KLINISCHE PSYCHIATRIE
HOOFDSTUK 1: INLEIDING: GEBRUIK VAN DE DSM-5
INLEIDING: PSYCHOPATHOLOGIE/PSYCHIATRISCHE STOORNIS
Psychopathologie
Psychopathologie = wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
Het woord ‘psychopathologie’ bestaat uit
o Psyche = psychisch functioneren = psychisch welzijn
o Pathos = last, lijdensdruk voor de patiënt of de omgeving
- Bv. forensisch psychiatrische patiënt: last voor omgeving
- Bv. iemand met stemmingsstoornis: last voor zichzelf
- Lijdensdruk is essentiële vereiste om te kunnen spreken van
psychiatrische conditie
o Logie = leer
Twee benaderingen
Syndroombenadering: psychologie van het pathologische (gegroepeerde
entiteiten): samenhangend geheel van klachten en symptomen
o Kijkt naar hele beeld van klachten en symptomen die samen een syndroom
vormen
- Bv. concentratiemoeilijkheden, negatieve cognities, slaapproblemen zijn
allemaal klachten/symptomen die het syndroom depressie vormen
o Je behandelt het syndroom als geheel
o We mogen nooit obv één klacht concluderen dat er sprake is van een
syndroom
Symptoombenadering: pathologie van het psychische (algemene psychische
processen of functies)
o Richt zich op losse symptomen zonder het totaalbeeld
o Je behandelt elk symptoom afzonderlijk, niet de onderliggende oorzaak
o Klinische ervaring is hierbij essentieel; door praktijktraining ontwikkel je het
vermogen om goede inschattingen te maken
Twee typen diagnosen
Syndroomdiagnose of descriptieve diagnose: deze diagnose is alleen beschrijvend
en geeft geen informatie over de redenen en manier van ontstaan
o Afvinkpsychiatrie
Structuurdiagnose: deze diagnose geeft naast een beschrijving van de
symptomatologie aan waardoor en op welke wijze het syndroom ontstaan is; meer
behandelingsgericht
o Factoren die iemand kwetsbaar maken = predisponerende of
voorbeschikkende
- Wat maakt dat iemand kwetsbaar is voor bv. depressie?
- Bv. familiale erfelijkheid
o Factoren die de stoornis uitlokken = precipiterende of uitlokkende factoren
- Wat zijn life events die hebben meegespeeld?
- Bv. cannabisgebruik
, o Factoren die de stoornis onderhouden = perpetuerende of onderhoudende
factoren
- Wat zijn factoren die de stoornis onderhouden?
- Coping: de manier hoe dat je omgaat met iets
- Adequate coping: gezond omgaan met stress of problemen
- Inadequate coping: niet goed omgaan met stress wat kan leiden
tot meer problemen
- Bv. armoede
Psychiatrische stoornis
Een psychiatrische stoornis = een ‘abnormaal’ verschijnsel (= afwijkend van de
sociale norm of van wat in de cultuur als ‘normaal’ gedrag geldt’), dat ongemak,
lijden of bezorgdheid bij de betrokkene en/of de omgeving veroorzaakt
Soorten modellen
o Medisch model (‘disease’): dit model beschouwt ziekte als iets dat een
specifiek oorzaak heeft, zoals een infectie, genetische factoren of andere
biologische processen
- Etiologie (ontstaan)
- Oorzakelijke factoren (predispositie)
- Uitlokkende factoren (precipitatie)
- In stand houdende factoren (perpetuatie)
- Pathogenese (ontwikkeling)
- Prognose (natuurlijk beloop)
- Behandeling (preventie/therapie)
o Psychologisch model (‘illness’): dit model kijkt naar de subjectieve ervaring
van de ziekte en hoe iemand de ziekte beleeft
- Ziektebeleving
o Sociologisch model (‘sickness’): dit model richt zich op de sociale en
maatschappelijke aspecten van ziekte, zoals hoe de samenleving ziekte
ziet en behandelt
- Ziektrol
Het verklaringsmodel dat het vaakst gehanteerd wordt, is het biopsychosociaal
model
o Zou je voor elke aandoening apart kunnen invullen
- Elke aandoening heeft een aantal biologische, psychologische en
sociale factoren
- Accenten zullen wat verschillend zijn
- Bv. bij schizofrenie is biologische impact vaak groot, terwijl bij
angststoornis psychologische en psychosociale risicofactoren
een grotere rol spelen
- Ze spelen allemaal mee in transactie voor de verklaring van de conditie
o Het samengaan van al die verschillende aspecten zou de verklaring
kunnen zijn
, life events
CLASSIFICATIE
Algemeen
de kwetsbaarheid staat centraal, en gaat gepaard met ingrijpende gebeurtenissen en
langdurige stress
DSM-5 is een voorbeeld van een classificatiesysteem
Doel:
o Orde scheppen: aantal klachten/symptomen gaan bundelen/clusteren
o Fenomenen groeperen
o Gemeenschappelijke taal ontwikkelen
Ideaal:
o Perfecte representatie van onderliggende realiteit en diversiteit
o Voorspelt verloop, oorzaken, reacties op behandeling
o In ideale omstandigheden zou die DSM je een verklaring op maat geven en
het beloop en de reactie op de behandeling voorspellen, maar dat doet het
niet
- Verklaring op maat: wat is die kwetsbaarheid? wat zijn uitlokkende
factoren? zijn er factoren die de zaken in stand houden?
