Samenvatting probleem 5
LD 1: Wat is een visuele- en auditieve beperking, wat is doof blindheid en wanneer spreek
je hiervan?
Visuele beperking
- Volledige blinden
o De gezichtsscherpte op afstand is minder dan 1/10 of het gezichtsveld is
beperkt tot 10 graden of minder
- Slechtzienden
o De gezichtsscherpte op afstand is gelijk of minder dan 3/10
- Gezichtsveld
o Centraal: centrale deel van je netvlies (daarmee zie je scherp)
o Perifeer: de rest van je netvlies (hiermee zie je onscherp,
waarschuwingsfunctie)
Van der Kooijman/Van de Wildtvisueel- sensorische functies
- Kleuronderscheidingsvermogen
- Lichtadaptatievermogen
- Contrastgevoeligheid
- Overige aantasting beeldkwaliteit in enge zin
Indeling visuele handicaps volgens WGO
- Slechtziend: 6/18 – 6/60
- Zeer slechtziend: 6/60 – 3/60
- Maatschappelijk blind: 3/60 – 1/60
- Blind: 1/60 lichtwaarneming
- Totaal blind: geen lichtwaarneming
Omschrijving visuele handicap Van Weelden
- Totale of absoluut blinden: geen lichtgevoeligheid
- Blinden die licht en donker kunnen omschrijven
- Blinden met een kleine gezichtsrest, maar zich overwegend niet visueel oriënteren
Parameters indelen visuele handicap
- Resterend gezichtsvermogen
o Personen met een zeer troebel zicht, maar waarvan het gezichtsveld niet is
aangetast
o Personen met een uitval van het perifere gezichtsveld
o Personen met een uitval van het centrale gezichtsveld
o Personen met nystagmus (krijgen moeilijk een stabiel beeld)
- Lokalisatie van het letsel
o Cerebrale visusstoornis: letsel gelegen voorbij het chiasma opticum
oogzenuwbanen en/of occipitale cortex kunnen aangetast zijn
o Atrofie van de nervus opticus: aandoening in het oog en/of nervus opticus
o Netvliesaandoeningen:
, Amaurosis van Leber: erfelijk bepaalde aandoening met bijna
afwezige functie van staafjes en kegeltjes belangrijke oorzaak
blindheid bij kinderen
Retinitis pigmentosa: erfelijk bepaalde aandoening die zich meestal
pas later uit eerst werken staafjes minder goed, daarna de
kegeltjes
Albinisme: er is een gestoorde pigmentvorming in het oog waardoor
de gele vlek minder ontwikkeld is lichtschuwheid en
slechtziendheid belangrijke kenmerken
Retinoblastoom: tumor van het netvlies die meestal in het eerste
levensjaar wordt opgemerkt tumor kan unilateraal of bilateraal
voorkomen
Cataract: vertroebeling van de ooglens meestal erfelijk bepaald,
ingreep kan verbetering brengen
Glaucoom: te hoge druk in de vooroogkamer erfelijk bepaald
o Ontwikkelingsstoornissen van het oog:
Microftalmie of anoftalmie: te klein of afwezig oog
Coloboom: oogblaasje sluit onvoldoende tijdens ontwikkeling
- Diepere oorzaak
o Erfelijke bepaaldheid
o Ontstaan tijdens of na de zwangerschap
o Soms geen oorzaak
Benaderingen
- Oogheelkundige -optometrische benadering
- Neuropsychologische benadering: visueel perceptuele cognitieve functies
- Ecologische benadering (omgeving: activiteiten en visuele deelvaardigheden)
- Pedagogische benadering (geef ze kijkervaringen en leer ze ordelijk kijken)
Auditieve beperking
Twee types gehoorstoornissen
- Transmissies- of geleidingsstoornis
o Stoornis in de overbrenging van geluid ter hoogte van het middenoor of
uitzonderlijk ter hoogte van de uitwendige gehoorgang
o Disfunctie in traject uitwendige gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
o Wordt veroorzaakt door elke aandoening die normale beweeglijkheid van het
trommelvlies of de gehoorbeentjesketen bemoeilijkt of verhindert
o Geluidstoornis voor alle frequenties wordt verzwakt doorgegeven
o Binnenoor functioneert normaal
- Neurosensoriële of perceptiestoornis
o Stoornis ter hoogte van het binnenoor of de gehoorzenuw, gehoorbanen en
hersenschors
o Lucht- en beengeleiding in dezelfde mate gestoord
o Gereduceerde geluidswaarneming en uitvallen van hoge tonen en klanken
o Stoornis ter hoogte van cochlea cochleair of sensorisch perceptieverlies
o Stoornis tussen gehoorzenuw en hersenschors retro-cochleair of neuraal
perceptieverlies
LD 1: Wat is een visuele- en auditieve beperking, wat is doof blindheid en wanneer spreek
je hiervan?
