bij het uitoefenen van hun ondernemingsactiviteiten. Shell
veroorzaakt milieuschade door de booractiviteiten naar olie. Meta veroorzaakt psychische en fysieke
gezondheidsschade met al haar sociale mediaplatformen.
Algemene systematiek van de wet
1. Subject (artikel 1 – 6)
2. Object (artikel 7 – 12)
3. Deelnemingsvrijstelling (artikel 13)
4. Liquidatieverliesregeling (artikel 13d)
5. Fiscale eenheid (artikel 15)
6. Verliesverrekening (artikel 20)
7. Antimisbruikbepaling handel in verliesvennootschappen (artikel 20a)
8. Tarieven VPB (artikel 22)
9. Compartimenteren (artikel 28c)
, Week 2 (belastingsubject: fiscaal zelfstandig)
Stappenplan: restcategorie art. 2 lid 1 sub a Wet VPB 1969 (BNB 1978/13)
Stap 1) Er is sprake van een in aandelen of andere bewijzen van deelgerechtigdheid verdeeld kapitaal.
Stap 2) De entiteit is voldoende vergelijkbaar met een NV, BV of open CV.
(a) Vergelijkbaar met een NV of BV, omdat er sprake is van een beperkte aansprakelijkheid van de
aandeelhouders/participanten (kenmerk 2) en de afscherming van het vennootschapsvermogen
(kenmerk 3).
(b) Vergelijkbaar met een open CV, omdat er wordt voldaan aan de vrije overdraagbaarheid van de
aandelen of andere bewijzen van deelgerechtigdheid (kenmerk 4).
Stappenplan: stichting/vereniging art. 2 lid 1 sub e Wet VPB 1969
Stap 1) Wordt er een onderneming gedreven?
o Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid
o Deelname aan het economische verkeer
o Winstoogmerk (het gaat erom dat het doel van de activiteit is om winst te maken en niet het doel van
de stichting/vereniging) en winstverwachting
LET OP Dit moet per activiteit worden getoetst.
Stap 1A) Als er geen onderneming wordt gedreven, moet er onderzocht worden of er een uiterlijke daarmee
overeenkomende werkzaamheid is waardoor in concurrentie wordt getreden met andere ondernemingen
(artikel 4 onderdeel a).
Er is wel sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid én een deelname aan het economische
verkeer.
Hoge Raad: er kan geen beroep worden gedaan op deze bepaling als de werkzaamheden structureel
verliesgevend zijn.
Stap 2) Welk deel van het vermogen kan worden toegerekend aan de ondernemingsactiviteiten?
Alleen de winst die wordt behaald met de ondernemingsactiviteiten wordt belast. De winst die wordt behaald
met goeddoelactiviteiten niet.
- Als de stichting/vereniging meerdere ondernemingen heeft, worden deze ondernemingen geacht
tezamen één onderneming te vormen (lid 7).
- Een culturele ANBI (artikel 5b lid 4 AWR) wordt op verzoek en onder voorwaarden voor 10 jaren
geacht een onderneming te drijven met zijn gehele vermogen (lid 9).
Stap 3) Is een vrijstelling van toepassing?
o Als de winst niet hoger is dan €15.000 euro per jaar of niet hoger dan €75.000 euro over een periode
van 5 jaren dan geldt dat de winst op nihil wordt gesteld (artikel 6 lid 1).
o Er kan een subjectieve vrijstelling (artikel 5) van toepassing zijn: bepaalde activiteiten zijn vrijgesteld
omdat het dan vaak gaat om lichamen die zodanig weinig winst maken dat het niet effectief is op VPB
te heffen.
o Voorwaarde:
De werkzaamheden van het lichaam moeten voor minstens 90% bestaan uit de
vrijgestelde activiteiten.
Extra voorwaarden zijn gesteld in het Uitvoeringsbesluit VPB.
Stap 4) Als je eenmaal hebt vastgesteld dat een stichting/vereniging belastingsubject is, kunnen zij gebruik
maken van verschillende faciliteiten:
o Vrijwilligersaftrek (artikel 9 lid 1 sub h)
o Aftrek voor kenbaar fondswervende activiteiten (artikel 9a)
Profijtbeginsel
Enerzijds kan worden gesteld dat een kapitaalvennootschap profijt heeft van haar zelfstandige karakter. Het is
een eenvoudige manier waarop heel veel kapitaal bijeengebracht kan worden, waarbij de aandeelhouder
tegelijkertijd beperkt aansprakelijk is vanwege de afscheiding van zijn/haar privévermogen.
Anderzijds heeft iedere kapitaalvennootschap profijt van de economische infrastructuur van een bepaald land:
de werkgelegenheid, kenniseconomie en infrastructuur.
Schadebeginsel
De vennootschappen berokkenen schade bij het uitoefenen van hun ondernemingsactiviteiten. Shell
veroorzaakt milieuschade door de booractiviteiten naar olie. Meta veroorzaakt psychische en fysieke
gezondheidsschade met al haar sociale mediaplatformen.
Algemene systematiek van de wet
1. Subject (artikel 1 – 6)
2. Object (artikel 7 – 12)
3. Deelnemingsvrijstelling (artikel 13)
4. Liquidatieverliesregeling (artikel 13d)
5. Fiscale eenheid (artikel 15)
6. Verliesverrekening (artikel 20)
7. Antimisbruikbepaling handel in verliesvennootschappen (artikel 20a)
8. Tarieven VPB (artikel 22)
9. Compartimenteren (artikel 28c)
, Week 2 (belastingsubject: fiscaal zelfstandig)
Stappenplan: restcategorie art. 2 lid 1 sub a Wet VPB 1969 (BNB 1978/13)
Stap 1) Er is sprake van een in aandelen of andere bewijzen van deelgerechtigdheid verdeeld kapitaal.
Stap 2) De entiteit is voldoende vergelijkbaar met een NV, BV of open CV.
(a) Vergelijkbaar met een NV of BV, omdat er sprake is van een beperkte aansprakelijkheid van de
aandeelhouders/participanten (kenmerk 2) en de afscherming van het vennootschapsvermogen
(kenmerk 3).
(b) Vergelijkbaar met een open CV, omdat er wordt voldaan aan de vrije overdraagbaarheid van de
aandelen of andere bewijzen van deelgerechtigdheid (kenmerk 4).
Stappenplan: stichting/vereniging art. 2 lid 1 sub e Wet VPB 1969
Stap 1) Wordt er een onderneming gedreven?
o Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid
o Deelname aan het economische verkeer
o Winstoogmerk (het gaat erom dat het doel van de activiteit is om winst te maken en niet het doel van
de stichting/vereniging) en winstverwachting
LET OP Dit moet per activiteit worden getoetst.
Stap 1A) Als er geen onderneming wordt gedreven, moet er onderzocht worden of er een uiterlijke daarmee
overeenkomende werkzaamheid is waardoor in concurrentie wordt getreden met andere ondernemingen
(artikel 4 onderdeel a).
Er is wel sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid én een deelname aan het economische
verkeer.
Hoge Raad: er kan geen beroep worden gedaan op deze bepaling als de werkzaamheden structureel
verliesgevend zijn.
Stap 2) Welk deel van het vermogen kan worden toegerekend aan de ondernemingsactiviteiten?
Alleen de winst die wordt behaald met de ondernemingsactiviteiten wordt belast. De winst die wordt behaald
met goeddoelactiviteiten niet.
- Als de stichting/vereniging meerdere ondernemingen heeft, worden deze ondernemingen geacht
tezamen één onderneming te vormen (lid 7).
- Een culturele ANBI (artikel 5b lid 4 AWR) wordt op verzoek en onder voorwaarden voor 10 jaren
geacht een onderneming te drijven met zijn gehele vermogen (lid 9).
Stap 3) Is een vrijstelling van toepassing?
o Als de winst niet hoger is dan €15.000 euro per jaar of niet hoger dan €75.000 euro over een periode
van 5 jaren dan geldt dat de winst op nihil wordt gesteld (artikel 6 lid 1).
o Er kan een subjectieve vrijstelling (artikel 5) van toepassing zijn: bepaalde activiteiten zijn vrijgesteld
omdat het dan vaak gaat om lichamen die zodanig weinig winst maken dat het niet effectief is op VPB
te heffen.
o Voorwaarde:
De werkzaamheden van het lichaam moeten voor minstens 90% bestaan uit de
vrijgestelde activiteiten.
Extra voorwaarden zijn gesteld in het Uitvoeringsbesluit VPB.
Stap 4) Als je eenmaal hebt vastgesteld dat een stichting/vereniging belastingsubject is, kunnen zij gebruik
maken van verschillende faciliteiten:
o Vrijwilligersaftrek (artikel 9 lid 1 sub h)
o Aftrek voor kenbaar fondswervende activiteiten (artikel 9a)
