100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Verbintenissenrecht (CIVR1VBR)

Rating
-
Sold
-
Pages
21
Uploaded on
01-09-2021
Written in
2021/2022

Samenvatting voor het vak CIVR1VBR, dat gegeven wordt in het C-cluser van de opleiding HBO-Rechten aan de HAN.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
September 1, 2021
Number of pages
21
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

VERBINTENISSENRECHT
Inhoudsopgave
Les 1............................................................................................................. 2
Rechtshandeling............................................................................................................. 2

Overeenkomst................................................................................................................. 4

Les 2............................................................................................................. 5
Nietigheid en vernietigbaarheid......................................................................................6

Wilsgebreken.................................................................................................................. 6

Les 3............................................................................................................. 8
Tekortkoming in de nakoming......................................................................................... 9

Verzuim......................................................................................................................... 10

Les 4........................................................................................................... 11
Opschorting van de nakoming......................................................................................11

Ontbinding.................................................................................................................... 14

Schuldeisersverzuim: 6:58 en 59..................................................................................15

Les 5........................................................................................................... 15
Onrechtmatige daad..................................................................................................... 16

Kwalitatieve Aansprakelijkheid......................................................................................17

Les 6........................................................................................................... 18
Schadevergoeding........................................................................................................ 19

, LES 1

Van oudsher wordt het vermogensrecht verdeeld in:
1. Goederenrecht, dat betrekking heeft op de rechtsverhouding van mens tot goed. Het regelt hoe de
macht over goederen onder de mensen is verdeeld en hoe in die privaatrechtelijke machtsposities
verandering kan worden gebracht. Het goederenrecht bevat grotendeels dwingend recht en is
statisch van aard.
2. Verbintenissenrecht, dat ziet op de rechtsverhouding van mens tot mens. De bepaling van de
verbintenisrechtelijke verhoudingen wordt in veel sterker mate aan partijen en aan de
maatschappelijke ontwikkeling overgelaten: het verbintenissenrecht bevat voornamelijk regelend
(aanvullend) recht, en is dynamisch van aard. Verbintenissenrecht is bij uitzondering dwingend,
als (a) de belangen van een van de partijen in het nauw dreigen te komen of (b) de positie van
derden op het spel staat.



RECHTSHANDELING

Feitelijke handelingen zijn handelingen die wel rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op zijn
gericht. Een rechtshandeling is daarentegen een handeling die gekenmerkt wordt door het ermee
beoogde rechtsgevolg. De rechtshandelingen worden onderscheiden in:
1. Eenzijdige rechtshandelingen, tot stand gebracht door één persoon.
a. Eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling (b.v. het maken van een testament,
aanvaarding of verwerping van een nalatenschap).
b. Eenzijdige rechtshandeling, die weliswaar door één persoon worden tot stand
gebracht, maar die tot een of meer bepaalde andere personen moeten worden gericht
(b.v. opzegging van een huurovereenkomst of ontslag).

2. Meerzijdige rechtshandelingen, tot stand gebracht door twee of meer personen (b.v.
overeenkomsten)

TOTSTANDKOMING
Een rechtshandeling vereist (1) een op rechtsgevolg gerichte wil die (2) zich door een verklaring heeft
geopenbaard: 3:33 BW.

Hoofdregel: de verklaring werkt vanaf het moment waarop zij degene tot wie zij is gericht heeft
bereikt. Een niet tot een bepaald persoon gerichte verklaring werkt reeds vanaf het moment van de
wilsuiting. Een verklaring die degene tot wie zij is gericht niet of niet tijdig bereikt, heeft desondanks
haar werking, indien dit niet tijdig bereiken voor risico van de geadresseerde komt. Dit is het geval als
de belemmering een gevolg is van:

• Een handeling van de geadresseerde zelf
• Een handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is; of
• Andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt.

Gaat het om een aanvaarding, dan wordt de overeenkomst geacht tot stand te zijn gekomen op het
tijdstip waarop zonder storende omstandigheid de verklaring zou zijn ontvangen (6:224 BW).
De bewijslast rust op de afzender, die stelt dat zijn verklaring de ander heeft bereikt of dat zich een
van de uitzonderingsgevallen voordoet (sub b).

