Vocabulaire du Français
Français Neerlandais
Hf 1
Présentations et usages
Les gestes
On serre la main We schudden elkaar de hand
Présenté Gepresenteerd
fait Gedaan
Sa connaissance Zijn kennis
saluer Petje af
S’embrassent Kussen
Baisers/bises/bisous Kussen/kussen/kussen/kussen
Le vouvoiement et le tutoiement
tutoie
Impoli Onbeleefd
insultant Beledigend
Je t’en prie/ je vous en prie
Je te / vous remercie Bedankt/ bedankt
Je t’/vous en prie Alstublieft.
Il n’y a pas de quoi Geen dank
Excusez-moi Pardon
Je suis désolé(e) Pardon
Je peux téléphoner? Kan ik even bellen?
Asseyez-vous Ga zitten
Après vous Nadat je
Utilisation du verbe < aller>
Comment vas-tu? Hoe gaat het?
Ça va? OK?
Bien,merci Goed dank je
Assez bien Vrij goed
Pas trop mal Niet al te slecht
Ça peut aller Het is prima zo.
Vous allez mieux? Voel je je al beter?
Ça va mieux Het wordt steeds beter.
Tout ira bien Alles komt goed
Ça te va? Vind je dat goed?
Oui, ça me va Ja, dat vind ik prima.
,Demander des nouvelles
Ça ne me vas pas Ik vind het niet leuk.
Comment s’est passé? Hoe ging het?
Ça a été? Hoe ging het?
Tout s’est bien passé Alles ging goed
Ça ne s’est pas trop mal passé Het ging niet zo slecht.
Ça ne s’est pas bien passé Het ging niet goed.
Ça s’est mal passé Het ging niet goed.
Les voeux et les usages
Les fêtes Vakantie
Jour de l’an Nieuwjaarsdag
Joyeux Noël Vrolijk Kerstfeest
Joyeuses fêtes Fijne Feestdagen
Bonnes fêtes de fin d’année Fijn nieuwjaar
Le premier de l’an De eerste van het jaar
La bonne anée Het goede jaar
Je te/vous souhaite une trèes bonne Ik wens u een heel gelukkig nieuw
et heureuse année jaar
Cartes de voeux Wenskaarten
Le réveillon de Noël/ Nouvel an Kerstavond/Oudejaarsavond
On réveillonne We zijn oudejaarsavond
Bonne fête Gefeliciteerd
Bon anniversaire Gefeliciteerd
Joyeux anniversaire Gefeliciteerd
Les événements de la vie
Un deuil Een sterfgeval
Présente ses condeléances Presenteert zijn medeleven
J’ai appris la triste nouvelle Ik hoorde het trieste nieuws.
Absolument désolé(e) pour toi Absoluut sorry voor u
Mon/ma pauvre, je suis de tout coeur Mijn/mijn armen, ik ben van volle
avec toi/vous. harte met jou /jij.
Je pense beaucoup à toi/vous Ik denk veel over jou / u
Un mariage Een bruiloft
Tous mes voeux de bonheur Mijn beste wensen voor geluk
Toutes mes félicitations Gefeliciteerd
La sociabilité
Bonne chance Succes
Réussi(r) slagen
Félicitations Gefeliciteerd
Bravo Goed gedaan
Chapeau Goed gedaan
Bon courage Succes
À tes/vos souhaits Op uw/uw wensen
,Trinquer drankje
À la tienne Op jou
À la vôtre Heeft de jouwe
À ton/votre succes Op uw/uw succes
À ton/ votre nouveau travail Op je/je nieuwe baan
, Hf 2
La famille
Les liens familiaux
Parents Ouders
Père Vader
Mère Moeder
Mariés Getrouwd
Mari Man
Femme Vrouw
Enfants Kinderen
Les fils De zonen
Une fille Een meisje
Les frères De broers
La soeur De zus
Petits-enfants Kleinkinderen
Petites-filles Kleindochters
Les petits-fils De kleinzonen
Grand-parents Grootouders
Grande-mère Oma
Grand-père Opa
La tante De tante
La nièce Het nichtje
Le cousin De neef
La cousine Het nicht
Le beau-frère De schoonbroer
La belle-soeur De schoonzus
Beaux-parents schoonouders
Beau-père Schoonvader
Belle-mère Stiefmoeder
Le gendre De schoonzoon
La belle-fille De schoondochter
La vie de famille
Adopter Adopteren
Fille adoptive Adoptiemeisje
Parents adoptifs Adoptieouders
Fille unique Enig meisje
Passer les fêtes en famille Breng de vakantie door met uw gezin
Frères aînés Oudere broers
Soeurs cadettes Jongere zusters
Famille nombreuse Grote familie
Parents éloignés Verre familie van
Se remarier Hertrouwen
Famille recomposée Opnieuw samengestelde familie
Demi-soeurs Stiefzussen
Demi-frère Stiefbroer
Tu ressembles Je ziet eruit als jij.
