Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................... 2
Hoorcollege 1: Introductie familierecht...........................................................................2
Weijers (2021): H2. Minderjarigheid...............................................................................6
Weijers (2021): H7. Het internationale kader..................................................................8
Week 2........................................................................................................ 12
Hoorcollege 2: Inleiding jeugdbescherming en jeugdhulp.............................................12
Weijers (2021): H3. Jeugdhulp en jeugdbescherming...................................................16
Weijers (2021): H4. De samenhang tussen het jeugdstrafrecht en het civiele jeugdrecht
..................................................................................................................................... 19
Kennisclips EVRM & IVRK.............................................................................................. 21
Week 3........................................................................................................ 22
Hoorcollege 3: Het formele jeugdstrafrecht..................................................................22
Weijers (2021): H10. De Leeftijdsgrenzen.....................................................................28
Weijers (2021): H12. De politie en het Openbaar ministerie in jeugdstrafzaken...........29
Weijers (2021): H14. Raad voor de Kinderbescherming, NIFP en jeugdreclassering.....32
Weijers (2021): H15. De beslissing over de voorlopige hechtenis en de berechting in
jeugdstrafzaken............................................................................................................ 34
Hoorcollege 4: Het materiële jeugdstrafrecht...............................................................38
Weijers (2021): H6. Grondslagen van jeugdstrafrecht..................................................42
Weijers (2021): H8. Straffen en maatregelen voor jongeren.........................................44
Week 4........................................................................................................ 47
Weijers (2021): H13. De rechtspositie van de jeugdige verdachte op ZSM...................47
Weijers (2021): H17. De verdediging van jongeren......................................................49
Week 5........................................................................................................ 51
Hoorcollege 5: Adolescentenstrafrecht.........................................................................51
Weijers (2021): H9. Nadelige gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling: VOG- en
DNA-regelgeving........................................................................................................... 54
Weijers (2021): H11. Jongvolwassenen en jeugdstrafrecht...........................................57
Week 6........................................................................................................ 59
Weijers (2021): H16. De pedagogische opgaven van de jeugdstrafzitting vanuit
kinderrechterlijk en gedragswetenschappelijk perspectief...........................................59
Weijers (2021): H19. Ouders in de jeugdstrafrechtspleging..........................................62
Weijers (2021): H22.1, 22.4 & 22.5. Nederland in Europa: de jeugdstrafprocedure in
vergelijkend perspectief...............................................................................................64
Week 7........................................................................................................ 66
Hoorcollege 7: Het jeugd(sanctie)recht in de praktijk...................................................66
Weijers (2021): H20. De justitiële inrichting.................................................................67
, Weijers (2021): H21. De rechtspositie van jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen.....70
Week 1
Hoorcollege 1: Introductie familierecht
Jeugdrecht gaat niet alleen over kinderen, maar ook over hun relatie tot andere familieleden;
met name ouder-kind relatie.
- Afstamming = wie zijn juridisch gezien jouw ouders?
- Gezag = wie gaan er over de opvoeding en verzorging en zeggenschap van het kind?
- Minderjarigheid = wat mag een kind juridisch gezien wel en niet, al dan niet zonder
ouders?