Het is nuttig als:
o Communicatiemiddel voor clinici onderling en tussen clinici en
onderzoekers
o Registratiemiddel
Er zijn drie verschillende types van classificatie
Categoriale classificatie Dimensionale classificatie Prototypische classificatie
Uitgangspu Er is een kwalitatief Er is een kwantitatief Er is een grote variabiliteit bij
nt onderscheid (alles of niets) onderscheid (meer of individuen, die anderzijds ook
tussen ziek en gezond, normaal minder) tussen ziek en veel kenmerken gemeen
en abnormaal gezond, normaal en hebben
- Aan- of afwezig abnormaal - Enkel voorbehouden voor de
- Patiënt is depressief of niet - Veel belangrijker dan persoonlijkheidsstoornissen
- Dichotoom categoraal
- Lichte, matige en ernstige
depressie
- Patiënt met lichte
depressie wordt anders
behandeld dan patiënt met
ernstige depressie
Werkwijze Psychiatrische stoornissen Personen of psychiatrische Psychiatrische stoornissen
worden onderverdeeld in stoornissen worden worden onderverdeeld naar
duidelijk afgebakende klassen, gesitueerd op een dimensie de mate waarin ze gelijken op
die elkaar niet overlappen of continuüm een prototypisch
voorbeeld
De DSM is vooral categoriaal (kwalitatief)
Vanuit klinisch oogpunt is de meest relevante classificatie de dimensionele
, DSM / ICD
Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM)
American Psychiatric Association (APA)
o 1952 : DSM-I
o 1968 : DSM-II
o 1987 : DSM-III
o 1994 : DSM-IV
o 2000 : DSM-IV-TR
o 2013 : DSM-5.0
- Vijfde versie heeft geen Romeins cijfer meer gekregen, met het idee dat
ze het classificatiesysteem stelselmatig gingen herwerken, maar is niet
gebeurd
- Men wou met vijfde versie iets heel anders beogen dan er uiteindelijk
uitgekomen is
International Classification of Diseases (ICD) = ander classificatiesysteem (voor
geestelijke en somatische gezondheidsklachten, dat wordt gebruikt in
Scandinavische landen)
World Heath Organisation (WHO)
o 1900 : ICD-1
o 1910 : ICD-2
o 1921 : ICD-3
o 1930 : ICD-4
o 1939 : ICD-5
o 1949 : ICD-6
o 1958 : ICD-7
o 1968 : ICD-8
o 1979 : ICD-9
o 1999 : ICD-10
o 2022: ICD-11
Er zijn nog veel meer classificatiesystemen dan enkel deze twee
DSM
Voor- en nadelen
Positief:
o Research is verbeterd
o Communicatiemiddel tussen onderzoekers en behandelaars
o Betrouwbaarheid is vrij hoog
Negatief:
o Koppeling hulpverlening
- Een diagnose uit de DSM kan enkel toegang geven tot bepaalde
behandelingen, zonder rekening te houden met de unieke situatie van
de persoon
o Koppeling verzekeringsmaatschappij (DBC = diagnosebehandelingscriteria)
- De diagnose bepaalt vaak tot welke behandelingen vergoed worden
door verzekeraars, wat kan leiden tot beperkte zorg
o Koppeling psychofarmaca
- Een diagnose kan leiden tot het voorschrijven van medicatie, ook al is
dit niet altijd de beste optie voor de persoon
o Constructvaliditeit is bij sommige aandoeningen te beperkt
HOOFDSTUK 1: INLEIDING: GEBRUIK VAN DE DSM-5
INLEIDING: PSYCHOPATHOLOGIE/PSYCHIATRISCHE STOORNIS
Psychopathologie
Psychopathologie = wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
Het woord ‘psychopathologie’ bestaat uit
o Psyche = psychisch functioneren = psychisch welzijn
o Pathos = last, lijdensdruk voor de patiënt of de omgeving
- Bv. forensisch psychiatrische patiënt: last voor omgeving
- Bv. iemand met stemmingsstoornis: last voor zichzelf
- Lijdensdruk is essentiële vereiste om te kunnen spreken van
psychiatrische conditie
o Logie = leer
Twee benaderingen
Syndroombenadering: psychologie van het pathologische (gegroepeerde
entiteiten): samenhangend geheel van klachten en symptomen
o Kijkt naar hele beeld van klachten en symptomen die samen een syndroom
vormen
- Bv. concentratiemoeilijkheden, negatieve cognities, slaapproblemen zijn
allemaal klachten/symptomen die het syndroom depressie vormen
