Reinaert de Vos
Reinaert de Vos
LITERATUUR NEDERLANDS
, Personages:
Willem: De ministreel die het verhaal geschreven heeft en het verhaal
voordraagt in het verhaal. Het is dus in weze een verhaal in een verhaal.
Reinaert -> Vos: De vos die de hoofdpersoon speelt in het verhaal van Willem.
Hij haalt continu streken uit en houdt iedereen voor de gek.
Hermeline: De vrouw van Reinaert.
Koning Nobel -> Leeuw: De leeuw die de koning is en moet beslissen over het
lot van Reinaert. Aan het eind van het verhaal wordt hij beetgenomen door
Reinaert, omdat Reinaert zegt dat hij een schat heeft en de koning gaat
erachter aan. In werkelijkheid heeft Reinaert geen schat, maar zei hij dat om
weg te komen.
Gentel: De vrouw van koning Nobel, zij zorgt ervoor dat ze Reinaert
uiteindelijk weer vertrouwen en achter z’n schat aangaan.
Isengrijn -> Wolf: die een belangrijke positie heeft in het koninkrijk. Zijn
vrouw wordt door Reinaert verkracht en Isengrijn dient daarvoor een
aanklacht in bij de koning.
Tibeert -> Kat: die Reinaert moet dagvaarden en die daarom door Reinaert
wordt beetgenomen via een val.
Pancer -> Bever: die zag dat Cuwaert bijna werd onthoofd door Reinaert en
hierover een klacht indiende.
Grimbeert -> Das: die tot de clan van Reinaert behoort en het voor hem
opneemt. Hij is de laatste die Reinaert dagvaardt en dan gaat Reinaert wel
mee. Reinaert is zijn oom.
Cantecleer -> Haan: die door Reinaert werd beetgenomen, want Reinaert zei
dat hij een kluizenaar was geworden. De kinderen van Cantecleer konden
volgens Reinaert dus gewoon buiten lopen, maar Reinaert had gelogen en beet
de kop van de kip Coppe eraf.
Bruun-> Beer: die Reinaert moet dagvaarden, maar Reinaert neemt hem beet
door hem honing te laten eten uit een boom van Lamfroit. De beer wordt
daarvoor mishandelt door een menigte woedende mensen.
De pastoor, Martinet (zoon), Julocke (pastoorsvrouw): Zijn de pastoorsfamilie.
Tibeert loopt in hun val en ze slaan hem met stokken. Tibeert castreert de
pastoor, waardoor Julocke in de stress schiet.
Cuwaert-> Haas: hij gaat het eerste stuk van de reis van Reinaert mee en wordt
vervolgens door Reinaert opgegeten.
Belijn -> Ram: gaat ook met Reinaert mee en wordt beetgenomen door
Reinaert. Reinaert stuurt hem namelijk naar de koning met een zogenaamde
brief in een pelgrimstas, maar het blijkt het hoofd van Cuwaert te zijn.
Firapeel, het luipaard. Hij stelt voor Bruun en Typeert weer in ere te
herstellen. Ook stelt hij voor Belijn vogelvrij te verklaren
Vertelvorm:
Er is sprake van een auctoriale verteller want de verteller (Willem) is
alwetend, maar hij speelt zelf niet mee
Motieven:
De personen die keer op keer door misbruik van hun zwakke punten beet
worden genomen door Reinaert.
De koning die zich laat overtuigen door z’n vrouw.
Reinaert die steeds weer met smoesjes weet te ontsnappen.
Reinaert die ervoor zorgt dat steeds anderen de schuld krijgen voor de
dingen die hij heeft gedaan.
Reinaert de Vos
LITERATUUR NEDERLANDS
, Personages:
Willem: De ministreel die het verhaal geschreven heeft en het verhaal
voordraagt in het verhaal. Het is dus in weze een verhaal in een verhaal.
Reinaert -> Vos: De vos die de hoofdpersoon speelt in het verhaal van Willem.
Hij haalt continu streken uit en houdt iedereen voor de gek.
Hermeline: De vrouw van Reinaert.
Koning Nobel -> Leeuw: De leeuw die de koning is en moet beslissen over het
lot van Reinaert. Aan het eind van het verhaal wordt hij beetgenomen door
Reinaert, omdat Reinaert zegt dat hij een schat heeft en de koning gaat
erachter aan. In werkelijkheid heeft Reinaert geen schat, maar zei hij dat om
weg te komen.
Gentel: De vrouw van koning Nobel, zij zorgt ervoor dat ze Reinaert
uiteindelijk weer vertrouwen en achter z’n schat aangaan.
Isengrijn -> Wolf: die een belangrijke positie heeft in het koninkrijk. Zijn
vrouw wordt door Reinaert verkracht en Isengrijn dient daarvoor een
aanklacht in bij de koning.
Tibeert -> Kat: die Reinaert moet dagvaarden en die daarom door Reinaert
wordt beetgenomen via een val.
Pancer -> Bever: die zag dat Cuwaert bijna werd onthoofd door Reinaert en
hierover een klacht indiende.
Grimbeert -> Das: die tot de clan van Reinaert behoort en het voor hem
opneemt. Hij is de laatste die Reinaert dagvaardt en dan gaat Reinaert wel
mee. Reinaert is zijn oom.
Cantecleer -> Haan: die door Reinaert werd beetgenomen, want Reinaert zei
dat hij een kluizenaar was geworden. De kinderen van Cantecleer konden
volgens Reinaert dus gewoon buiten lopen, maar Reinaert had gelogen en beet
de kop van de kip Coppe eraf.
Bruun-> Beer: die Reinaert moet dagvaarden, maar Reinaert neemt hem beet
door hem honing te laten eten uit een boom van Lamfroit. De beer wordt
daarvoor mishandelt door een menigte woedende mensen.
De pastoor, Martinet (zoon), Julocke (pastoorsvrouw): Zijn de pastoorsfamilie.
Tibeert loopt in hun val en ze slaan hem met stokken. Tibeert castreert de
pastoor, waardoor Julocke in de stress schiet.
Cuwaert-> Haas: hij gaat het eerste stuk van de reis van Reinaert mee en wordt
vervolgens door Reinaert opgegeten.
Belijn -> Ram: gaat ook met Reinaert mee en wordt beetgenomen door
Reinaert. Reinaert stuurt hem namelijk naar de koning met een zogenaamde
brief in een pelgrimstas, maar het blijkt het hoofd van Cuwaert te zijn.
Firapeel, het luipaard. Hij stelt voor Bruun en Typeert weer in ere te
herstellen. Ook stelt hij voor Belijn vogelvrij te verklaren
Vertelvorm:
Er is sprake van een auctoriale verteller want de verteller (Willem) is
alwetend, maar hij speelt zelf niet mee
Motieven:
De personen die keer op keer door misbruik van hun zwakke punten beet
worden genomen door Reinaert.
De koning die zich laat overtuigen door z’n vrouw.
Reinaert die steeds weer met smoesjes weet te ontsnappen.
Reinaert die ervoor zorgt dat steeds anderen de schuld krijgen voor de
dingen die hij heeft gedaan.