Belangrijke internationale bronnen:
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
o Art. 8 EVRM: bescherming van familie- en privéleven
- Internationaal Kinderrechtenverdrag (IVRK)
o Art. 3 IVRK: belang van het kind is altijd een eerste overweging
Afstammingsrecht
Familierechtelijke betrekking (art. 1:197 BW): wie is volgens wet familie van elkaar
(dwingend)
- Maximaal twee juridische ouders, maar wel al jaren onderwerp van debat om te pleiten
voor drie of eventueel vier juridische ouders
Uitganspunt: recht moet zoveel mogelijk aansluiten bij biologische werkelijkheid
Biologische vader (wettelijke term) = verwekkers en donoren
- Rechtspositie hangt af van nauwheid van persoonlijke betrekking tot het kind
Hoe wordt je juridische ouder? (Art. 1:198 BW)
Ouder van een kind is:
- Uit wie het kind is geboren
- Die op het tijdstip van de geboorte van het kind is gehuwd of door een geregistreerd
partnerschap is verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren
- Die het kind heeft erkend
- Wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld
- Die het kind heeft geadopteerd (geen afstemmingsrecht)
Juridisch ouders:
- Geboortemoeder
- Echtgenoot/geregistreerde partner van geboortemoeder (formele relatie)
o Vrouw – man: moeder en vader worden automatisch juridisch ouder, ook als
man niet de biologische vader is
o Vrouw – vrouw: geboortemoeder wordt automatisch juridische moeder, de
meemoeder alleen als er een onbekende donor is gebruikt
Bij een bekende donor meemoeder moet kind erkennen of adopteren,
maar donor kan dit ook doen
Ongedaan maken ouderschap:
- Bij de vader: als hij niet de biologische vader is van het kind
, - Bij de moeder: als zij niet de biologische moeder is van het kind (meemoeder)
Voor zowel de vader als de meemoeder geldt dat ontkenning niet mogelijk is als zij kennis
hebben gehad van de zwangerschap en/of hebben ingestemd met verwekking.
Erkennen (art. 1:204 BW)
- Erkenning kan voor de geboorte, bij geboorteaangifte of op een later tijdstip
- Procedure: bij burgerlijke stand van gemeente verklaring afleggen
o Toestemming van geboorte moeder
o Toestemming nodig van kind zelf als kind 12 jaar of ouder is
o Toestemming nodig van moeder als kind onder de 12 jaar is
o Vanaf 16 jaar alleen toestemming kind
Geen toestemming van moeder en/of kind? Vervangende toestemming via rechter, als:
- Persoon is de verwekker
- Biologische vader (donor), die een nauwe persoonlijke betrekking met het kind heeft
Toestemming wordt verleend tenzij:
- Dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt
- De sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in gedrang komt
Erkenning is niet mogelijk, als:
- Niet bij een huwelijksbeletsel (eerste of tweedegraads bloedsverwanten) tussen
erkenner en moeder (geen broer/zus of erkenning door grootouder)
- Niet als erkenner jonger is dan 16
- Niet als er al twee juridische ouders zijn
Bij draagmoederschap is de geboortemoeder automatisch de juridische moeder. Een van de
mannen van het (homo)paar kan erkennen en de andere kan eventueel adopteren na drie jaar
nadat banden met moeder zijn verbroken en hij al een aantal jaar voor het kind heeft gezorgd.
Gevolgen van ouderschap:
- Gezag
- Omgangsrechten
- Onderhoudsverplichting
- Erfrecht
- Naamrecht welke achternaam krijgt het kind?
Kinderen hebben recht op afstammingsinformatie (recht om te weten waarvan kinderen
afstammen) art. 3, 7 en 8 IVRK eb 8 EVRM. Soms kan belang van ouder bij
geheimhouding/privacy zwaarder wegen dan het recht van het kind om te weten waar het van
afstamt.
Actuele ontwikkelingen:
- Meerouderschap
- Conceptwetsvoorstel draagmoederschap
- Wet rechtswege ontstaan van gezamenlijk gezag door erkenning 1 januari 2023:
o Ongehuwde en niet-geregistreerde partners krijgen automatisch gezamenlijk
ouderlijk gezag met de moeder als zij hun kind erkennen. Zij hoeven het gezag
niet langer samen met de moeder aan te vragen bij de rechtbank.
Gezag – zeggenschap
- Recht en plicht tot opvoeding en verzorging van kind
, - Financieel bewind (beheren van vermogen en recht op opbrengsten)
- Wettelijk vertegenwoordiging maken van allerlei besluiten zoals over de
woonplaats, schoolkeuze, medische behandelingen ect.
Alle minderjarigen staan onder gezag (art. 1:245 lid 1 BW):
- Door ouders = gezamenlijk gezag
- Eén ouder = eenhoofdig gezag
- Door iemand anders = voogdij
Maximaal 2 mensen kunnen gezag dragen (wederom onderwerp van discussie) en eindigt bij
18-jarige leeftijd.
