Periode 1
College 1: trends en ontwikkelingen
Interne omgeving = ook wel de micro-omgeving genoemd.
Bedrijfscultuur = de ‘mindset’ van het bedrijf
Suboptimalisatie = De neiging van conflict tussen bedrijfsfuncties. Wanneer de
verschillende afdelingen zich meer bezighouden met het bereiken van hun eigen
doelstellingen dan met het helpen realiseren van de overkoepelende
ondernemingsdoelstellingen.
Beschikbare middelen die een organisatie heeft om hun doelstellingen te
bereiken: Micro-omgeving
- Financiële middelen = het beschikbare kapitaal of krediet van het bedrijf
om de investeringen te financieren.
- Commerciële middelen = data/software om bepaalde doelgroepen te
bereiken (social media)
- Technische middelen = de technische knowhow en productiemethoden
bepalen welke producten en diensten een bedrijf kan ontwikkelen
- Natuurlijke middelen = de nodige grond- en hulpstoffen van de gewenste
kwaliteit voor een efficiënt productieproces
- Menselijke middelen = ervaren managers en vakbekwaam, gemotiveerd
personeel
SWOT-analyse = het beoordelen van de sterktes en zwaktes van een bedrijf
Externe omgeving = de meso- en macro-omgeving. Vanuit het bedrijf gezien
alles wat niet tot de eigen organisatie hoort.
Omgevingsanalyse = een verkenning van de externe omgeving om de kansen en
bedreigingen voor het bedrijf in kaart te brengen. Dit wordt gedaan d.m.v. de
informatiebehoeften te bepalen.
Digital analytics = bieden inzicht in de markt
Customer insights = door de resultaten van de digital analytics met visie en
creativiteit te combineren wordt er een klantinzicht gecreëerd die leiden tot
concrete acties met als resultaat extra waarde voor de klant en extra waarde
voor de organisatie
TRENDS:
- Bevredigt een behoefte
- Vult een leegte
- Geeft een gevoel van vooruitgang
- Laat sporen na
- Sluipt je leven binnen
- Verspreidt zich van groep tot groep
- Is nooit één product, kleur, persoonsgebonden, verplichtingen
, Macrotrend = 20+ jaar (duurzaamheid)l.;.
Minitrend = 5-20 jaar (elektrische auto’s)
Microtrend = 0-5 jaar (zelfscankassa’s)
macrotrends leiden tot minitrends & microtrends
Trend blijft invloed houden, sluipt binnen
Hype is kort heel bekend, laat niks na (ice-bucket challenge)
Rage is héél populair waardoor er een jacht op iets ontstaat, hierna ontstaat een
tijdelijke schaarste.
REVOLUTIES IN DE HISTORIE VAN DE MARKETINGOMGEVING
Wanneer bepaalde trends elkaar snel opvolgen
1. Industriële revolutie = elektriciteit uitgevonden – olie als brandstof
gebruiken automatisering
2. Modernisatie = eerste computer/internet – nog niet voor iedereen, vooral
voor bedrijven
3. Smart industry = telefoons/iedereen overal internet
3 crisis:
Gezondheidscrisis, Economische crisis, Klimaat crisis
OUDE ECONOMIE VS NIEUWE ECONOMIE
Bedrijven toen en nu
OUDE ECONOMIE NIEUWE ECONOMIE
Hiërarchisch Netwerken
Globalisering (wereldwijd aanpakken) Glocalisering (aanpassingen op lokaal
niveau)
Structuren Mensen
Regisseren (regelen voor de mensen) Faciliteren (mensen zelf laten regelen)
Bezit (tastbaar [dvd]) Gebruik (niet zelf in bezit [netflix])
Waarde ontlenen Waarde creëren
OVERIGE
- Verschillende kantelpunten samen zorgen voor een revolutie
- Een crisis is een kans, dus niet perse slecht. De mensen ‘onderaan’ worden
creatiever en komen op
- We zitten nu in een periode waarin we teruggaan naar vroeger (de
essentie), maar dan op een moderne manier
College 1: trends en ontwikkelingen
Interne omgeving = ook wel de micro-omgeving genoemd.
