2.2a Kennisklip 1: Beeldkwaliteit in CT
In de radiologie = De mate van het vermogen van een beeldvormende keten om absorptieverschillen
(HU waarde) in het doorstraalde object in detail zichtbaar te maken d.m.v. contrasten.
Beeldkwaliteit afhankelijk van:
- Perceptie
- Spatiele resolutie
- Contrast resolutie
Perceptie
= alles zoals jij naar het plaatje kijkt
- Dus hoeveel ervaring heb je en hoe is jouw anatomische kennis?
- Letterlijk kijken naar een plaatje, misschien zie jij een plaatje anders dan iemand anders
Beperkende factoren:
- Kwaliteit van je monitor
- In welke omgeving, veel zonlicht of donker bijv.
- Hoe fit ben je? Is je bril wel juist?
- Uit ervaring kun je naar een x aantal bepaalde grijswaardes kijken
Beeldkwaliteit in CT
- Spatiele resolutie = het kleinste object dat kan worden waargenomen
o Uitgedrukt in line-pars/mm (lp/mm)
o Inplane spatiele resolutie (x/y)
▪ Axiale spatiele resolutie
▪ Pixelgrootte
o Not-inplane spatiele resolutie (z)
▪ Longitudinale spatiele resolutie
▪ Voxel diepte
- Contrast resolutie = de mogelijkheid om weefsel met dezelfde dichtheid, geringe
densiteitsverschillen, te onderscheiden
o Signaal- ruisverhouding is belangrijk om het verschil in contrast nog te kunnen zien
Zelfstudie: H4, 8 en 9 van het boek Computertomografie
2.2a Kennisklip 2: Reconstructieparameters en beeldkwaliteit
CT acquisitie -> ruwe data -> gereconstrueerd plaatje
Parameters
- Acquisitie parameters
, o Na de scan niet aan te passen
o Worden gebruikt bij het verzamelen van de ruwe data
- Reconstructie parameters
o Na de scan wel aan te passen
o Worden gebruikt bij het reconstrueren van de afbeeldingen vanuit de ruwe data
- Reconstructieve FOV = het FOV wat je aan kunt passen (breedte van de scanbox)
- Matrix
De matrix bepaald de grote van de pixel (inplane resolutie).
- Hoe groter een pixel is, hoe meer signaal daarin past -> betere SRN en betere contrast
resolutie en hoe minder goed de spatiele resolutie
- Hoe kleiner de pixel, hoe meer lijnenpaar per mm en hoe beter de spatiele resolutie en hoe
minder goed de contrast resolutie
Slicedikte
- Kleine dikte = betere spatiele resolutie want meer lijnenparen per mm, maar slechtere
contrast resolutie
- Grote dikte = betere contrast resolutie want er past meer signaal in, maar slechtere spatiele
resolutie
Afbeelding van de
schedel over de dikte
van een plak.
Partial volume effect = hoe dikker de coupe, hoe meer informatie daarin zit maar daardoor verlies je
de spatiele resolutie.