Un air de famille Een familielucht
Français Neerlandais
Hf 1
Présentations et usages
Les gestes
On serre la main We schudden elkaar de hand
Présenté Gepresenteerd
fait Gedaan
Sa connaissance Zijn kennis
saluer Petje af
S’embrassent Kussen
Baisers/bises/bisous Kussen/kussen/kussen/kussen
Le vouvoiement et le tutoiement
tutoie
Impoli Onbeleefd
insultant Beledigend
Je t’en prie/ je vous en prie
Je te / vous remercie Bedankt/ bedankt
Je t’/vous en prie Alstublieft.
Il n’y a pas de quoi Geen dank
Excusez-moi Pardon
Je suis désolé(e) Pardon
Je peux téléphoner? Kan ik even bellen?
Asseyez-vous Ga zitten
Après vous Nadat je
Utilisation du verbe < aller>
Comment vas-tu? Hoe gaat het?
Ça va? OK?
Bien,merci Goed dank je
Assez bien Vrij goed
Pas trop mal Niet al te slecht
Ça peut aller Het is prima zo.
Vous allez mieux? Voel je je al beter?
Ça va mieux Het wordt steeds beter.
Tout ira bien Alles komt goed
Ça te va? Vind je dat goed?
Oui, ça me va Ja, dat vind ik prima.
,Demander des nouvelles
Ça ne me vas pas Ik vind het niet leuk.
Comment s’est passé? Hoe ging het?
Ça a été? Hoe ging het?
Tout s’est bien passé Alles ging goed
Ça ne s’est pas trop mal passé Het ging niet zo slecht.
Ça ne s’est pas bien passé Het ging niet goed.
Ça s’est mal passé Het ging niet goed.
Les voeux et les usages
Les fêtes Vakantie
Jour de l’an Nieuwjaarsdag
Joyeux Noël Vrolijk Kerstfeest
Joyeuses fêtes Fijne Feestdagen
Bonnes fêtes de fin d’année Fijn nieuwjaar
Le premier de l’an De eerste van het jaar
La bonne anée Het goede jaar
Je te/vous souhaite une trèes bonne Ik wens u een heel gelukkig nieuw
et heureuse année jaar
Cartes de voeux Wenskaarten
Le réveillon de Noël/ Nouvel an Kerstavond/Oudejaarsavond
On réveillonne We zijn oudejaarsavond
Bonne fête Gefeliciteerd
Bon anniversaire Gefeliciteerd
Joyeux anniversaire Gefeliciteerd
Les événements de la vie
Un deuil Een sterfgeval
Présente ses condeléances Presenteert zijn medeleven
J’ai appris la triste nouvelle Ik hoorde het trieste nieuws.
Absolument désolé(e) pour toi Absoluut sorry voor u
Mon/ma pauvre, je suis de tout coeur Mijn/mijn armen, ik ben van volle
avec toi/vous. harte met jou /jij.
Je pense beaucoup à toi/vous Ik denk veel over jou / u
Un mariage Een bruiloft
Tous mes voeux de bonheur Mijn beste wensen voor geluk
Toutes mes félicitations Gefeliciteerd
La sociabilité
Bonne chance Succes
Réussi(r) slagen
Félicitations Gefeliciteerd
Bravo Goed gedaan
Chapeau Goed gedaan
Bon courage Succes
À tes/vos souhaits Op uw/uw wensen
,Trinquer drankje
À la tienne Op jou
À la vôtre Heeft de jouwe
À ton/votre succes Op uw/uw succes
À ton/ votre nouveau travail Op je/je nieuwe baan
, Hf 2
La famille
Les liens familiaux
Parents Ouders
Père Vader
Mère Moeder
Mariés Getrouwd
Mari Man
Femme Vrouw
Enfants Kinderen
Les fils De zonen
Une fille Een meisje
Les frères De broers
La soeur De zus
Petits-enfants Kleinkinderen
Petites-filles Kleindochters
Les petits-fils De kleinzonen
Grand-parents Grootouders
Grande-mère Oma
Grand-père Opa
La tante De tante
La nièce Het nichtje
Le cousin De neef
La cousine Het nicht
Le beau-frère De schoonbroer
La belle-soeur De schoonzus
Beaux-parents schoonouders
Beau-père Schoonvader
Belle-mère Stiefmoeder
Le gendre De schoonzoon
La belle-fille De schoondochter
La vie de famille
Adopter Adopteren
Fille adoptive Adoptiemeisje
Parents adoptifs Adoptieouders
Fille unique Enig meisje
Passer les fêtes en famille Breng de vakantie door met uw gezin
Frères aînés Oudere broers
Soeurs cadettes Jongere zusters
Famille nombreuse Grote familie
Parents éloignés Verre familie van
Se remarier Hertrouwen
Famille recomposée Opnieuw samengestelde familie
Demi-soeurs Stiefzussen
Demi-frère Stiefbroer
Tu ressembles Je ziet eruit als jij.
Un air de famille Een familielucht
