KIND MET BEPERKING samenvatting boeken + colleges

Kind met beperking

Inhoudsopgave
Les 1 - begeleiding..................................................................................................................................2
Les 2 - beweegdoelen.............................................................................................................................2
Begrijp ik jou? – Algemeen: houding en gedrag.....................................................................................4
Begrijp ik jou? – Pedagogische tips.........................................................................................................6
Kracht van sport – sporten met een gedragsstoornis.............................................................................7
Kracht van sport – sporten met een verstandelijke beperking...............................................................8
(On)beperkt sportief – samenvatting.....................................................................................................9
(On)beperkt sportief – hoofdstuk 6......................................................................................................10
Les 3 – autisme spectrum stoornis.......................................................................................................10
Podcast 1..............................................................................................................................................14
Podcast 2..............................................................................................................................................14
Podcast 3..............................................................................................................................................15
Les 4 – Inleiding cerebrale parese........................................................................................................15
JGZ-richtlijn...........................................................................................................................................19
GGZ Zorgstandaard...............................................................................................................................20
Begrijp ik jou? – Autisme Spectrum Stoornis........................................................................................21
Begrijp ik jou? – Oppositioneel opstandig gedrag................................................................................22
Begrijp ik jou? – ADHD..........................................................................................................................23
ACSM – hfd. 27 ‘Cerebrale Parese’.......................................................................................................25
Begrijp ik jou? – Licht verstandelijke beperking...................................................................................27
DSM-5 whitepaper...............................................................................................................................28
Jeugdigen en (jong)volwassenen met een LVB.....................................................................................29
Actieve samenvatting: kennisclip Zenuwstelsel....................................................................................31
Les 5 – Licht verstandelijke beperking..................................................................................................32

,Les 1 - begeleiding
Kinderen met een beperking komen vaak in een vicieuze cirkel:
Motorisch leren is een uitdaging  tijdens bewegen negatieve ervaringen  minder sporten 
mogelijkheid om te leren neemt af en minder ervaring  motorisch leren blijft achter

Gedragsmatig leren is moeilijker  kinderen voeren de opdracht niet uit zoals het moet  negatieve
reactie van begeleider en omgeving  kinderen minder snel geneigd om opnieuw te proberen 
gedragsmatig leren blijft achter


Les 2 - beweegdoelen




Deelakkoord “inclusief sporten en bewegen”. Hierin gaat het erom dat iedereen:
 Met plezier mee aan doen
 Zich welkom voelt
 Erbij hoort
 Geaccepteerd wordt
 Niet uitgesloten wordt
 Eigen sportkeuzes kan maken

Belangrijk:
1. Bewustwording
2. Ondersteunen van sport- en
beweegaanbieders op lokaal/regionaal niveau

Beweegrichtlijnen kinderen:
 Bewegen is goed, meer bewegen is beter
 Doe minstens elke dat een uur matig
intensieve inspanning. Langer, vaker en/of
intensiever bewegen geeft extra
gezindheidsvoordeel
 Doe minstens drie keer per week spier- en
botversterkende activiteiten
 Voorkom veel stilzitten

55% van de kinderen van 4-11 jaar voldoet aan deze
richtlijnen
28% van de kinderen van 12 t/m 17 jaar voldoet aan
deze richtlijn

2

,Indeling clusters:
 Cluster 1 = scholen voor visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte
kinderen die slechtziend of blind zijn. De meesten gaan, met speciale begeleiding, naar het
reguliere onderwijs
 Cluster 2 = scholen voor auditief gehandicapte kinderen, kinderen met ernstige
spraakmoeilijkheden of taalmoeilijkheden en kinderen met communicatieve problemen
 Cluster 3 = scholen met leerlingen met een motorische en/of verstandelijke handicap,
langdurig zieke kinderen en kinderen met epilepsie
 Cluster 4 = scholen met kinderen met psychiatrische stoornissen of ernstige
gedragsproblemen. Deze scholen zijn verbonden aan pedologische instituten
Grootste deel van de kinderen zit in cluster 3 en 4

Gymlessen tellen niet mee in de wekelijkse sportdeelname. Opvallend: het percentage kinderen dat
een solosport beoefend is hoger onder kinderen met een beperking, dan onder kinderen zonder een
beperking




Redenen om niet deel te nemen aan sport (volgens ouders):
 Gebrek aan tijd en/of zin
 Onbekendheid mogelijkheden (vooral cluster 1 en 3)
 Te hoge kosten
 Gebrek aan mogelijkheden (vooral cluster 1)
 Ontbreken deskundige begeleiding (vooral cluster 2 en 4)

Mogelijke oplossingen voor de belemmeringen:
 Geen zin om te sporten  enthousiasmeren voor sport dmv voorlichting en proeflessen
 Geen tijd om te sporten  kijken naar mogelijkheden in de buurt en planning
 Onbekendheid met de mogelijkheden  mogelijkheden in de buurt op een rij zetten en
voorleggen
 Door negatieve ervaringen niet meer willen sporten  motiverende gespreksvoering
inzetten en stimuleren om nieuwe positieve ervaringen te creëren



3

,  Onvoldoende sportmogelijkheden in regio  mogelijkheden van sportverenigingen in de
buurt in kaart brengen: kunnen zij met (kleine) aanpassingen wel een aanbod bieden? Wat is
hiervoor nodig (subsidie)?
 Begeleiding tijdens activiteit is onvoldoende  verenigingen en/of trainers scholen
 Juiste hulpmiddelen voor sport zijn niet voorhanden  kijken naar de mogelijkheden dmv
bestaande regelingen en/of subsidies

Bij doelstellingen van bewegen kijken naar:
 Inhoud (wat kan het kind wel? Wat willen we bereiken?)
 Vorm (hoe benader ik het kind?)
 Uitvoering (veiligheid; waar op letten?)


Begrijp ik jou? – Algemeen: houding en gedrag
Twee basisbehoeften bij kinderen/mensen met gedragsproblemen:
1. Het willen hebben van invloed op de anderen en hun omgeving
2. Geaccepteerd willen worden door de ander(en)

Roos van Leary




Verticale as = mate van invloed
Horizontale as = mate van acceptatie

Uit dit model ontstaan vier soorten gedragingen:
1. Boven-gedrag = persoon is gericht op veel invloed uitoefenen
2. Onder-gedrag = persoon is niet of nauwelijks gericht op invloed uitoefenen
3. Samen-gedrag = persoon is gericht op acceptatie
4. Tegen-gedrag = persoon is gericht op andere belangen (meestal resultaat) dan acceptatie




4