Revalidatietraining: Inleiding
Centraal thema = adaptaties
Dosering
- Adaptaties
- Specificiteit -> specifieke prikkel die we geven
- Individualiteit -> prikkel aanpassen per individu
- Transfer -> door niet altijd specifiek te trainen is er een transfer naar andere soorten oefeningen
-> vb. squat zorgt ook voor een betere sprongkracht
Progressies en regressies
Geen goed
programma want niet
op 1 taak focussen
Evidence based practice
Kritisch denken -> alles in vraag stellen
1. Afbakenen probleem
2. Identificeer hoofdvragen en informatienoden
3. Verzamel en vat relevante info samen
4. Beoordeel verzamelde info
5. Reflecteer over vorige stappen
6. Komen tot aanbevelingen en beslissingen
Dunning-Kruger effect
1
,Revalidatietraining: Invulling en achtergrond
1. Domein kinesitherapie
2. Visies binnen trainingsleer
- Reductionisme
- Determinisme -> lineaire effecten
- Mens opdelen in subsystemen
- ‘Basis motorische eigenschappen’
- Essentiële bouwstenen
- Vertekend beeld realiteit
Niet realistisch want mens is één in de praktijk
- Complexiteit
- Stochastisch -> niet lineaire effecten
- Holisme
- Interacties tussen systemen
- Totaal functioneren, bewegen, …
- Minder voorspelbaar
Kan in 2 richtingen een invloed zijn -> epigenetica kan beïnvloed worden maar ook beïnvloeden
Opgesplitst om “probleem af te bakenen”
2
,Visie op bewegen
- Gezondheid en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
- Mensen de voldoende bewegen zijn
- Minder vaak ziek
- Minder last van psychische klachten
- Blijven makkelijker op een gezond gewicht
- Minder kans op hart- en vaatziektes, diabetes en verschillende vormen van kanker
Reductionistische benadering -> reductionistisch leren denken en aanbrengen oefentherapie in
relatie tot pathologie
- Verderzetting FTT
- Wetenschappelijke onderbouwing
- Gebruikelijk in praktijk
- Knipoog naar complexiteit
- Later in opleiding verdere verdieping in CBS
3. Herhaling en verderzetting FTT -> kader, inzichten en strategieën
Oefenplan opstellen
1. Definiëren van doelstelling(en)
2. Keuze trainingsinhoud
3. Vastleggen volgorde deelaspecten
4. Keuze gebruikte oefenmethoden
5. Controle/evaluatie van te bereiken doel
Toepassen in praktijk
T
u
s
s
e
n
d
o
e
l
Op niveau van activiteit patiënt
Wat patiënt moet kunnen bereiken
3
, Behandeldoelen
Onderzoek
- Onderzoekshypotheses
- Onderzoeksdoelstellingen
- Onderzoeksmiddelen
- Onderzoeksbevindingen
Preventie
- Injury risk model
- Verkleinen kans recidief/nieuwe blessure
- Intrinsieke of extrinsieke risicofactoren
- Modifiable of non-modifiable risicofactoren (belangrijker dan intrinsieke of extrinsieke)
Behandeldoelstellingen zitten vooral bij modifiable -> kunnen we aanpassen
Analyse
- Analyse van gewenste activiteit/sport
- Inspanningsfysiologie
- Energiesystemen
- Krachtsystemen
- Hormonaal
- Arthron
- Gewrichtsuitslagen
- Bewegingssequentie
- Bewegingsverloop -> niet basisbeweging maar oefeningen zoeken rond
bepaalde beweging
- Spierfunctie
- Energie genereren
- Energie doorgeven
- Energie absorberen
- Skill
- Open skills -> altijd anders zoals rugby
- Gesloten skills -> altijd hetzelfde zoals hardlopen
Reactief trainen of in een bepaalde context trainen
Reactief indien de situatie niet steeds hetzelfde is
- Analyse van patiënt tijdens activiteit/sport
Formuleren
- Lichamelijke/motorische basiseigenschappen
