Hoorcollege 1:
H1 en H2 Inleiding in de pedagogiek
Volgens Langeveld moet de pedagogiek haar oorsprong vinden in de praktijk van de
opvoeding en het niet een uitvloeisel van wijsbegeerte of theologie mag worden. De
pedagogiek als wetenschap kan zich alleen ontwikkelen als er sprake is van een ordening
van kennis, die een samenhangend, gesloten raamwerk vormt dat zo volledig mogelijk
ingevuld is.
Giesecke
Giesecke stelt dat de pedagogiek nooit een onomstreden invulling zal kennen, omdat we te
maken hebben met een praktijkwetenschap en daarmee immanent normatieve wetenschap
in een samenleving waarvan waardenpluralisme een centraal kenmerk is.
Er bestaan meerdere, soms confronterende, morele waarden die in complexe
situaties moeten worden afgewogen. Er is geen eenvoudige formule om te bepalen
welke waarde altijd voorkeur verdient.
3 vragen over de praktijkwetenschap
Er is weinig overeenstemming in de pedagogiek, misschien alleen over het feit dat het altijd
een punt van discussie zal blijven over:
- Hoe kan opvoeding het best vormgegeven worden?
- Hoe kan zij het best bestudeerd worden in de wetenschap?
- Welke rol vervult zij in de opvoedingspraktijk?
Stromingen binnen de pedagogiek
De pedagogiek bestaat uit meerdere, op zichzelf naast elkaar bestaande metatheoretische
stromingen:
1. Geesteswetenschappelijke Pedagogiek (dienstbaarheid)
- Nadruk op belevingswereld van het kind in opvoedingsrelatie (Langv en Kohns)
- Problemen begrijpen en op die manier dienstbaar zijn voor de praktijk
2. Empirisch-analytische Pedagogiek (Waarheid)
- Streeft naar objectiviteit, naar waarheid, met is weten
- Oorzaak-gevolg relaties in kaart brengen
3. Kritisch-emancipatorische Pedagoiek (Rechtvaardigheid)
- Eigen keuzes maken, gelijke kansen
- In welke mate moet pedagogiek bijdragen tot het veranderen van de samenleving
- Vb: in welke mate draagt onderwijs bij tot gelijke kansen?
, Pedagogiek als een rizoom
De manier waarop de opvoeding begrepen dan wel bestudeerd wordt, verandert continu. Er
wordt gebruik gemaakt van een metafoor: de Rizoom. De pedagogiek kent geen centrale
boomstructuur met vertakkingen, maar is decentraal en groeit in de breedte.
veelvormigheid, meervoudigheid, diversiteit
(1905-1989)
Het eigen vormingprincipe van het kind “Het kind begrijpen, zoals het is.”
- Het kind is afhankelijk van volwassenen
- Het kind wil zelfstandig zijn
Doel van pedagogiek volgens Langeveld:
- Zelfverantwoordelijke zelfbepaling mondigheid
Het vermogen om gebruik te maken van je verstand zonder leiding van anderen
Moderne pedagogiek
Opvoeding en vorming en het eigen individuele leerproces worden van belang voor het
bereiken van een niet vooraf gedetermineerde, maar individuele maatschappelijke
bestemming.
- Het principe van het kunnen leren niet deterministisch/nature
- Het kind is een vrij en handelend subject niet volledig bepaald, nurture
Kinderen worden uitgedaagd tot zelf, zelfstandig, denken en doen. Zij worden als
subject aangesproken op hun mogelijkheid tot zelfstandig handelen.
Paradox: opvoedeling uitnodigen tot wat hij/zij nog niet kan en aanspreken als iemand die
hij/zij nog niet is. Hiermee wordt zelfverantwoordelijke zelfbepaling gestimuleerd
Contrafactische anticipatie: vooruitlopen op wat nog niet feitelijk het geval is
Door het kind aan te spreken op wat het nog niet is, het te benaderen als zelf
handelend en zelf denkend subject, roepen we die activiteit en zelfstandigheid op.
Nature-nurture debat
We moeten kinderen niet benaderen als onbeschreven blad, noch vanuit een vooropgezet
idee over hun aanleg. De nature-nurture kwestie is geen pedagogische kwestie.
Determinisme leidt tot passiviteit en fatalisme, terwijl de pedagogiek praktijkbetrokken is.