Bedrijfscultuur = de ‘mindset’ van het bedrijf
Suboptimalisatie = De neiging van conflict tussen bedrijfsfuncties. Wanneer de
verschillende afdelingen zich meer bezighouden met het bereiken van hun eigen
doelstellingen dan met het helpen realiseren van de overkoepelende
ondernemingsdoelstellingen.
Beschikbare middelen die een organisatie heeft om hun doelstellingen te
bereiken: Micro-omgeving
- Financiële middelen = het beschikbare kapitaal of krediet van het bedrijf
om de investeringen te financieren.
- Commerciële middelen = data/software om bepaalde doelgroepen te
bereiken (social media)
- Technische middelen = de technische knowhow en productiemethoden
bepalen welke producten en diensten een bedrijf kan ontwikkelen
- Natuurlijke middelen = de nodige grond- en hulpstoffen van de gewenste
kwaliteit voor een efficiënt productieproces
- Menselijke middelen = ervaren managers en vakbekwaam, gemotiveerd
personeel
SWOT-analyse = het beoordelen van de sterktes en zwaktes van een bedrijf
Externe omgeving = de meso- en macro-omgeving. Vanuit het bedrijf gezien
alles wat niet tot de eigen organisatie hoort.
Omgevingsanalyse = een verkenning van de externe omgeving om de kansen en
bedreigingen voor het bedrijf in kaart te brengen. Dit wordt gedaan d.m.v. de
informatiebehoeften te bepalen.
Digital analytics = bieden inzicht in de markt
Customer insights = door de resultaten van de digital analytics met visie en
creativiteit te combineren wordt er een klantinzicht gecreëerd die leiden tot
concrete acties met als resultaat extra waarde voor de klant en extra waarde
voor de organisatie
TRENDS:
- Bevredigt een behoefte
- Vult een leegte
- Geeft een gevoel van vooruitgang
- Laat sporen na
- Sluipt je leven binnen
- Verspreidt zich van groep tot groep
- Is nooit één product, kleur, persoonsgebonden, verplichtingen
, Macrotrend = 20+ jaar (duurzaamheid)l.;.
Minitrend = 5-20 jaar (elektrische auto’s)
Microtrend = 0-5 jaar (zelfscankassa’s)
macrotrends leiden tot minitrends & microtrends
Trend blijft invloed houden, sluipt binnen
Hype is kort heel bekend, laat niks na (ice-bucket challenge)
Rage is héél populair waardoor er een jacht op iets ontstaat, hierna ontstaat een
tijdelijke schaarste.
REVOLUTIES IN DE HISTORIE VAN DE MARKETINGOMGEVING
Wanneer bepaalde trends elkaar snel opvolgen
1. Industriële revolutie = elektriciteit uitgevonden – olie als brandstof
gebruiken automatisering
2. Modernisatie = eerste computer/internet – nog niet voor iedereen, vooral
voor bedrijven
3. Smart industry = telefoons/iedereen overal internet
3 crisis:
Gezondheidscrisis, Economische crisis, Klimaat crisis
OUDE ECONOMIE VS NIEUWE ECONOMIE
Bedrijven toen en nu
OUDE ECONOMIE NIEUWE ECONOMIE
Hiërarchisch Netwerken
Globalisering (wereldwijd aanpakken) Glocalisering (aanpassingen op lokaal
niveau)
Structuren Mensen
Regisseren (regelen voor de mensen) Faciliteren (mensen zelf laten regelen)
Bezit (tastbaar [dvd]) Gebruik (niet zelf in bezit [netflix])
Waarde ontlenen Waarde creëren
OVERIGE
- Verschillende kantelpunten samen zorgen voor een revolutie
- Een crisis is een kans, dus niet perse slecht. De mensen ‘onderaan’ worden
creatiever en komen op
- We zitten nu in een periode waarin we teruggaan naar vroeger (de
essentie), maar dan op een moderne manier