o Je behandelt het syndroom als geheel
o We mogen nooit obv één klacht concluderen dat er sprake is van een
syndroom
Symptoombenadering: pathologie van het psychische (algemene psychische
processen of functies)
o Richt zich op losse symptomen zonder het totaalbeeld
o Je behandelt elk symptoom afzonderlijk, niet de onderliggende oorzaak
o Klinische ervaring is hierbij essentieel; door praktijktraining ontwikkel je het
vermogen om goede inschattingen te maken
Twee typen diagnosen
Syndroomdiagnose of descriptieve diagnose: deze diagnose is alleen beschrijvend
en geeft geen informatie over de redenen en manier van ontstaan
o Afvinkpsychiatrie
Structuurdiagnose: deze diagnose geeft naast een beschrijving van de
symptomatologie aan waardoor en op welke wijze het syndroom ontstaan is; meer
behandelingsgericht
o Factoren die iemand kwetsbaar maken = predisponerende of
voorbeschikkende
- Wat maakt dat iemand kwetsbaar is voor bv. depressie?
- Bv. familiale erfelijkheid
o Factoren die de stoornis uitlokken = precipiterende of uitlokkende factoren
- Wat zijn life events die hebben meegespeeld?
- Bv. cannabisgebruik
, o Factoren die de stoornis onderhouden = perpetuerende of onderhoudende
factoren
- Wat zijn factoren die de stoornis onderhouden?
- Coping: de manier hoe dat je omgaat met iets
- Adequate coping: gezond omgaan met stress of problemen
- Inadequate coping: niet goed omgaan met stress wat kan leiden
tot meer problemen
- Bv. armoede
Psychiatrische stoornis
Een psychiatrische stoornis = een ‘abnormaal’ verschijnsel (= afwijkend van de
sociale norm of van wat in de cultuur als ‘normaal’ gedrag geldt’), dat ongemak,
lijden of bezorgdheid bij de betrokkene en/of de omgeving veroorzaakt
Soorten modellen
o Medisch model (‘disease’): dit model beschouwt ziekte als iets dat een
specifiek oorzaak heeft, zoals een infectie, genetische factoren of andere
biologische processen
- Etiologie (ontstaan)
- Oorzakelijke factoren (predispositie)
- Uitlokkende factoren (precipitatie)
- In stand houdende factoren (perpetuatie)
- Pathogenese (ontwikkeling)
- Prognose (natuurlijk beloop)
- Behandeling (preventie/therapie)
o Psychologisch model (‘illness’): dit model kijkt naar de subjectieve ervaring
van de ziekte en hoe iemand de ziekte beleeft
- Ziektebeleving
o Sociologisch model (‘sickness’): dit model richt zich op de sociale en
maatschappelijke aspecten van ziekte, zoals hoe de samenleving ziekte
ziet en behandelt
- Ziektrol
Het verklaringsmodel dat het vaakst gehanteerd wordt, is het biopsychosociaal
model
o Zou je voor elke aandoening apart kunnen invullen
- Elke aandoening heeft een aantal biologische, psychologische en
sociale factoren
- Accenten zullen wat verschillend zijn
- Bv. bij schizofrenie is biologische impact vaak groot, terwijl bij
angststoornis psychologische en psychosociale risicofactoren
een grotere rol spelen
- Ze spelen allemaal mee in transactie voor de verklaring van de conditie
o Het samengaan van al die verschillende aspecten zou de verklaring
kunnen zijn
, life events
CLASSIFICATIE
Algemeen
de kwetsbaarheid staat centraal, en gaat gepaard met ingrijpende gebeurtenissen en
langdurige stress
DSM-5 is een voorbeeld van een classificatiesysteem
Doel:
o Orde scheppen: aantal klachten/symptomen gaan bundelen/clusteren
o Fenomenen groeperen
o Gemeenschappelijke taal ontwikkelen
Ideaal:
o Perfecte representatie van onderliggende realiteit en diversiteit
o Voorspelt verloop, oorzaken, reacties op behandeling
o In ideale omstandigheden zou die DSM je een verklaring op maat geven en
het beloop en de reactie op de behandeling voorspellen, maar dat doet het
niet
- Verklaring op maat: wat is die kwetsbaarheid? wat zijn uitlokkende
factoren? zijn er factoren die de zaken in stand houden?
