Neuropsychologie
Hoorcollege 1: onderzoeksmethoden
Waarom willen we weten hoe het brein werkt?
Medisch; om mensen te helpen
Psychologisch; om gedrag van mensen te begrijpen
Onderzoeksmethoden
MRI DTI fMRI EEG
Structuur Structuur functie functie
Een grote Ook in MRI- Meet Meet
magneet zorgt scanner. Meet de hersenactivatie hersenactivatie
ervoor dat de richting van de tijdens taak. Adhv tijdens taak. Door
waterstofatomen waterstofatomen de BOLD de elektrische
in een hogere response. Dus de signalen te meten
energietoetstand hoeveelheid adhv elektroden
komen en als ze zuurstofarm (64)
weer terugvallen, bloed.
meet de scanner Want activatie ->
de opgenomen zuurstofgebruik -
energie >
zuurstofarmbloed
-> hoger score
fMRI
Statisch beeld, 3d Golven (nooit stil)
Hoge resolutie Lage resolutie
Grijze & Witte stof Witte stof:
connecties
Hoge spatiële Hoge spatiële Slechtere spatiële
resolutie resolutie resolutie
Slechtere Goede temporele
temporele resolutie
resolutie
Duur Relatief goedkoop
Manipulaties: veranderingen in gedrag
Schade: hersenschade -> functieverlies
TMS: magneetje verstoort functie van een gebied
DBS: elektroden geïmplanteerd om een gebied te stimuleren (Parkinson/OCD)
Drug: aanpassing van neurotransmitters -> werking van brein -> gedrag
,Hoorcollege 2: Anatomie
Evolutie
Ons brein is belangrijk omdat het de basis van al ons gedrag. Om dit gedrag te
produceren moet er informatie ontvangen worden vanuit de omgeving d.m.v
zintuigen. De zintuigen sturen deze informatie naar het brein en het brein
integreert deze informatie. Hierbij komen er ook verwachtingen, die je brein
maakt. Vroeger zag het brein (van levende organismen) er heel anders uit. Het
brein (ook het gedrag) is steeds complexer geworden -> geëvolueerd.
De verhouding brein gewicht – totaal gewicht zegt in vergelijking bij verschillende
diersoorten iets over de complexiteit van het gedrag en het brein.
De kleine hersenen zijn voor specifieke bewegingen (olifant groot). De grote
hersenen zijn voor de complexere functies als plannen etc. (mensen groot).
Anatomie
Centraal zenuwstelsel: hersenen
Oriëntatie
Als we kijken naar de hersenen
Anterieur – Posterieur
Dorsaal – Ventraal
Verschilt vanuit brein of vanuit ruggenmerg
Brein, plaatje ->
Rug: Dorsaal = rug Ventraal = buik
Posterieur = richting voeten Anterieur = richting
hoofd
Coronale sectie = frontaal zicht vanaf de ogen
Dorsal view = horizontale snede je kijkt vanaf de
bovenkant
Sagitale sectie = van voor naar achter, door je
hoofd heen
Mediaal – Lateraal
Mediaal = binnenin je brein
Lateraal = verder naar de zijkant
Neuronen (college 3)
,Neuron heeft een cellichaam met celkern (grijze stof).
De takjes eraan heten dendrieten, deze pikken signalen op die vanuit anderen
neuronen komen en sturen deze door naar het cellichaam.
De ‘staart’ heet axon en deze zorgen ervoor dat neuronen met elkaar kunnen
communiceren (witte stof). Deze verbinden met de dendrieten van het volgende
neuron.
Myeline (cellen van Schwann) en de knoop van Ranvier zorgen voor snellere
overdracht van het signaal over het axon. Dan gaat het signaal springen,
waardoor het sneller gaat.
Opbouw hersenen
Cerebrale cortex (grote hersenen): complex gedrag als
beslissingen, geheugen, verwerken sensorische info
Cerebellum (kleine hersenen): coördinatie motorische en
cognitieve processen
Hersenstam: onbewust gedrag, basisfuncties als
temperatuur, ademhaling, hartslag etc..
