Samenvatting Voeding Blok 2.4

Samenvatting Voeding
Voedingsmiddelen met veranderde consistentie /sondevoeding.
Compendium dieetproducten en voedingsmiddelen.

Voedsel met aangepaste consistentie  als voedselpassage door maag-darmkanaal gestoord is of als
patiënt slik- of kauwproblemen heeft.
In 1e instantie  gemalen of vloeibare voeding per os.
Als dit ook onmogelijk is  enterale voeding per sonde of voedingsfistel.
Als maag-darmkanaal niet beschikbaar is  parenterale voeding m.b.v. infuus via bloedbaan.

1. Ziektegerelateerde ondervoeding
Ondervoeding  door tekort voedingsstoffen  verminderde biologische functie.
Ziektegerelateerde ondervoeding  door tekort voedingsstoffen door ziekte  evenwicht tussen
inname energie en voedingsstoffen en behoefte of verlies aan voedingsstoffen is verstoord.
Oorzaken:
 Verminderde voedselinname door verminderde eetlust
 Verhoogde voedingsbehoefte; bijv. bij koorts.
 Abnormale verliezen aan voedingsstoffen; bijv. bij grote bloedingen.

Gevolgen:
 Verminderd algemeen welbevinden
 Ongewenst gewichtsverlies
 Verminderde spierkracht
 Verhoogde kans op infecties en decubitus
 Vertraagde wondgenezing
 Verhoogde kans op postoperatieve complicaties
 Langere verpleegduur
 Verhoogde kans op overlijden

2. Enterale voeding per sonde of voedingsfistel
Sondevoeding = vloeibare volledige voeding die nodige energie en voedingsstoffen bevat  per
sonde of voedingsfistel (stoma) rechtstreeks in maag of dunne darm toegediend.
Onderscheid in:
 Sondevoeding polymeer
 Sondevoeding polymeer specifieke eisen
 Sondevoeding polymeer ziektespecifiek
 Sondevoeding monomeer en oligomeer
Eisen:
 Noodzakelijke voedingsstoffen moeten in juiste hoeveelheden aanwezig zijn.
 2l vocht per dag wordt als standaard aangehouden.

Polymere voedingen  eiwitten, vetten en koolhydraten in hoogmoleculaire vorm en moeten in
maag-darmkanaal verteerd worden  gebruikt bij normaal of bijna normaal functionerend maag-
darmkanaal.