Samenvatting pathologie en geneeskunde
4 Infectieziekten
4.1 Inleiding
4.1 Oorzaken infectieziekten
Een infectie is een ontsteking die veroorzaakt wordt door micro-organismen. De micro-organismen
zijn te onderscheiden in:
- Bacteriën
- Schimmels
- Gisten
- Protozoa
- Virussen
- Prionen
4.2.1 Bacteriën
- Bolvormige kokken
- Bacillen. Staafvormige bacteriën.
- Spirocheten. Structuur van een kurkentrekker.
4.2.2 Schimmels
Bestaat uit een verzameling lange draden (hyfen) die een netwerk (mycelium) vormen. Aan het
mycelium worden sporen gevormd die door uit te groeien voor de voortplanting zorgen.
4.2.3 Gisten
Planten zich voor door middel van spruiting of knopvorming. Zorgen voor de omzetting van suikers in
alcohol en laten deeg rijzen.
4.2.4 Protozoa
Eencelligen die zich soms voortbewegen door dunne zweepdraden.
4.2.5 Virussen
Dringen een gastheer binnen en brengt zijn eigen erfelijk materiaal mee. Dit dringt de cel binnen
waardoor de celstofwisseling gestoord wordt en de cel meestal dood gaat. Ondertussen hebben de
virusdeeltjes zich wel kunnen vermenigvuldigen.
4.2.6 Prionen
Infectieuze eiwitten. Kunnen bij het binnendringen in hersen- en ruggenmergweefsel lichaamseigen
eiwitten vervormen tot nieuwe prionen die weer andere eiwitten vervormen enz. enz. enz. Het
betreft hier vooral eiwitten met een steunende functie, waardoor het zenuwweefsel stevigheid
verliest en er gaten in vallen.
4.3 Verloop infectieziekten
Infectieziekten worden veroorzaakt door pathogene micro-organismen. Infectieziekten zijn
overdraagbaar door direct of indirect contact.
4.3.1 Epidemie, pandemie en endemie
Epidemie: in korte tijd vee mensen ziek door hetzelfde micro-organisme.
4 Infectieziekten
4.1 Inleiding
4.1 Oorzaken infectieziekten
Een infectie is een ontsteking die veroorzaakt wordt door micro-organismen. De micro-organismen
zijn te onderscheiden in:
- Bacteriën
- Schimmels
- Gisten
- Protozoa
- Virussen
- Prionen
4.2.1 Bacteriën
- Bolvormige kokken
- Bacillen. Staafvormige bacteriën.
- Spirocheten. Structuur van een kurkentrekker.
4.2.2 Schimmels
Bestaat uit een verzameling lange draden (hyfen) die een netwerk (mycelium) vormen. Aan het
mycelium worden sporen gevormd die door uit te groeien voor de voortplanting zorgen.
4.2.3 Gisten
Planten zich voor door middel van spruiting of knopvorming. Zorgen voor de omzetting van suikers in
alcohol en laten deeg rijzen.
4.2.4 Protozoa
Eencelligen die zich soms voortbewegen door dunne zweepdraden.
4.2.5 Virussen
Dringen een gastheer binnen en brengt zijn eigen erfelijk materiaal mee. Dit dringt de cel binnen
waardoor de celstofwisseling gestoord wordt en de cel meestal dood gaat. Ondertussen hebben de
virusdeeltjes zich wel kunnen vermenigvuldigen.
4.2.6 Prionen
Infectieuze eiwitten. Kunnen bij het binnendringen in hersen- en ruggenmergweefsel lichaamseigen
eiwitten vervormen tot nieuwe prionen die weer andere eiwitten vervormen enz. enz. enz. Het
betreft hier vooral eiwitten met een steunende functie, waardoor het zenuwweefsel stevigheid
verliest en er gaten in vallen.
4.3 Verloop infectieziekten
Infectieziekten worden veroorzaakt door pathogene micro-organismen. Infectieziekten zijn
overdraagbaar door direct of indirect contact.
4.3.1 Epidemie, pandemie en endemie
Epidemie: in korte tijd vee mensen ziek door hetzelfde micro-organisme.