Voorbrein kan opgebouwd zijn op 2 manieren: neocortex en allocortex
Neocortex: bovenste laag, 6 lagen, veel vouwen (Gyrus, Sulkus)
Allocortex: middenin brein, 3-4 lagen cellen, limbisch systeem
2 Hemisferen (hersenhelften) worden gekoppeld door Corpus Callosum (bundel
zenuwen)
Kwabben
Frontaal kwab: controle & planning, executieve functies,
beslissingen, spraak, initiatief voor spierbewegingen
Pariëtaal kwab: integreren sensorische prikkels: tast & positie
lichaam (iets oppakken), aandacht
Temporaal kwab: integreren sensorische prikkels: gehoor,
taal en smaak, muzikaliteit, gezichtsherkenning, geheugen
, Occipitaal kwab: visuele informatie
Limbisch systeem
reguleert emoties, geheugen en motivatie
Amygdala: emotionele associaties: verband tussen prikkel & emotie, belangrijke
rol angst
Hippocampus: episodisch geheugen (Alzheimer -> aangetast)
Cingulate Cortex: rol in emotieverwerking, leren & geheugen,
linkt gevolgen gedrag aan motivatie.
Basale Ganglia
Controleert en coördineert vrijwillige beweging
Caudate nucleus: doorgeven info ruimtelijke positie lichaam,
houding, beloningsgebied
Putamen: regulatie (on) vrijwillige bewegingen, betrokken bij
bijv Parkinson
Globus pallidus: regulatie bewegingen
Thalamus & Hypothalamus
Sensorische info, intern milieu, hormonen
Thalamus : Alle sensorische info gaat via thalamus
(behalve reuk)
Hypothalamus: Reguleert intern milieu; honger,
slaap, temperatuur, seksueel & agressief gedrag,
emotioneel gedrag, hormoonfunctie- door connectie
hypofyse
Hypofyse: geeft hormonen af aan bloed, onder
invloed van hypothalamus
Tectum & Tegmentum
Het middenbrein
Tectum: verwerkt sensorische info (zicht & gehoor), oriënteren beweging (hoofd
richting geluidsbron)
Tegmentum: oogbewegingen, beweging ledematen, reflexen
Pons & Medulla
Vitale lichaamsfunctie
Pons: brug tussen cerebellum en de rest van brein
Medulla: ademhaling & hartslag
Cerebellum
Meer neuronen dan in de rest van het brein
Coördineert vloeiende bewegingen & cognitieve functies
Relatief groot cerebelllum: zorgen voor fijne, gecoördineerde bewegingen zoals
vliegen/landen, beter plannen & executieve functies (taal, gebruik gereedschap)
Relatief klein: langzaam bewegend dier (luiaard)
Hoorcollege 1: onderzoeksmethoden
Waarom willen we weten hoe het brein werkt?
Medisch; om mensen te helpen
Psychologisch; om gedrag van mensen te begrijpen
Onderzoeksmethoden
MRI DTI fMRI EEG
Structuur Structuur functie functie
Een grote Ook in MRI- Meet Meet
magneet zorgt scanner. Meet de hersenactivatie hersenactivatie
ervoor dat de richting van de tijdens taak. Adhv tijdens taak. Door
waterstofatomen waterstofatomen de BOLD de elektrische
in een hogere response. Dus de signalen te meten
energietoetstand hoeveelheid adhv elektroden
komen en als ze zuurstofarm (64)
weer terugvallen, bloed.
meet de scanner Want activatie ->
de opgenomen zuurstofgebruik -
energie >
zuurstofarmbloed
-> hoger score
fMRI
Statisch beeld, 3d Golven (nooit stil)
Hoge resolutie Lage resolutie
Grijze & Witte stof Witte stof:
connecties
Hoge spatiële Hoge spatiële Slechtere spatiële
resolutie resolutie resolutie
Slechtere Goede temporele
temporele resolutie
resolutie
Duur Relatief goedkoop
Manipulaties: veranderingen in gedrag
Schade: hersenschade -> functieverlies
TMS: magneetje verstoort functie van een gebied
DBS: elektroden geïmplanteerd om een gebied te stimuleren (Parkinson/OCD)
Drug: aanpassing van neurotransmitters -> werking van brein -> gedrag
,Hoorcollege 2: Anatomie
Evolutie
Ons brein is belangrijk omdat het de basis van al ons gedrag. Om dit gedrag te
produceren moet er informatie ontvangen worden vanuit de omgeving d.m.v
zintuigen. De zintuigen sturen deze informatie naar het brein en het brein
integreert deze informatie. Hierbij komen er ook verwachtingen, die je brein
maakt. Vroeger zag het brein (van levende organismen) er heel anders uit. Het
brein (ook het gedrag) is steeds complexer geworden -> geëvolueerd.
De verhouding brein gewicht – totaal gewicht zegt in vergelijking bij verschillende
diersoorten iets over de complexiteit van het gedrag en het brein.
