Het effect van speciaal muziekonderwijs op het executief functioneren bij kinderen
Naam: -
Studentnummer: -
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: -
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
In dit onderzoek bekijken we het effect van speciaal en regulier muziekonderwijs, en het
effect van frequentie op het executief functioneren van de kinderen. De onderzoeksvraag bij
dit onderzoek is als volgt: ‘Is er een verschil in effect tussen regulier en speciaal
muziekonderwijs op het executief functioneren van kinderen en wat is het effect van
frequentie van het aangeboden onderwijs hierin?’ Voor dit onderzoek is er een
onderzoeksgroep van 700 groep 4 leerlingen uit 50 verschillende scholen. Vervolgens is er
een steekproef getrokken, die resulteerde in een groep van 438 respondenten uit 40 klassen.
Het gemiddelde IQ van de klassen is ,0104 met een standaarddeviatie van ,99663. De
klassen zijn onderverdeeld in condities. De condities die ze toegewezen krijgen bestaat uit
frequentie (laag/midden/hoog) en soort onderwijs (SMO/RMO), er is sprake van een 2x3
factorieel design. In dit onderzoek is een voor- en nameting van executief functioneren
gedaan. Dit is gemeten doormiddel van de Design Fluency test, Verbal Fluency test en
woordlijst interferentie test. Het IQ is gemeten doormiddel van de woordenschat subtest en
blokontwerp subtest van Wechsler intelligence scale voor kinderen. Manipulatiecheck is
gedaan doormiddel van een onafhankelijke t-toets en zijn geanalyseerd doormiddel van een
ANCOVA.
Uit het onderzoek blijkt dat speciaal muziekonderwijs effectiever is dan regulier
muziekonderwijs. Bij SMO zien we een positief effect wanneer de frequentie toeneemt, bij
RMO zien we echter een negatief effect wanneer de frequentie toeneemt. Om het executief
functioneren van de leerlingen optimaal te verbeteren moeten scholen dus 2 keer per week
SMO aanbieden.