Veel vrijheid om kind op te voeden en geen strakke regels en kaders:
- Art. 1:247 lid 2 BW: geweld/ vernedering is niet toegestaan (wetboek van Strafrecht
idem)
- Niet onbegrensd verplichtingen op grond van Wetboek van Strafrecht, de
Leerplichtwet en kinderbeschermingsmaatregelen
Automatisch gezag:
- Geboortemoeder
- Juridische ouder via huwelijk of geregistreerd partnerschap
- Sinds 2023: gezag na erkenning
- Anders aanvragen bij griffie van de rechtbank met toestemming geboortemoeder
Gezag kan eindigen door kinderbeschermingsmaatregel. Gezag kan ook (tijdelijk) geschorst
worden (noodzakelijke, acute, medische hulp weigeren of kind niet naar school laten gaan).
Na scheiding:
- Beide ouders gezamenlijk gezag
- In uitzonderlijke gevallen kan bepaald worden dat nog maar een ouder gezag houdt
Uitganspunt = gezamenlijk gezag na scheiding:
- Afspraken in ouderschapsplan (wanneer bij wie, wie brengt naar hobby’s,
kinderalimentatie)
- Conflict over uitoefening gezag na scheiding? Rechter kan hierover beslissen
(verhuizen naar buitenland met kind, vaccinatie van kinderen – beslissing in belang
van het kind art. 3 IRVK)
- Eenhoofdig gezag als ‘kind klem of verloren dreigt te raken’ – ernstige gevallen, hele
heftige echtscheiding
Verschillen juridisch ouderschap en gezag
- Duur
o Ouderschap levenslang
o Gezag eindigt bij meerderjarigheid
- Aard
o Ouderschap familierechtelijke betrekking
o Gezag rechten & plichten, en opvoeding & verzorging
- Rechtsgevolgen
o Ouderschap contact, omgang en informatie, onderhoud & erven
o Gezag zeggenschap over persoon van de minderjarige, zijn bewind en t.a.v.
rechtshandelingen
Minderjarigheid
Week 1.......................................................................................................... 2
Hoorcollege 1: Introductie familierecht...........................................................................2
Weijers (2021): H2. Minderjarigheid...............................................................................6
Weijers (2021): H7. Het internationale kader..................................................................8
Week 2........................................................................................................ 12
Hoorcollege 2: Inleiding jeugdbescherming en jeugdhulp.............................................12
Weijers (2021): H3. Jeugdhulp en jeugdbescherming...................................................16
Weijers (2021): H4. De samenhang tussen het jeugdstrafrecht en het civiele jeugdrecht
..................................................................................................................................... 19
Kennisclips EVRM & IVRK.............................................................................................. 21
Week 3........................................................................................................ 22
Hoorcollege 3: Het formele jeugdstrafrecht..................................................................22
Weijers (2021): H10. De Leeftijdsgrenzen.....................................................................28
Weijers (2021): H12. De politie en het Openbaar ministerie in jeugdstrafzaken...........29
Weijers (2021): H14. Raad voor de Kinderbescherming, NIFP en jeugdreclassering.....32
Weijers (2021): H15. De beslissing over de voorlopige hechtenis en de berechting in
jeugdstrafzaken............................................................................................................ 34
Hoorcollege 4: Het materiële jeugdstrafrecht...............................................................38
Weijers (2021): H6. Grondslagen van jeugdstrafrecht..................................................42
Weijers (2021): H8. Straffen en maatregelen voor jongeren.........................................44
Week 4........................................................................................................ 47
Weijers (2021): H13. De rechtspositie van de jeugdige verdachte op ZSM...................47
Weijers (2021): H17. De verdediging van jongeren......................................................49
Week 5........................................................................................................ 51
Hoorcollege 5: Adolescentenstrafrecht.........................................................................51
Weijers (2021): H9. Nadelige gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling: VOG- en
DNA-regelgeving........................................................................................................... 54
Weijers (2021): H11. Jongvolwassenen en jeugdstrafrecht...........................................57
Week 6........................................................................................................ 59
Weijers (2021): H16. De pedagogische opgaven van de jeugdstrafzitting vanuit
kinderrechterlijk en gedragswetenschappelijk perspectief...........................................59
Weijers (2021): H19. Ouders in de jeugdstrafrechtspleging..........................................62
Weijers (2021): H22.1, 22.4 & 22.5. Nederland in Europa: de jeugdstrafprocedure in
vergelijkend perspectief...............................................................................................64
Week 7........................................................................................................ 66
Hoorcollege 7: Het jeugd(sanctie)recht in de praktijk...................................................66
Weijers (2021): H20. De justitiële inrichting.................................................................67
, Weijers (2021): H21. De rechtspositie van jeugdigen in justitiële jeugdinrichtingen.....70
Week 1
Hoorcollege 1: Introductie familierecht
Jeugdrecht gaat niet alleen over kinderen, maar ook over hun relatie tot andere familieleden;
met name ouder-kind relatie.
