Examen: open vragen
15/20
Mini-paper
5/20
-> artikel lezen en methodologisch bespreken
LES 1 -BASIS: UITGANGSPUNTEN VAN SOCIAALWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Manieren v kennisvergaring:
- Ervaring
- Kennis
- Kennis vanuit autoriteit (expertise)
- Bijgeloof of bepaalde tradities
- Instinct en buikgevoel -> we kunnen op basis daarvan beslissingen maken maar we
weten waarom
- A priori redenering gebaseerd op logica
Maar:
o Niet altijd even accuraat
-> we herinneren ons niet alles even goed
o Overgeneraliseren
-> we gaan vooroordelen hebben
o Conservatief in onze ideeën
-> we gaan alleen aannemen waarin we geloven
Wetenschappelijk denken
- Bij wetenschappelijk denken: we willen testen of onze ideeën over de werkelijkheid wel
degelijk waar zijn
- Hypotheses = Onderbouwde gok, voorspelling over een fenomeen, gebaseerd op eerdere
observaties
- We willen niet noodzakelijk de waarheid “bewijzen” maar eerder kans dat dit de
waarheid is aantonen
- Herhaling
- Begrijpen van meer complexe fenomenen in de samenleving
- Theorievorming
Structuur
I. Onderzoeksstrategieën
II. Onderzoeksdesigns
, III. Kwantitatief onderzoek
IV. Kwalitatief onderzoek
V. Onderscheid in vraag gesteld
VI. Combinatie kwantitatief - kwalitatief
1. ONDERZOEKSSTRATEGIEËN OF BREDE ORIËNTATIE VAN ONDERZOEK
welk perspectief we nemen zorgt ervoor hoe we het onderzoek uitvoeren
Verschillende strategieën
,THEORIE
1. Deductieve theorie
- Hypothese afleiden uit theorie en dan empirisch testen
-> in de hypothesen staan concepten die worden geoperationaliseerd
(vertaald) naar onderzoekbare eenheden
-> hypothesen kunnen gevormd worden maar ook niet
altijd expliciet getest (soms ook onderweg aangepast) -> tendens en niet altijd strikte
indeling
- Meestal kwantitatief
- Onderzoeksproces is niet altijd zo lineair als voorgesteld
- Proces:
, 2. Inductieve theorie
- Wanneer we weinig weten over een bepaald onderwerp en dus
gaan we data verzamelen en in die data algemene patronen uit de
observatie afleiden -> op basis daarvan een theorie ontwikkelen
-> geen hypothese testen
- Vaak bij kwalitatief onderzoek
- Theorie is resultaat van onderzoek
- Algemene patronen uit observaties afleiden
- Ook deductieve fase: op basis van theorie verdere data zoeken
- Iteratief proces: op en neer tussen theorie en data
- cf. grounded theory, maar niet altijd echte theorie ontwikkelen
- Vaak niet meer dan empirische veralgemeningen
! Eerder tendensen dan rotsvast onderscheid. Cirkelvormig verband
Filosofische uitgangspunten
Hoe kijk je naar
- Realiteit? – Ontologie
-> Wat is de fundamentele aard van de werkelijkheid?
-> Hoe zit de (sociale) werkelijkheid in elkaar?
-> Wat zijn de eigenschappen van ‘het zijn’?
- Kennis? – Epistemologie
-> Hoe kunnen we de wereld om ons heen kennen?
-> Wat kunnen wij weten?
-> Wat is de oorsprong, aard en reikwijdte van onze kennis?
-> Hoe komen wij tot aanvaardbare kennis?