HOOFDSTUK 9 BEDRIJFSRESULTATEN
9.1 VOOR- EN NACALCULATIE
De winst die een onderneming maakt wordt het bedrijfsresultaat genoemd. Dit kan je berekenen op basis van
de productie, afzet, de commerciële kostprijs en de verkoopprijs.
Het berekenen van het verwachte bedrijfsresultaat noem je de voorcalculatie.
Aan het eind van de periode vergelijk je de verwachte winst met de gerealiseerde winst. Dit noem je de
nacalculatie.
Als de winst afwijkt van de verwachte winst kan dat zowel aan de opbrengstenkant liggen als aan de
kostenkant.
Opbrengstenkant = afzet en verkoopprijs
Kostenkant = variabele en constante kosten
Door het berekenen van de integrale kostprijs (kostprijs die zowel de variabele als de constante kosten bevat)
krijg je inzicht in de verschillende kostenonderdelen
Standaardfabricagekostprijs
C/N + V/W
C = Constante kosten
N = Normale productie
V = Variabele kosten
W = Werkelijke productie
9.2 BEDRIJFSRESULTAAT
Winst is bedrijfsresultaat. Het resultaat kan winst of verlies zijn. Dit kan je dus aanduiden als positief of
negatief resultaat.
Bedrijfsresultaat = opbrengst van de afzet – kosten van de afzet
Transactieresultaat
Het resultaat dat een ondernemer verdient door producten te verkopen. We noemen het ook wel
verkoopresultaat.
Transactieresultaat = opbrengst van de afzet – kostprijs van de afzet
Opbrengst (afzet x verkoopprijs
Kostprijs (afzet x commerciële kostprijs)
Verschil is afzet x winst per product
Transactieresultaat = Afzet x Winst
Het transactieresultaat is niet altijd gelijk aan het bedrijfsresultaat!
Bezettingsresultaat
Als het verwachte aantal producten afwijkt van het normale aantal, dan is de kostprijs niet goed en dus ook het
transactieresultaat niet goed.
Dit kan je corrigeren door het berekenen van het bezettingsresultaat.
Een bezettingsresultaat ontstaat als de verwachte of werkelijke productie afwijkt van de normale productie.
Hierdoor ontstaat er verlies of winst op de gemaakte constante kosten.
9.1 VOOR- EN NACALCULATIE
De winst die een onderneming maakt wordt het bedrijfsresultaat genoemd. Dit kan je berekenen op basis van
de productie, afzet, de commerciële kostprijs en de verkoopprijs.
Het berekenen van het verwachte bedrijfsresultaat noem je de voorcalculatie.
Aan het eind van de periode vergelijk je de verwachte winst met de gerealiseerde winst. Dit noem je de
nacalculatie.
Als de winst afwijkt van de verwachte winst kan dat zowel aan de opbrengstenkant liggen als aan de
kostenkant.
Opbrengstenkant = afzet en verkoopprijs
Kostenkant = variabele en constante kosten
Door het berekenen van de integrale kostprijs (kostprijs die zowel de variabele als de constante kosten bevat)
krijg je inzicht in de verschillende kostenonderdelen
Standaardfabricagekostprijs
C/N + V/W
C = Constante kosten
N = Normale productie
V = Variabele kosten
W = Werkelijke productie
9.2 BEDRIJFSRESULTAAT
Winst is bedrijfsresultaat. Het resultaat kan winst of verlies zijn. Dit kan je dus aanduiden als positief of
negatief resultaat.
Bedrijfsresultaat = opbrengst van de afzet – kosten van de afzet
Transactieresultaat
Het resultaat dat een ondernemer verdient door producten te verkopen. We noemen het ook wel
verkoopresultaat.
Transactieresultaat = opbrengst van de afzet – kostprijs van de afzet
Opbrengst (afzet x verkoopprijs
Kostprijs (afzet x commerciële kostprijs)
Verschil is afzet x winst per product
Transactieresultaat = Afzet x Winst
Het transactieresultaat is niet altijd gelijk aan het bedrijfsresultaat!
Bezettingsresultaat
Als het verwachte aantal producten afwijkt van het normale aantal, dan is de kostprijs niet goed en dus ook het
transactieresultaat niet goed.
Dit kan je corrigeren door het berekenen van het bezettingsresultaat.
Een bezettingsresultaat ontstaat als de verwachte of werkelijke productie afwijkt van de normale productie.
Hierdoor ontstaat er verlies of winst op de gemaakte constante kosten.