Het is nuttig als:
o Communicatiemiddel voor clinici onderling en tussen clinici en
onderzoekers
o Registratiemiddel
Er zijn drie verschillende types van classificatie
Categoriale classificatie Dimensionale classificatie Prototypische classificatie
Uitgangspu Er is een kwalitatief Er is een kwantitatief Er is een grote variabiliteit bij
nt onderscheid (alles of niets) onderscheid (meer of individuen, die anderzijds ook
tussen ziek en gezond, normaal minder) tussen ziek en veel kenmerken gemeen
en abnormaal gezond, normaal en hebben
- Aan- of afwezig abnormaal - Enkel voorbehouden voor de
- Patiënt is depressief of niet - Veel belangrijker dan persoonlijkheidsstoornissen
- Dichotoom categoraal
- Lichte, matige en ernstige
depressie
- Patiënt met lichte
depressie wordt anders
behandeld dan patiënt met
ernstige depressie
Werkwijze Psychiatrische stoornissen Personen of psychiatrische Psychiatrische stoornissen
worden onderverdeeld in stoornissen worden worden onderverdeeld naar
duidelijk afgebakende klassen, gesitueerd op een dimensie de mate waarin ze gelijken op
die elkaar niet overlappen of continuüm een prototypisch
voorbeeld
De DSM is vooral categoriaal (kwalitatief)
Vanuit klinisch oogpunt is de meest relevante classificatie de dimensionele
, DSM / ICD
Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM)
American Psychiatric Association (APA)
o 1952 : DSM-I
o 1968 : DSM-II
o 1987 : DSM-III
o 1994 : DSM-IV
o 2000 : DSM-IV-TR
o 2013 : DSM-5.0
- Vijfde versie heeft geen Romeins cijfer meer gekregen, met het idee dat
ze het classificatiesysteem stelselmatig gingen herwerken, maar is niet
gebeurd
- Men wou met vijfde versie iets heel anders beogen dan er uiteindelijk
uitgekomen is
International Classification of Diseases (ICD) = ander classificatiesysteem (voor
geestelijke en somatische gezondheidsklachten, dat wordt gebruikt in
Scandinavische landen)
World Heath Organisation (WHO)
o 1900 : ICD-1
o 1910 : ICD-2
o 1921 : ICD-3
o 1930 : ICD-4
o 1939 : ICD-5
o 1949 : ICD-6
o 1958 : ICD-7
o 1968 : ICD-8
o 1979 : ICD-9
o 1999 : ICD-10
o 2022: ICD-11
Er zijn nog veel meer classificatiesystemen dan enkel deze twee
DSM
Voor- en nadelen
Positief:
o Research is verbeterd
o Communicatiemiddel tussen onderzoekers en behandelaars
o Betrouwbaarheid is vrij hoog
Negatief:
o Koppeling hulpverlening
- Een diagnose uit de DSM kan enkel toegang geven tot bepaalde
behandelingen, zonder rekening te houden met de unieke situatie van
de persoon
o Koppeling verzekeringsmaatschappij (DBC = diagnosebehandelingscriteria)
- De diagnose bepaalt vaak tot welke behandelingen vergoed worden
door verzekeraars, wat kan leiden tot beperkte zorg
o Koppeling psychofarmaca
- Een diagnose kan leiden tot het voorschrijven van medicatie, ook al is
dit niet altijd de beste optie voor de persoon
o Constructvaliditeit is bij sommige aandoeningen te beperkt