Visuele beperking
- Volledige blinden
o De gezichtsscherpte op afstand is minder dan 1/10 of het gezichtsveld is
beperkt tot 10 graden of minder
- Slechtzienden
o De gezichtsscherpte op afstand is gelijk of minder dan 3/10
- Gezichtsveld
o Centraal: centrale deel van je netvlies (daarmee zie je scherp)
o Perifeer: de rest van je netvlies (hiermee zie je onscherp,
waarschuwingsfunctie)
Van der Kooijman/Van de Wildtvisueel- sensorische functies
- Kleuronderscheidingsvermogen
- Lichtadaptatievermogen
- Contrastgevoeligheid
- Overige aantasting beeldkwaliteit in enge zin
Indeling visuele handicaps volgens WGO
- Slechtziend: 6/18 – 6/60
- Zeer slechtziend: 6/60 – 3/60
- Maatschappelijk blind: 3/60 – 1/60
- Blind: 1/60 lichtwaarneming
- Totaal blind: geen lichtwaarneming
Omschrijving visuele handicap Van Weelden
- Totale of absoluut blinden: geen lichtgevoeligheid
- Blinden die licht en donker kunnen omschrijven
- Blinden met een kleine gezichtsrest, maar zich overwegend niet visueel oriënteren
Parameters indelen visuele handicap
- Resterend gezichtsvermogen
o Personen met een zeer troebel zicht, maar waarvan het gezichtsveld niet is
aangetast
o Personen met een uitval van het perifere gezichtsveld
o Personen met een uitval van het centrale gezichtsveld
o Personen met nystagmus (krijgen moeilijk een stabiel beeld)
- Lokalisatie van het letsel
o Cerebrale visusstoornis: letsel gelegen voorbij het chiasma opticum
oogzenuwbanen en/of occipitale cortex kunnen aangetast zijn
o Atrofie van de nervus opticus: aandoening in het oog en/of nervus opticus
o Netvliesaandoeningen:
, Amaurosis van Leber: erfelijk bepaalde aandoening met bijna
afwezige functie van staafjes en kegeltjes belangrijke oorzaak
blindheid bij kinderen
Retinitis pigmentosa: erfelijk bepaalde aandoening die zich meestal
pas later uit eerst werken staafjes minder goed, daarna de
kegeltjes
Albinisme: er is een gestoorde pigmentvorming in het oog waardoor
de gele vlek minder ontwikkeld is lichtschuwheid en
slechtziendheid belangrijke kenmerken
Retinoblastoom: tumor van het netvlies die meestal in het eerste
levensjaar wordt opgemerkt tumor kan unilateraal of bilateraal
voorkomen
Cataract: vertroebeling van de ooglens meestal erfelijk bepaald,
ingreep kan verbetering brengen
Glaucoom: te hoge druk in de vooroogkamer erfelijk bepaald
o Ontwikkelingsstoornissen van het oog:
Microftalmie of anoftalmie: te klein of afwezig oog
Coloboom: oogblaasje sluit onvoldoende tijdens ontwikkeling
- Diepere oorzaak
o Erfelijke bepaaldheid
o Ontstaan tijdens of na de zwangerschap
o Soms geen oorzaak
Benaderingen
- Oogheelkundige -optometrische benadering
- Neuropsychologische benadering: visueel perceptuele cognitieve functies
- Ecologische benadering (omgeving: activiteiten en visuele deelvaardigheden)
- Pedagogische benadering (geef ze kijkervaringen en leer ze ordelijk kijken)
Auditieve beperking
Twee types gehoorstoornissen
- Transmissies- of geleidingsstoornis
o Stoornis in de overbrenging van geluid ter hoogte van het middenoor of
uitzonderlijk ter hoogte van de uitwendige gehoorgang
o Disfunctie in traject uitwendige gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
o Wordt veroorzaakt door elke aandoening die normale beweeglijkheid van het
trommelvlies of de gehoorbeentjesketen bemoeilijkt of verhindert
o Geluidstoornis voor alle frequenties wordt verzwakt doorgegeven
o Binnenoor functioneert normaal
- Neurosensoriële of perceptiestoornis
o Stoornis ter hoogte van het binnenoor of de gehoorzenuw, gehoorbanen en
hersenschors
o Lucht- en beengeleiding in dezelfde mate gestoord
o Gereduceerde geluidswaarneming en uitvallen van hoge tonen en klanken
o Stoornis ter hoogte van cochlea cochleair of sensorisch perceptieverlies
o Stoornis tussen gehoorzenuw en hersenschors retro-cochleair of neuraal
perceptieverlies