Hoofdstuk 1: de tijd van jagers en boeren....................................................................................................... 2
1.1: Jagers-verzamelaars................................................................................................................................ 2
1.2: de komst van de landbouw...................................................................................................................... 3
1.3: De eerste stedelijke culturen................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2: de tijd van Grieken en Romeinen...............................................................................................5
2.1: De Griekse polis...................................................................................................................................... 5
2.2 Klassieke kunst en cultuur........................................................................................................................ 9
2.3 Romeins Imperialisme............................................................................................................................ 11
2.4 Romeinen en Germanen......................................................................................................................... 14
2.5 het christendom..................................................................................................................................... 15
Jaartallenkennis........................................................................................................................................... 17
Schema Goden............................................................................................................................................. 18
, Samenvatting Hoofstuk 1 en 2 oriëntatie op geschiedenis
Hoofdstuk 1: de tijd van jagers en boeren
1.1: Jagers-verzamelaars
De eerste mensen:
Huidige menssoort: De homo sapiens (denkende mens) zo’n 200.00 jaar geleden
ontstaan in Oost-Afrika.
Eerste mensachtige: 2,5 miljoen jaar geleden.
Verspreiding homo sapiens over de wereld:
- Midden-Oosten: 120.000 jaar geleden
- Azië: 60.000 jaar geleden
- Europa en de Amerika’s: 45.000 jaar geleden
Neanderthaler: voorganger van de homo sapiens, zij zijn door de homo sapiens verdrongen en
mogelijk zelfs uitgeroeid.
Prehistorische tijden:
- Steentijd: 2,5 miljoen v.Chr – 2000 v.Chr
- Bronstijd: 3000 v.Chr – 800 v.Chr
- IJzertijd: 800 v.Chr – 12 v.Chr
Eerste landbouwculturen: ontstonden 10.000 jaar geleden in het Midden oosten, in Nederland rond
5300 v.Chr.
Eerste schrift: ontstond in het overstromingsbied van Irak tot Egypte rond 3000 v.Chr.
Jagen en Verzamelen:
Permanente bewoning Noordwest-Europa: Bij het aflopen van de ijstijd, rond 13.000 v.Chr.
Verschil denken vermogen mensen vs dieren: Bij diersoorten relatie tussen lichaamsgewicht en
hersenvolume, hersenvolume bij de mens ligt 5 keer zo hoog.
Nomadisch leven en rolpatronen
Mensen gingen in steeds grotere groepen bij elkaar wonen, daar was sprake van taakverdeling tussen
mannen en vrouwen. Een man heeft gemiddeld meer spierkracht dan een vrouw en wordt in vrijheid
niet belemmerd door zwangerschap en borstvoeding.
Dus: mannen waren voor de jacht op wild, vrouwen verzamelde plantaardig voedsel.
Dood en hiernamaals
Moeilijk uit te zoeken wat mensen hierover dachten (geen schriftelijke bronnen).
- Wat opvalt uit opgravingen: alleen belangrijke doden werden zorgvuldig begraven.
- Ook werden er aan deze doden spullen meegegeven, zoals sieraden of kleding.
Hiermee wordt de indruk gewekt dat mensen geloofde dat doden deze spullen nodig hadden in het
hiernamaals.
, 1.2: de komst van de landbouw
De uitvinding van de landbouw
Omstreeks 9000 v.Chr. leefde in het gebied van de Dode Zee het volk van de Natufiërs. Zij waren
jagers verzamelaars, maar omdat ze in een bijzonder rijk gebied waren terechtgekomen, hadden ze
de neiging op een vaste plaats te blijven wonen. Dit zou gevolgen hebben die tot op de dag van
vandaag nog steeds invloed heeft op de hele mensheid.
Verandering van klimaat:
- Einde ijstijd, opwarming van de aarde
- Er viel meer regen, grond werd vruchtbaarder
Ook gingen groepen steeds meer dieren houden, ze worden vanaf nu niet alleen gebruikt voor
slachten en het vlees, maar ook het melk en de wol, iets dat steeds weer terug kwam bij de dieren.
Gebruiksvoorwerpen en aardewerk
Bij een landbouwcultuur horen andere werktuigen en gebruiksvoorwerpen dan bij een cultuur van
jager-verzamelaars. Zo waren er sikkels nodig om graan te oogsten. Andere voorwerpen die
landbouwers gebruikten, waren hakken om de grond los te woelen en maalstenen die graankorrels
tot meel konden malen.
Vaste woonplaatsen
Neolithicum: nieuwe steentijd, tijd voor de bronstijd.
Neolithische culturen onderscheidden zich door hun vaste woonplaatsen. Uit onderzoek bleek dat
huizen meerdere keren opnieuw gebouwd werden, omdat ze niet zo lang mee gingen. De huizen
werden steeds kleiner, behalve die van de hoofdman. Hieruit blijkt dat er in deze tijd als spraken was
van verschillende rangen in zo’n groep.
Bezit en sociale gelaagdheid
in landbouwculturen speelde bezit een veel grotere rol dan bij jager-verzamelaars. Dit leidde tot grote
sociale verschillen tussen bepaalde families in een samenleving.
1.3: De eerste stedelijke culturen
Natuur en politiek
De wisselende weersomstandigheden in Mesopotamië en Egypte dwongen de mensen ertoe goed na
te denken over de manier waarop ze het land in cultuur zouden brengen. Samenwerking over grotere
afstand was daarbij onmisbaar. Er was een centrale leiding nodig. Er ontstond een leidinggevende
bovenlaag van rijken en machtigen. Daaruit kwam 1 persoon naar voren met de meeste macht: de
koning. In Mesopotamië gebeurde dat rond 2000 v.Chr.
Specialisatie en gelaagdheid
De grote landbouwproductie kon met verhoudingsgewijs weinig arbeidskrachten tot stand worden
gebracht. Dit zorgde ervoor dat er meer ruimte ontstond voor andere bezigheden. Sommige legde
zich toe tot een bepaalde ambacht, en werden bijvoorbeeld smid of timmerman of werden
vervaardiger van kunstwerken, zoals beelden en wandschilderingen. En weer andere werden juist
weer belast met administratie en bestuur, zogenoemde ambtenaren. Veel meer verschillen dan in de