Een reeds verzonden verklaring kan door een tweede verklaring worden ingetrokken. De intrekking
slaagt alleen als de tweede verklaring de geadresseerde eerder dan of gelijktijdig met de eerste
verklaring bereikt (art. 3:37 lid 5 BW).

, DISCREPANTIE TUSSEN WIL EN VERKLARING
De verklaring kan door verschillende oorzaken van de wil afwijken. Degene die zich op het bestaan
van een discrepantie beroept zal dit moeten bewijzen. De rechtshandeling komt niet tot stand indien er
sprake is van een discrepantie tussen wil en verklaring, tenzij de totstandkoming door de in 3:35 BW
neergelegde opgewekt vertrouwen wordt gerechtvaardigd.

Bewijs van discrepantie bij geestelijke stoornis: 3:34
Een persoon die tijdelijk of blijvend aan een geestelijke stoornis lijdt, kan in beginsel wel een
verklaring doen. In art. 3:34 lid 1 BW is opgenomen dat in bepaalde gevallen een met een verklaring
overeenstemmende wil van een geestelijk gestoorde kan ontbreken, zodat er geen rechtshandeling tot
stand komt. De wil ontbreekt wanneer de geestelijk stoornis van de handelde persoon belemmert in
een redelijke waardering van zijn eigen belangen. Daarnaast ontbreekt de wil wanneer de
rechtshandeling nadelig is voor de geestelijk gestoorde.

De geestelijk gestoorde moet bewijzen:
1. Het bestaan van een blijvende of tijdelijke stoornis van zijn geestvermogens op het moment
waarop de verklaring werd afgelegd.
2. Verband tussen stoornis en verklaring
a. De stoornis belette een redelijke waardering van de betrokken belangen, of
b. De verklaring werd onder invloed van de stoornis gedaan.
De verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de rechtshandeling
voor de gestoorde nadelig was.

Als stoornis en verband zijn bewezen, wordt de wil geacht te hebben ontbroken. Gevolg: de
rechtshandeling is vernietigbaar (3:34 lid 2 BW). Een eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling is
echter nietig (3:34 lid 2).

Opgewekt vertrouwen
Art. 3:35 BW is van toepassing in alle gevallen, waarin bij een eenzijdige gerichte of een meerzijdige
rechtshandelingen een discrepantie bestaat. Het beschermt de geadresseerde of de wederpartij indien
aan de volgende vereisten is voldaan:

1. Een verklaring of gedraging van A
2. B vatte deze verklaring op als een tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking
3. De opvattingen van B kwam overeen met de zin die hij in de gegeven omstandigheden
redelijkerwijs aan A’s verklaring mocht toekennen.

Iemand die zicht beroep op de wilsvertrouwensleer heeft een onderzoeksplicht. Hij mag er niet zomaar
van uit gaan dat wil en verklaring met elkaar overeenstemmen. Hoe ver de onderzoeksplicht gaat,
hangt af van de omstandigheden van het geval.

De wet maakt in 3:37 lid 4 een uitzondering op de toepasselijkheid van 3:35. Als een verklaring
onjuist is overgebracht door een door de ontvanger aangewezen communicatiemiddel, dan geldt het
ontvangene niet als verklaring van de afzender. De ontvanger kan zich dan niet op de bescherming van
3:35 BW beroepen.

Als aan de eisen van 3:35 BW is voldaan is de rechtshandeling geldig tot stand gekomen.



RECHTSHANDELING ONDER TIJDSBEPALING OF VOORWAARDE
Iedere rechtshandeling kan onder een tijdsbepaling of onder een voorwaarde worden verricht, tenzij uit
de wet of de aard van de rechtshandeling anders voortvloeit (3:38 lid 1).

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Isa07 Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
60
Member since
4 year
Number of followers
48
Documents
17
Last sold
6 months ago

3.8

4 reviews

5
2
4
1
3
0
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions