100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Doelgroepen 2 Deel 1

Rating
-
Sold
-
Pages
22
Uploaded on
15-03-2021
Written in
2019/2020

Dit is het eerste deel van Doelgroepen 2 dat in periode 3 wordt gegeven.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 15, 2021
Number of pages
22
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Doelgroepen 2 2019-2020


Doelgroepen 2: DEEL 1 (periode 3)

1 Personen met een visuele beperking
1.1 Terminologie
= Personen die blind zijn of personen met een visuele
beperking  Persoon centraal en beperking is 1 van de vele
onderdelen van iemands identiteit = meervoudige identiteit

Meervoudige identiteit + gegeven dat beperking verwijst
naar iets dat ontbreekt = kruispuntdenken

Intersectionaliteit (ook wel kruispuntdenken) is in de
sociologie en binnen bepaalde politieke discussies de notie
dat individuen in een samenleving discriminatie en
onderdrukking ondervinden op grond van een veelvoud van
factoren.
Visuele beperking is extra beperkend indien je ook op
andere assen onderaan de samenleving zit.

Het gaat hierbij om een zeer verscheiden populatie waarbij
het belangrijk is naar ieder afzonderlijk individu (micro) en
het systeem (macro) te kijken waarin deze zich bevindt.

 Een goede visuele waarneming berust op veel
uiteenlopende visuele functies zoals kleurenzicht,
contrastgevoeligheid, licht-donker adaptatie, dieptezicht, oogbeweging, gezichtsscherpte en
gezichtsveld  Bij oftamologische indeling vooral gezichtsscherpte en gezichtsveld;
etiologische indeling vooral lokalisatie en aard van de visuele aandoeningen. 
oftamologische en etiologische gaan uit van een stoornis, en functionele indeling van
beperkingen en bijhorende mogelijkheden

1.1.1 Oftalmologische indeling
Oftamologische, oogheelkundige of kortweg medische definiëring en indeling is gebaseerd op het
vaststellen of meten van het visuele waarnemingsvermogen
 Meten van visuele waarneming, voornamelijk a.d.h.v:
- Gezichtsscherpte
- Gezichtsveld
 Comorbiditeit: meestal in combinatie
 Of andere visuele functies: kleurenblindheid, contrastgevoeligheid, nachtblindheid,
verminder dieptezicht, oogbewegingsstoornissen, kokerzicht, vlekken.
1.1.1.1 Gezichtsscherpte of visus
Of visus  de maat voor de kleinste details die iemand kan onderscheiden of de maat om 2
dicht bij elkaar gelegen punten op een bepaalde afstand nog gescheiden waar te nemen.
Men bepaalt de gezichtsscherpte door de grootte
Ogen samen en afzonderlijk  ene oog kan scherper zijn dan de andere
Het kan zijn dat jij iets scherp ziet en dat een andere dit pas om 1m afstand ziet.




1

,Doelgroepen 2 2019-2020


Gezichtsscherpte veraf = letterproef E figuren of onderbroken
cirkels  stand aangeven met hand. Vb. grootte voor 60m, 36 m,
24m, 12m, 9m, 6m indien de mens de letter met waarde 6 op 6 m
herkend= visus van 6/6 of 1  indien waarde 36 op 6m= 6/36
Gezichtsscherpte of visus uitgedrukt in breuk:
De afstand waarop iemand een voorwerp scherp kan zien: (gedeeld door)
De afstand waarop iemand met een normaal gezichtsvermogen dit
voorwerp kan zien.
Gezichtsscherpte dichtbij  leeskaarten met letters en cijfers die
men op 30 cm voor de ogen= minder betrouwbaar
Men gebruikt vooral de resultaten voor veraf te zien om de visus formeel
uit te drukken.