De kleine hersenen zijn voor specifieke bewegingen (olifant groot). De grote
hersenen zijn voor de complexere functies als plannen etc. (mensen groot).
Anatomie
Centraal zenuwstelsel: hersenen
Oriëntatie
Als we kijken naar de hersenen
Anterieur – Posterieur
Dorsaal – Ventraal
Verschilt vanuit brein of vanuit ruggenmerg
Brein, plaatje ->
Rug: Dorsaal = rug Ventraal = buik
Posterieur = richting voeten Anterieur = richting
hoofd
Coronale sectie = frontaal zicht vanaf de ogen
Dorsal view = horizontale snede je kijkt vanaf de
bovenkant
Sagitale sectie = van voor naar achter, door je
hoofd heen
Mediaal – Lateraal
Mediaal = binnenin je brein
Lateraal = verder naar de zijkant
Neuronen (college 3)
,Neuron heeft een cellichaam met celkern (grijze stof).
De takjes eraan heten dendrieten, deze pikken signalen op die vanuit anderen
neuronen komen en sturen deze door naar het cellichaam.
De ‘staart’ heet axon en deze zorgen ervoor dat neuronen met elkaar kunnen
communiceren (witte stof). Deze verbinden met de dendrieten van het volgende
neuron.
Myeline (cellen van Schwann) en de knoop van Ranvier zorgen voor snellere
overdracht van het signaal over het axon. Dan gaat het signaal springen,
waardoor het sneller gaat.
Opbouw hersenen
Cerebrale cortex (grote hersenen): complex gedrag als
beslissingen, geheugen, verwerken sensorische info
Cerebellum (kleine hersenen): coördinatie motorische en
cognitieve processen
Hersenstam: onbewust gedrag, basisfuncties als
temperatuur, ademhaling, hartslag etc..
Voorbrein kan opgebouwd zijn op 2 manieren: neocortex en allocortex
Neocortex: bovenste laag, 6 lagen, veel vouwen (Gyrus, Sulkus)
Allocortex: middenin brein, 3-4 lagen cellen, limbisch systeem
2 Hemisferen (hersenhelften) worden gekoppeld door Corpus Callosum (bundel
zenuwen)
Kwabben
Frontaal kwab: controle & planning, executieve functies,
beslissingen, spraak, initiatief voor spierbewegingen
Pariëtaal kwab: integreren sensorische prikkels: tast & positie
lichaam (iets oppakken), aandacht
Temporaal kwab: integreren sensorische prikkels: gehoor,
taal en smaak, muzikaliteit, gezichtsherkenning, geheugen
, Occipitaal kwab: visuele informatie
Limbisch systeem
reguleert emoties, geheugen en motivatie
Amygdala: emotionele associaties: verband tussen prikkel & emotie, belangrijke
rol angst
Hippocampus: episodisch geheugen (Alzheimer -> aangetast)
Cingulate Cortex: rol in emotieverwerking, leren & geheugen,
linkt gevolgen gedrag aan motivatie.
Basale Ganglia
Controleert en coördineert vrijwillige beweging
Caudate nucleus: doorgeven info ruimtelijke positie lichaam,
houding, beloningsgebied
Putamen: regulatie (on) vrijwillige bewegingen, betrokken bij
bijv Parkinson
Globus pallidus: regulatie bewegingen
Thalamus & Hypothalamus
Sensorische info, intern milieu, hormonen
Thalamus : Alle sensorische info gaat via thalamus
(behalve reuk)
Hypothalamus: Reguleert intern milieu; honger,
slaap, temperatuur, seksueel & agressief gedrag,
emotioneel gedrag, hormoonfunctie- door connectie
hypofyse
Hypofyse: geeft hormonen af aan bloed, onder
invloed van hypothalamus
Tectum & Tegmentum
Het middenbrein
Tectum: verwerkt sensorische info (zicht & gehoor), oriënteren beweging (hoofd
richting geluidsbron)
Tegmentum: oogbewegingen, beweging ledematen, reflexen
Pons & Medulla
Vitale lichaamsfunctie
Pons: brug tussen cerebellum en de rest van brein
Medulla: ademhaling & hartslag
Cerebellum
Meer neuronen dan in de rest van het brein
Coördineert vloeiende bewegingen & cognitieve functies
Relatief groot cerebelllum: zorgen voor fijne, gecoördineerde bewegingen zoals
vliegen/landen, beter plannen & executieve functies (taal, gebruik gereedschap)
Relatief klein: langzaam bewegend dier (luiaard)