- Bewegingsvaardigheid
4
Centraal thema = adaptaties
Dosering
- Adaptaties
- Specificiteit -> specifieke prikkel die we geven
- Individualiteit -> prikkel aanpassen per individu
- Transfer -> door niet altijd specifiek te trainen is er een transfer naar andere soorten oefeningen
-> vb. squat zorgt ook voor een betere sprongkracht
Progressies en regressies
Geen goed
programma want niet
op 1 taak focussen
Evidence based practice
Kritisch denken -> alles in vraag stellen
1. Afbakenen probleem
2. Identificeer hoofdvragen en informatienoden
3. Verzamel en vat relevante info samen
4. Beoordeel verzamelde info
5. Reflecteer over vorige stappen
6. Komen tot aanbevelingen en beslissingen
Dunning-Kruger effect
1
,Revalidatietraining: Invulling en achtergrond
1. Domein kinesitherapie
2. Visies binnen trainingsleer
- Reductionisme
- Determinisme -> lineaire effecten
- Mens opdelen in subsystemen
- ‘Basis motorische eigenschappen’
- Essentiële bouwstenen
- Vertekend beeld realiteit
Niet realistisch want mens is één in de praktijk
- Complexiteit
- Stochastisch -> niet lineaire effecten
- Holisme
- Interacties tussen systemen
- Totaal functioneren, bewegen, …
- Minder voorspelbaar
Kan in 2 richtingen een invloed zijn -> epigenetica kan beïnvloed worden maar ook beïnvloeden
Opgesplitst om “probleem af te bakenen”
2
,Visie op bewegen
- Gezondheid en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
- Mensen de voldoende bewegen zijn
- Minder vaak ziek
- Minder last van psychische klachten
- Blijven makkelijker op een gezond gewicht
- Minder kans op hart- en vaatziektes, diabetes en verschillende vormen van kanker
Reductionistische benadering -> reductionistisch leren denken en aanbrengen oefentherapie in
relatie tot pathologie
- Verderzetting FTT
- Wetenschappelijke onderbouwing
- Gebruikelijk in praktijk
- Knipoog naar complexiteit
- Later in opleiding verdere verdieping in CBS
3. Herhaling en verderzetting FTT -> kader, inzichten en strategieën
Oefenplan opstellen
1. Definiëren van doelstelling(en)
2. Keuze trainingsinhoud
3. Vastleggen volgorde deelaspecten
4. Keuze gebruikte oefenmethoden
5. Controle/evaluatie van te bereiken doel
Toepassen in praktijk
T
u
s
s
e
n
d
o
e
l
Op niveau van activiteit patiënt
Wat patiënt moet kunnen bereiken
3
, Behandeldoelen
Onderzoek
- Onderzoekshypotheses
- Onderzoeksdoelstellingen
- Onderzoeksmiddelen
- Onderzoeksbevindingen
Preventie
- Injury risk model
- Verkleinen kans recidief/nieuwe blessure
- Intrinsieke of extrinsieke risicofactoren
- Modifiable of non-modifiable risicofactoren (belangrijker dan intrinsieke of extrinsieke)
Behandeldoelstellingen zitten vooral bij modifiable -> kunnen we aanpassen
Analyse
- Analyse van gewenste activiteit/sport
- Inspanningsfysiologie
- Energiesystemen
- Krachtsystemen
- Hormonaal
- Arthron
- Gewrichtsuitslagen
- Bewegingssequentie
- Bewegingsverloop -> niet basisbeweging maar oefeningen zoeken rond
bepaalde beweging
- Spierfunctie
- Energie genereren
- Energie doorgeven
- Energie absorberen
- Skill
- Open skills -> altijd anders zoals rugby
- Gesloten skills -> altijd hetzelfde zoals hardlopen
Reactief trainen of in een bepaalde context trainen
Reactief indien de situatie niet steeds hetzelfde is
- Analyse van patiënt tijdens activiteit/sport
Formuleren
- Lichamelijke/motorische basiseigenschappen
- Bewegingsvaardigheid
4