Voor visus van jongen kinderen (rond 12 maanden) of kinderen met meervoudige beperkingen 
geautomatiseerd auto en photorefractor meter = geeft benaderde waarde van de ernst van de
problemen. (Nu ook soms met smartphone) PAS vanaf 3-4 j met kaart met symbolen

In België persoon blind als de gezichtsscherpte van het beste oog, met correctie door bril of lenzen
hoger is dan 1/20, maar lager of gelijk aan 3/10.
Persoon dat meer dan 3/ 10 ziet maar minder dan het ‘gewone gezichtsvermogen , met correctie
door bril en lenzen, is matig tot licht slechtziend  persoon die dus kan zien met bril of lenzen is niet
slechtziend!!!
Lijn tss blind en slechtziend niet altijd duidelijk  kokerveld en blinde vlekken kunnen niet via
gezichtsscherpte vastgesteld worden dus ook gezichtsveld bekijken!!

1.1.1.2 Gezichtsveld
Gebied dat je kan zien als je hoofd en ogen stil houdt; Gezichtsvelden van beide ogen overlappen
elkaar voor een deel
wordt gemeten door een perimeter= koepel met centraal een
spiegeltje waarop de persoon zijn blik moet fixeren  Persoon
geeft aan wnr hij een lichtje waarneemt (Pas vanaf 6j met enige
betrouwbaarheid uit te voeren, op jonge leeftijd inschatting
maken door aantrekkelijk voorwerp in gezichtsveld te houden)

We zien enkel scherp in het centrale gezichtsveld, dit gebeurt
met de gele vlek (centraal deel van ons netvlies)  door kegeltjes
Met de rest van ons netvlies zien we onscherp, dit is ons perifere
gezichtsveld (waarschuwingsapparaat en is noodzakelijk voor
oriëntering) vb. Retinitis pigmentosa of pigmentdegeneratie 
kokerzicht




Normaal: horiz. 160° en verticaal 130
Blind: 10° of minder

2

, Doelgroepen 2 2019-2020


Zwaar slechtziend: gezichtsveld tussen 10° en 20°
Matig tot licht slechtziend: Minder dan het optimale maar meer dan 20°
Blind (Algemeen in België):
- Uiteenlopende definities
- Beste oog met correc. Door bril
- Gezichtsscherpte van 0 of Minder dan 1/20 voor het beste oog
- Kleiner dan of gelijk aan 10 graden (gezichtsveld)




SLECHTZIEND

1.1.2 Indeling volgens lokalisatie van het letsel
 Indeling naar de plaats waar de visuele stoornis voorkomt (plaats waar het voorkomt kan
versch. gevolgen hebben)
 Optische systeem bestaat uit beide ogen, de gezichtsbanen en het optisch centrum in de
hersenen  wordt onderscheid gemaakt tss stoornissen aan de ogen of oculaire stoornissen
(OVS) en deze aan de gezichtsbanen of het optisch centrum in de hersenen (CVS)

 Oculaire visuele stoornissen
- Ogen
- Oogspieren
Voorbeelden: Maculadegeneratie
– Ablatio retina
– Retinitis pigmentosa
– Cataract
– Nystagmus
– Glaucoom
 Cerebrale visuele stoornissen (CVS) of cerebrale visuele inperking (CVI)  vaker bij personen
met meervoudige beperkingen
o Gezichtszenuwbanen
o Optisch centrum hersenen
Door deze aandoening wordt informatie in hersenen niet op de juiste manier verwerkt
 Filmpje: Waar heeft Peter nood aan? Geen tekst op een plaatje, niet praten tijdens het kijken
(wil concentreren op het plaatje) Francien komt hier aan tegemoet door niet te praten….

Vaker kan hij zich beter concentreren vroeg op de dag dan vb tegen de namiddag.  hersenen al
wat meer oververmoeid.

Zeer divers in uitingsvormen, afhankelijk van
- Richten blik
- Aandachtspanne
- Door het kijken dat afhankelijk is van de Houding
- Al dan niet vertrouwd met Omgeving

Verschillend profiel bij
o Aangeboren CVS: diffuus en sterk evoluerend
o Niet Aangeboren CVS: afgelijnde functie-uitval



3
$4.78
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
alyshaverschueren
4.0
(1)

Document also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
alyshaverschueren Karel de Grote-Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
4 year
Number of followers
3
Documents
0
Last sold
4 year ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions