Methoden en technieken
Wat is onderzoek?
Onderzoeker: systematsich en objectief
Goed onderzoek = juiste vragen stellen
Kernmerken onderzoeker
1. Houding: onafhankelijk en open
2. Kennis: van onderwerp en methoden
3. Vaardigheid: technieken kennen en toepassen
Fundamenteel onderzoek
- Kennisprobleem
- Algemene kennis
- Creëren of verbeteren wetenschappelijke theorie
Voorbeeld: Op welke wijze beïnvloedt inspraak van werknemers hun arbeidsmotivatie
Praktijkgericht onderzoek
- Oplossen problemen uit de praktijk
- Onderzoek in specifieke context
- Maatschappelijke relevantie is vaak hoger
Voorbeeld: Hoe kan het personeelsverloop bij bedrijf X omlaag worden gebracht.
Deductief onderzoek
- Theorietoetsend
- Theorie of model is vertrekpunt van het onderzoek
Voorbeeld: Hoe kan bedrijf X zijn medewerkers het beste met kleine beloningen, zoals de
theorie van Garaus aangeeft, motiveren sneller en beter te werken?
Inductief onderzoek
- Geen bruikbare theorie beschikbaar
- Theorievormend
Voorbeeld: Op welke wijze kan bedrijf X door middel van een tevredenheidsapp de
arbeidstevredenheid positief beïnvloeden.
Kwantitatief onderzoek
- Cijfermatige informatie
- Meting kenmerk van een groep
Voorbeeld: Hoeveel procent van de medewerkers is ontevreden over de
arbeidsomstandigheden? Hoeveel medewerkers hebben ontslag genomen?
,Kwalitatief onderzoek
- Unieke informatie
- Betekenis antwoorden
- Achterliggende redenen, ervaringen en gebeurtenissen
Voorbeeld: Waarom zijn de medewerkers niet tevreden? Op welk moment neemt de
ontevredenheid toe of juist af?
Triangulatie
Combinatie van verschillende onderzoeksmethode
Doel:
• Antwoorden bevestigen uit meerdere invalshoeken
• Vergroten van de validiteit (geldigheid) van de uitkomsten
Kwaliteitscriteria onderzoek
1. Onafhankelijkheid: Meningen, belangen en voorkeuren spelen geen rol
Objectiviteit, afstand tot onderwerp en personen
Intersubjectiviteit, peer feedback
2. Betrouwbaarheid: Herhaalbaar, Vrij van toevallige fouten
3. Validiteit: Geldigheid. Je hebt gemeten wat je wilde meten. Geen systematische
fouten
Werkcyclus in 5 fasen
1. Probleemanalyse = probleemomschrijving = Inleiding
2. Onderzoeksontwerp: hoe ga je de onderzoeksvraag
beantwoorden
3. Dataverzameling
4. Data-analyse
5. Rapportage
Inleiding probleemstelling
Afbakening maakt je onderzoek haalbaar en duidelijk.
- Het meest relevante onderwerp voor de opdrachtgever
- Het middel waarmee het bedrijf de verbetering/oplossing wil proberen te bereiken.
- Het precieze doel dat bereikt moet worden
- De precieze onderzoekspopulatie
- Een passende aanpak van het onderzoek
Voor al deze aspecten geldt:
scherpe, relevante keuze maken en vooral niet te breed!
Probleemomschrijving
- Beschrijving van het onderwerp.
- Analyse van het onderwerp.
- Formuleren centrale onderzoeksvraag.
, De Inleiding (probleemomschrijving) bestaat uit:
• Aanleiding en vooronderzoek
• Probleemanalyse
• Doelstelling
• Probleemstelling (centrale vraag)
• Deelvragen
Vooronderzoek ten behoeve van de probleemanalyse
• Informatie over de organisatie of het onderwerp
• Aanleiding: Actualiteit onderwerp
• Relevantie voor de opdrachtgever
Je mag nieuwsberichten, interviews,
artikelen, ander onderzoek aanhalen om
actualiteit van je onderzoeksonderwerp
te onderbouwen.
Probleemanalyse
Hulpmiddel: 6W-formule
• Wat is het probleem?
• Wie heeft het probleem?
• Wanneer is het probleem ontstaan?
• Waarom is het een probleem?
• Waar doet het probleem zich voor?
• Wat is de aanleiding?
Probleemstelling
Goede probleemstelling:
• Benoemt nauwkeurig wat er onderzocht wordt
• Benoemt het doel
• Benoemt het middel waarmee dat doel bereikt zou moeten worden
• Is altijd in de vraag vorm
• Is nooit een gesloten vraag
• Is enkelvoudig: maar één vraag tegelijk!
• Is onafhankelijk (niet sturend)
X-Y-Z methode
Op welke manier kan…
• Y [bedrijf, inclusief bedrijfssoort]
• Door middel van X [middel, soort strategie, keuze]
• Z bereiken. [doel dat bereikt moet worden]
Doelstelling
Type onderzoek en onderzoeksopbrengst
• Beschrijvend onderzoek = inzicht krijgen
de situatie in kaart brengen
Wat is onderzoek?