- Afstamming = wie zijn juridisch gezien jouw ouders?
- Gezag = wie gaan er over de opvoeding en verzorging en zeggenschap van het kind?
- Minderjarigheid = wat mag een kind juridisch gezien wel en niet, al dan niet zonder
ouders?
Belangrijke internationale bronnen:
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
o Art. 8 EVRM: bescherming van familie- en privéleven
- Internationaal Kinderrechtenverdrag (IVRK)
o Art. 3 IVRK: belang van het kind is altijd een eerste overweging
Afstammingsrecht
Familierechtelijke betrekking (art. 1:197 BW): wie is volgens wet familie van elkaar
(dwingend)
- Maximaal twee juridische ouders, maar wel al jaren onderwerp van debat om te pleiten
voor drie of eventueel vier juridische ouders
Uitganspunt: recht moet zoveel mogelijk aansluiten bij biologische werkelijkheid
Biologische vader (wettelijke term) = verwekkers en donoren
- Rechtspositie hangt af van nauwheid van persoonlijke betrekking tot het kind
Hoe wordt je juridische ouder? (Art. 1:198 BW)
Ouder van een kind is:
- Uit wie het kind is geboren
- Die op het tijdstip van de geboorte van het kind is gehuwd of door een geregistreerd
partnerschap is verbonden met de vrouw uit wie het kind is geboren
- Die het kind heeft erkend
- Wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld
- Die het kind heeft geadopteerd (geen afstemmingsrecht)
Juridisch ouders:
- Geboortemoeder
- Echtgenoot/geregistreerde partner van geboortemoeder (formele relatie)
o Vrouw – man: moeder en vader worden automatisch juridisch ouder, ook als
man niet de biologische vader is
o Vrouw – vrouw: geboortemoeder wordt automatisch juridische moeder, de
meemoeder alleen als er een onbekende donor is gebruikt
Bij een bekende donor meemoeder moet kind erkennen of adopteren,
maar donor kan dit ook doen
Ongedaan maken ouderschap:
- Bij de vader: als hij niet de biologische vader is van het kind
, - Bij de moeder: als zij niet de biologische moeder is van het kind (meemoeder)
Voor zowel de vader als de meemoeder geldt dat ontkenning niet mogelijk is als zij kennis
hebben gehad van de zwangerschap en/of hebben ingestemd met verwekking.
Erkennen (art. 1:204 BW)
- Erkenning kan voor de geboorte, bij geboorteaangifte of op een later tijdstip
- Procedure: bij burgerlijke stand van gemeente verklaring afleggen
o Toestemming van geboorte moeder
o Toestemming nodig van kind zelf als kind 12 jaar of ouder is
o Toestemming nodig van moeder als kind onder de 12 jaar is
o Vanaf 16 jaar alleen toestemming kind
Geen toestemming van moeder en/of kind? Vervangende toestemming via rechter, als:
- Persoon is de verwekker
- Biologische vader (donor), die een nauwe persoonlijke betrekking met het kind heeft
Toestemming wordt verleend tenzij:
- Dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt
- De sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in gedrang komt
Erkenning is niet mogelijk, als:
- Niet bij een huwelijksbeletsel (eerste of tweedegraads bloedsverwanten) tussen
erkenner en moeder (geen broer/zus of erkenning door grootouder)
- Niet als erkenner jonger is dan 16
- Niet als er al twee juridische ouders zijn
Bij draagmoederschap is de geboortemoeder automatisch de juridische moeder. Een van de
mannen van het (homo)paar kan erkennen en de andere kan eventueel adopteren na drie jaar
nadat banden met moeder zijn verbroken en hij al een aantal jaar voor het kind heeft gezorgd.
