Hoofdstuk 1: Kopen
In Vlaanderen is de duidelijke trend van eigenaars en aankopen van huizen nog altijd sterk aanwezig. Vlamingen zijn
nog altijd voorstander van het aankopen van een woning ipv huren.
Trend begrijpen van deze grafiek
en tabel.
Vooral de kleine steden en de gemeenten daarbuiten is het grootste aandeel eigenaar van zijn woning. In de grote
steden is dit duidelijk minder en zijn ongeveer even veel huurders als eigenaar.
De trend van eigenaars is duidelijk wel iets Belgisch. Als we kijken naar de buurlanden is te zien dat daar veel minder
eigenaars zijn en het aandeel aan huurder bijna gelijk is aan eigenaars.
Pagina 1 van 57
,Wie iets met vastgoed kopen/ verkopen:
Eigenaar-gebruiker
Eigenaar-verkoper projectontwikkelaar
Vastgoedmakelaar
Vastgoedbeheerder
1 Eindgebruiker - eigenaar
1.1 Vraagperspectief
De factoren die de beslissing om te kopen bepalen worden
weergegeven in een vraagperspectief, deze wordt voorgesteld in
een cyclus.
Initiatief: waarom beslissen tot kopen
Kwantitatief: oppervlakte, voldoende ruimtefuncties
Kwalitatief: functies, technische eisen, imago
Locatie: woonwerk-verkeer, OV, groen
Financieel: betaalbaarheid
Dynamische vraag, maar statisch aanbod varkenscyclus
Vanaf 2005 is een duidelijke
stijging op de woningprijzen. Dit is
het gevolg van de woonbonus,
systeem van hypotheekaftrek, dat
in 2005 werd ingevoerd maar
reeds in 2020 opnieuw is
afgeschaft.
Met het afschaffen van de
woonbonus hoopt men de
stijgende trens van woningprijzen
te doen stagneren en eventueel
opnieuw laten dalen.
Pagina 2 van 57
,1.2 Woningprijzen
Het besteedbaar budget bepaald de woningprijs
Woningprijzen evolutie van woningprijzen zijn verschillend in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De prijsevolutie
binnen de gewesten zijn gelijklopend.
Woonquote: factor die de maximale hypotheek bepaald max. 30% van beschikbaar inkomen. Zorgt voor een
rechtstreeks verband tussen leningscapaciteit en woningprijzen.
Basisprincipe:
Vraag
Willen: Willingness, bereidheidn vetrouwen
Kunnen: Ability, koopkracht = eigen middelen + ontleningscapaciteit
Aanbod
Ability: waar haal je je budget om te kopen Eigen Vermogen + Hypothecaire Lening
Eigen middelen
Hypothecaire lening
Derden
Ability EM + HL
Verhouding afhankelijk van:
Leeftijd
Gezinstoestand
Ingeschatte inkomensevolutie
Spaarsnelheid
Toevaligheden (erfenis, slimme investering…)
Weergave van
spaarevolutie, lopende
leningen… ifv de leeftijd.
Verhouding EM – HL verschilt sterk ifv leeftijd:
Meer dan 90% van startende eigenaars jonger dan 45jaar hypothecaire lening
Slechts 10% van de kopers vanaf 65jaar hypothecaire lening
Totaal 78% van de aankopen/bouwen hypothecaire lening
Factoren die ontleningscapaciteit bepalen:
Inkomen
Intrestvoet
Fiscaliteit
Hypotheektype
Pagina 3 van 57
, Willingness: vertrouwen in kopen van discrete goeden. Wordt beïnvloed door 4 factoren, vooruitzichten:
Economische situatie
Werkloosheid
Financiële situatie vd gezinnen
Spaarcapaciteit vd gezinnen
1.2.1 Ontleningscapaciteit
Laatste 40 jaar is het inkomen van de Vlaming vertienvoudigd inflatiegevoelig.
Terwijl staat de hypothecaire interestvoet historisch laag. Tegenwoordige 0,9 % gunstig klimaat voor leningen
Afbetalingsratio: initiële afbetaling hypotheek in verhouding tot het inkomen.
Verschilt niet substantieel doorheen de tijd = stabiel
Afbetaling max. 30% vh inkomen
Maar reële ontleningscapaciteit stijgt, en relatieve ontleningslast daalt. Dit door:
Inflatie
Loonstijging
Herfinancieringen
Daling na 2008 economische
crisis.
De woningprijs blijft sterk stijgen ook al veranderd de initiële afbetalingsratio niet. Dit door volgende mechanismen:
Inkomensevolutie
Evolutie hypothecaire intrestvoeten
Fiscaliteit
Looptijd hypothecaire lening
Beleningsgraad
Initiële afbetalingsratio: is een startpunt in het proces van de Belgische huishoudensbeslissing over hoe veel er
geleend kan worden , rekening houdend met de geldende marktvoorwaarden. staat centraal in
woningprijsmodel.
Pagina 4 van 57