GGS hoorcollege 7
Preventie van gedragsproblemen: theoretische basis – Cathy van Tuijl
Waar denk je aan bij:
Gedragsproblemen?
o Internaliserend en externaliserend
o Vaak mild (niet op stoel zitten, door uitleg praten, wiebelen met pen)
o Subjectief gegeven (perceptie en verwachtingen van leerkracht werkt door in
hoe problemen ervaren worden)
o Leeftijdsadequaatheid is van belang
Preventie van gedragsproblemen?
o Pestprogramma’s
o Copingsstrategiën aanleren
o Reactieprocedures (schoolbreed)
o Screening
Waarom preventie?
o Cascades van probleemgedrag (verbreding)
Wat zijn aangrijpingspunten?
o Leerlingen
o Primaire verzorgers
o Systemen eromheen
Waarom preventie?
Achterliggend: kinderen lokken de hele dag reacties uit met hun impulsieve gedrag.
Dit gedrag leidt tot verschillende reacties onder verschillende omstandigheden
(zorggevers) en dit zorgt voor bepaalde verwachtingen. Hoe langer reactiepatronen
worden ingesleten, hoe moeilijker het is om het te veranderen.
Gedragsproblemen variëren in ernst: Deel gaat vanzelf over, maar deel is sterk
voorspellend voor reeks aan problemen.
Gedragspatronen raken ingeslepen, dan moeilijker te behandelen en beperken
ontwikkelingsmogelijkheden.
Problemen kunnen stoornissen worden.
Positieve insteek: positieve interacties stimuleren leidt tot prettig gezin- en klasklimaat
en dat is goed voor het welzijn van gezinnen, leraren en leerlingen.
Psychologie
Universeel gericht op hele populatie
Selectief gericht op selecte groep die extra aandacht nodig is
Geïndiceerd licht probleemgedrag (bijna behandeling, maar nog steeds
vroegtijdig)
Schoolcontext
Nulniveau
, GGS hoorcollege 7
o Selectief
Niet-probleemgerichte aanpak sociaalemotioneel curriculum (je wil kinderen goed
toerusten)
o Universeel
Probleemgerichte aanpak is al bijna behandeling
o Geïndiceerd
Doel van dit college
Theoretische basis voor preventie en vroegsignalering van gedragsproblemen
verduidelijken
o Risico en beschermende factoren, risicostapeling
o Preventiewetenschap en/of positieve jeugdbenadering, ontwikkelingsopgaven
o Psychobiologische benadering: ‘experiential canalisation’ (experimentele
kanalisatie)
Gedragsproblemen of- stoornissen
Leeftijdsgebonden
Brede range aan problemen en risicfactoren (onveilige hechting)
Inslijpen van interactiepatronen en verwachtingen
Escalerende cyclus
Kinderen worden ook vermeden wanneer ze zich goed gedragen, en leerkracht ondermijnt
positieve mogelijkheden.
Meer positieve dan negatieve interacties nodig voor een goede relatie.
4 positieve op 1 negatieve interactie.
https://www.youtube.com/watch?v=fKaBnwOTI5A (0.30-2.00)
Cultuurverschillen
Veel negativiteit
Bij gedragsproblemen wordt vaak gedacht aan problemen binnen het kind, maar je moet ook
naar een breder perspectief kijken.
Tweespraak
Hoe zou je gedragsproblemen in school kunnen voorkomen (verminderen) als je
redeneert vanuit een transactioneel (kind en omgeving), bioecologisch model
(proximaal en distaal)?
o Universeel ouders betrekken bij wat de kinderen op school doen,
sociaalemotioneel curriculum
Preventie van gedragsproblemen: theoretische basis – Cathy van Tuijl
Waar denk je aan bij:
Gedragsproblemen?
o Internaliserend en externaliserend
o Vaak mild (niet op stoel zitten, door uitleg praten, wiebelen met pen)
o Subjectief gegeven (perceptie en verwachtingen van leerkracht werkt door in
hoe problemen ervaren worden)
o Leeftijdsadequaatheid is van belang
Preventie van gedragsproblemen?
o Pestprogramma’s
o Copingsstrategiën aanleren
o Reactieprocedures (schoolbreed)
o Screening
Waarom preventie?
o Cascades van probleemgedrag (verbreding)
Wat zijn aangrijpingspunten?
o Leerlingen
o Primaire verzorgers
o Systemen eromheen
Waarom preventie?
Achterliggend: kinderen lokken de hele dag reacties uit met hun impulsieve gedrag.
Dit gedrag leidt tot verschillende reacties onder verschillende omstandigheden
(zorggevers) en dit zorgt voor bepaalde verwachtingen. Hoe langer reactiepatronen
worden ingesleten, hoe moeilijker het is om het te veranderen.
Gedragsproblemen variëren in ernst: Deel gaat vanzelf over, maar deel is sterk
voorspellend voor reeks aan problemen.
Gedragspatronen raken ingeslepen, dan moeilijker te behandelen en beperken
ontwikkelingsmogelijkheden.
Problemen kunnen stoornissen worden.
Positieve insteek: positieve interacties stimuleren leidt tot prettig gezin- en klasklimaat
en dat is goed voor het welzijn van gezinnen, leraren en leerlingen.
Psychologie
Universeel gericht op hele populatie
Selectief gericht op selecte groep die extra aandacht nodig is
Geïndiceerd licht probleemgedrag (bijna behandeling, maar nog steeds
vroegtijdig)
Schoolcontext
Nulniveau
, GGS hoorcollege 7
o Selectief
Niet-probleemgerichte aanpak sociaalemotioneel curriculum (je wil kinderen goed
toerusten)
o Universeel
Probleemgerichte aanpak is al bijna behandeling
o Geïndiceerd
Doel van dit college
Theoretische basis voor preventie en vroegsignalering van gedragsproblemen
verduidelijken
o Risico en beschermende factoren, risicostapeling
o Preventiewetenschap en/of positieve jeugdbenadering, ontwikkelingsopgaven
o Psychobiologische benadering: ‘experiential canalisation’ (experimentele
kanalisatie)
Gedragsproblemen of- stoornissen
Leeftijdsgebonden
Brede range aan problemen en risicfactoren (onveilige hechting)
Inslijpen van interactiepatronen en verwachtingen
Escalerende cyclus
Kinderen worden ook vermeden wanneer ze zich goed gedragen, en leerkracht ondermijnt
positieve mogelijkheden.
Meer positieve dan negatieve interacties nodig voor een goede relatie.
4 positieve op 1 negatieve interactie.
https://www.youtube.com/watch?v=fKaBnwOTI5A (0.30-2.00)
Cultuurverschillen
Veel negativiteit
Bij gedragsproblemen wordt vaak gedacht aan problemen binnen het kind, maar je moet ook
naar een breder perspectief kijken.
Tweespraak
Hoe zou je gedragsproblemen in school kunnen voorkomen (verminderen) als je
redeneert vanuit een transactioneel (kind en omgeving), bioecologisch model
(proximaal en distaal)?
o Universeel ouders betrekken bij wat de kinderen op school doen,
sociaalemotioneel curriculum