Gevolgen van ouderschap:
- Gezag
- Omgangsrechten
- Onderhoudsverplichting
- Erfrecht
- Naamrecht welke achternaam krijgt het kind?
Kinderen hebben recht op afstammingsinformatie (recht om te weten waarvan kinderen
afstammen) art. 3, 7 en 8 IVRK eb 8 EVRM. Soms kan belang van ouder bij
geheimhouding/privacy zwaarder wegen dan het recht van het kind om te weten waar het van
afstamt.
Actuele ontwikkelingen:
- Meerouderschap
- Conceptwetsvoorstel draagmoederschap
- Wet rechtswege ontstaan van gezamenlijk gezag door erkenning 1 januari 2023:
o Ongehuwde en niet-geregistreerde partners krijgen automatisch gezamenlijk
ouderlijk gezag met de moeder als zij hun kind erkennen. Zij hoeven het gezag
niet langer samen met de moeder aan te vragen bij de rechtbank.
Gezag – zeggenschap
- Recht en plicht tot opvoeding en verzorging van kind
, - Financieel bewind (beheren van vermogen en recht op opbrengsten)
- Wettelijk vertegenwoordiging maken van allerlei besluiten zoals over de
woonplaats, schoolkeuze, medische behandelingen ect.
Alle minderjarigen staan onder gezag (art. 1:245 lid 1 BW):
- Door ouders = gezamenlijk gezag
- Eén ouder = eenhoofdig gezag
- Door iemand anders = voogdij
Maximaal 2 mensen kunnen gezag dragen (wederom onderwerp van discussie) en eindigt bij
18-jarige leeftijd.
Veel vrijheid om kind op te voeden en geen strakke regels en kaders:
- Art. 1:247 lid 2 BW: geweld/ vernedering is niet toegestaan (wetboek van Strafrecht
idem)
- Niet onbegrensd verplichtingen op grond van Wetboek van Strafrecht, de
Leerplichtwet en kinderbeschermingsmaatregelen
Automatisch gezag:
- Geboortemoeder
- Juridische ouder via huwelijk of geregistreerd partnerschap
- Sinds 2023: gezag na erkenning
- Anders aanvragen bij griffie van de rechtbank met toestemming geboortemoeder
Gezag kan eindigen door kinderbeschermingsmaatregel. Gezag kan ook (tijdelijk) geschorst
worden (noodzakelijke, acute, medische hulp weigeren of kind niet naar school laten gaan).
Na scheiding:
- Beide ouders gezamenlijk gezag
- In uitzonderlijke gevallen kan bepaald worden dat nog maar een ouder gezag houdt
Uitganspunt = gezamenlijk gezag na scheiding:
- Afspraken in ouderschapsplan (wanneer bij wie, wie brengt naar hobby’s,
kinderalimentatie)
- Conflict over uitoefening gezag na scheiding? Rechter kan hierover beslissen
(verhuizen naar buitenland met kind, vaccinatie van kinderen – beslissing in belang
van het kind art. 3 IRVK)
- Eenhoofdig gezag als ‘kind klem of verloren dreigt te raken’ – ernstige gevallen, hele
heftige echtscheiding
Verschillen juridisch ouderschap en gezag
- Duur
o Ouderschap levenslang
o Gezag eindigt bij meerderjarigheid
- Aard
o Ouderschap familierechtelijke betrekking
o Gezag rechten & plichten, en opvoeding & verzorging
- Rechtsgevolgen
o Ouderschap contact, omgang en informatie, onderhoud & erven
o Gezag zeggenschap over persoon van de minderjarige, zijn bewind en t.a.v.
rechtshandelingen
Minderjarigheid