Agrarische tijd Samenvattingen, Notities en Examens

Dit document bevat een samenvatting van hoofdstuk 11 tot en met hoofdstuk 15, hoofdstuk 17 en hoofdstuk 18 van het boek een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd. De samenvatting is uitgebreid geschreven en kan dus dienen als vervanging van het boek. Hoofdstuk 11 t/m 14 is tentamenstof voor het tentamen van Vroegmoderne tijd (periode 1) Hoofdstuk 11 t/m 15, 17 en 18 is tentamenstof voor het tentamen van Revoluties (periode 2).

In dit document heb ik H1 van het geschiedenis boek Feníks samengevat. Het speelt zich af in de tijd van Burgers en stoommachines.

Hoe noemen sociologen het geheel van kennis, waarden en doelen, normen en overtuigingen dat moet worden doorgegeven en aangeleerd en zodoende zorgt voor identiteit en continuïteit? - answerscultuur Hoe noemen sociologen alles wat de mens in de loop van de geschiedenis heeft toegevoegd aan de natuur? - answerscultuur In het voorjaar van 2020, tijdens de eerste golf van de coronacrisis, heeft de overheid veel geld voorzien om voor één maand de water- en energiefactuur te betalen voor alle...

Geschiedenis Memo - vwo/gymnasium 1 - boek 1a paragraaf 2 - de eerste boeren

Memo-Max leerjaar 1 Gymnasium samenvatting hoofdstuk 1 De tijd van jagers en boeren ISBN: 978-94-020-6057-7

Dit document is een samenvatting van tijdvak 2 tijd van monniken en ridders. Het gaat over kenmerkende aspecten 9 t/m 12.

In dit document zijn de leerdoelen 1 t/m 11 van tijdvak 3 De Tijd van Grieken en Romeinen uitgewerkt zoals bijv. "De agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid" en "Uitleggen dat in de tijd van Karel de Grote het leenstelsel een belangrijke rol speelde".

Samenvatting geschiedenis: De eerste boeren is afkomstig van de cursus geschiedenis uit de lerarenopleiding BaSo aan de Ucll Diepenbeek.

geschiedenis samenvatting havo 4/5 Tijd van monniken en ridders. kenmerkende aspecten: 9. het ontstaan en de verspreiding van de islam. 10. de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid. 11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. 12. de verspreiding van het christendom in geheel Europa.