Onderzoeker: systematsich en objectief
Goed onderzoek = juiste vragen stellen
Kernmerken onderzoeker
1. Houding: onafhankelijk en open
2. Kennis: van onderwerp en methoden
3. Vaardigheid: technieken kennen en toepassen
Fundamenteel onderzoek
- Kennisprobleem
- Algemene kennis
- Creëren of verbeteren wetenschappelijke theorie
Voorbeeld: Op welke wijze beïnvloedt inspraak van werknemers hun arbeidsmotivatie
Praktijkgericht onderzoek
- Oplossen problemen uit de praktijk
- Onderzoek in specifieke context
- Maatschappelijke relevantie is vaak hoger
Voorbeeld: Hoe kan het personeelsverloop bij bedrijf X omlaag worden gebracht.
Deductief onderzoek
- Theorietoetsend
- Theorie of model is vertrekpunt van het onderzoek
Voorbeeld: Hoe kan bedrijf X zijn medewerkers het beste met kleine beloningen, zoals de
theorie van Garaus aangeeft, motiveren sneller en beter te werken?
Inductief onderzoek
- Geen bruikbare theorie beschikbaar
- Theorievormend
Voorbeeld: Op welke wijze kan bedrijf X door middel van een tevredenheidsapp de
arbeidstevredenheid positief beïnvloeden.
Kwantitatief onderzoek
- Cijfermatige informatie
- Meting kenmerk van een groep
Voorbeeld: Hoeveel procent van de medewerkers is ontevreden over de
arbeidsomstandigheden? Hoeveel medewerkers hebben ontslag genomen?
,Kwalitatief onderzoek
- Unieke informatie
- Betekenis antwoorden
- Achterliggende redenen, ervaringen en gebeurtenissen
Voorbeeld: Waarom zijn de medewerkers niet tevreden? Op welk moment neemt de
ontevredenheid toe of juist af?
Triangulatie
Combinatie van verschillende onderzoeksmethode
Doel:
• Antwoorden bevestigen uit meerdere invalshoeken
• Vergroten van de validiteit (geldigheid) van de uitkomsten
Kwaliteitscriteria onderzoek
1. Onafhankelijkheid: Meningen, belangen en voorkeuren spelen geen rol
Objectiviteit, afstand tot onderwerp en personen
Intersubjectiviteit, peer feedback
2. Betrouwbaarheid: Herhaalbaar, Vrij van toevallige fouten
3. Validiteit: Geldigheid. Je hebt gemeten wat je wilde meten. Geen systematische
fouten
Werkcyclus in 5 fasen
1. Probleemanalyse = probleemomschrijving = Inleiding
2. Onderzoeksontwerp: hoe ga je de onderzoeksvraag
beantwoorden
3. Dataverzameling
4. Data-analyse
5. Rapportage
Inleiding probleemstelling
Afbakening maakt je onderzoek haalbaar en duidelijk.
- Het meest relevante onderwerp voor de opdrachtgever
- Het middel waarmee het bedrijf de verbetering/oplossing wil proberen te bereiken.
- Het precieze doel dat bereikt moet worden
- De precieze onderzoekspopulatie
- Een passende aanpak van het onderzoek
Voor al deze aspecten geldt:
scherpe, relevante keuze maken en vooral niet te breed!
Probleemomschrijving
- Beschrijving van het onderwerp.
- Analyse van het onderwerp.
- Formuleren centrale onderzoeksvraag.
, De Inleiding (probleemomschrijving) bestaat uit:
• Aanleiding en vooronderzoek
• Probleemanalyse
• Doelstelling
• Probleemstelling (centrale vraag)
• Deelvragen
Vooronderzoek ten behoeve van de probleemanalyse
• Informatie over de organisatie of het onderwerp
• Aanleiding: Actualiteit onderwerp
• Relevantie voor de opdrachtgever
Je mag nieuwsberichten, interviews,
artikelen, ander onderzoek aanhalen om
actualiteit van je onderzoeksonderwerp
te onderbouwen.
Probleemanalyse
Hulpmiddel: 6W-formule
• Wat is het probleem?
• Wie heeft het probleem?
• Wanneer is het probleem ontstaan?
• Waarom is het een probleem?
• Waar doet het probleem zich voor?
• Wat is de aanleiding?
Probleemstelling
Goede probleemstelling:
• Benoemt nauwkeurig wat er onderzocht wordt
• Benoemt het doel
• Benoemt het middel waarmee dat doel bereikt zou moeten worden
• Is altijd in de vraag vorm
• Is nooit een gesloten vraag
• Is enkelvoudig: maar één vraag tegelijk!
• Is onafhankelijk (niet sturend)
X-Y-Z methode
Op welke manier kan…
• Y [bedrijf, inclusief bedrijfssoort]
• Door middel van X [middel, soort strategie, keuze]
• Z bereiken. [doel dat bereikt moet worden]
Doelstelling
Type onderzoek en onderzoeksopbrengst
• Beschrijvend onderzoek = inzicht krijgen
de situatie in kaart brengen