Tips & Veel gemaakte fouten zakenrecht
Tijdens het examen Zakenrecht doen zich vaak dezelfde fouten voor.
Dit is een overzicht daarvan. Bekijk het en probeer deze fouten te vermijden.
Het is belangrijk dat je alles juist kan formuleren.
Een tip: kijk ook al je BZ- en groepsopdrachten na. Tijdens die opdrachten worden vragen
gesteld zoals ze op het examen zullen voorkomen. In de les is de oplossing van de
groepsopdrachten gegeven, met richtlijnen hoe ze juist kunnen opgelost worden.
Algemeen
gebruik waar mogelijk altijd de juridische terminologie (dit is een eindcompetentie)
bij vermelden van wetsartikelen (bijv. erfpacht en opstal): lees de artikelen goed na en kijk
of ze wel degelijk zeggen wat jij bedoelt
bij vermelden van wetsartikelen altijd erbij vermelden uit welk wetboek of welke wet ze
komen (bijv. art. 7: van BW of Hypotheekwet of Opstalwet?); wie enkel het artikel
neerschrijft weet op dat moment wel wat wordt bedoeld, maar de lezer/docent moet
volledige en correcte informatie krijgen; juist refereren is een eindcompetentie
Algemene tips
leer de oplossingen van de BZL-opdrachten niet van buiten, probeer zelf via
redenering tot een oplossing te komen
dit is geen open-boek-examen! Ga er dus niet vanuit dat je de oplossing in je
Vastgoedwetboek rechtstreeks zal terugvinden. Je moet dus wel de theorie leren
(bijv. door de schema's van de ppt te gebruiken), vanuit die theorie tot een
oplossing komen en achteraf in je wetboek de juiste wetsartikelen erbij betrekken.
Je codex is dus je controle.
Gemene muur
gebruik niet "aanmatiging" : moet "bezitsaanmatiging" zijn (juiste terminologie)
zeg niet "bezitsaanmatiging vragen aan de rechter": dit kan je niet vragen, dit is een
feitelijke toestand die je enkel kan vaststellen; dus op basis of op grond van
bezitsaanmatiging kan men aan de rechter bepaalde maatregelen vragen (nl. ofwel de
bezitsaanmatiging te laten ophouden maar dan blijft het een eigen muur, ofwel de muur
direct gemeen te maken en dan wordt het een gemene muur)
"bezitsaanmatiging buiten 663 BW" slaat nergens op: dit moet zijn: aan de rechter vragen
op grond van bezitsaanmatiging tot gedwongen koop buiten art. 663 BW (of: tot
gemeenmaking) over te gaan
Tip
leer de oplossingen uit de les niet van buiten; probeer tot een oplossing te komen
door te redeneren; de opgave op het examen zal niet zo uitgebreid zijn als in de les,
dus kan je best door zelf te redeneren tot een oplossing komen
kijk altijd eerst naar het uitgangspunt: staat de muur er al of niet: dit bepaalt onder
welk artikel (661 of 663 BW) je valt en welke acties je kan ondernemen
1
Tijdens het examen Zakenrecht doen zich vaak dezelfde fouten voor.
Dit is een overzicht daarvan. Bekijk het en probeer deze fouten te vermijden.
Het is belangrijk dat je alles juist kan formuleren.
Een tip: kijk ook al je BZ- en groepsopdrachten na. Tijdens die opdrachten worden vragen
gesteld zoals ze op het examen zullen voorkomen. In de les is de oplossing van de
groepsopdrachten gegeven, met richtlijnen hoe ze juist kunnen opgelost worden.
Algemeen
gebruik waar mogelijk altijd de juridische terminologie (dit is een eindcompetentie)
bij vermelden van wetsartikelen (bijv. erfpacht en opstal): lees de artikelen goed na en kijk
of ze wel degelijk zeggen wat jij bedoelt
bij vermelden van wetsartikelen altijd erbij vermelden uit welk wetboek of welke wet ze
komen (bijv. art. 7: van BW of Hypotheekwet of Opstalwet?); wie enkel het artikel
neerschrijft weet op dat moment wel wat wordt bedoeld, maar de lezer/docent moet
volledige en correcte informatie krijgen; juist refereren is een eindcompetentie
Algemene tips
leer de oplossingen van de BZL-opdrachten niet van buiten, probeer zelf via
redenering tot een oplossing te komen
dit is geen open-boek-examen! Ga er dus niet vanuit dat je de oplossing in je
Vastgoedwetboek rechtstreeks zal terugvinden. Je moet dus wel de theorie leren
(bijv. door de schema's van de ppt te gebruiken), vanuit die theorie tot een
oplossing komen en achteraf in je wetboek de juiste wetsartikelen erbij betrekken.
Je codex is dus je controle.
Gemene muur
gebruik niet "aanmatiging" : moet "bezitsaanmatiging" zijn (juiste terminologie)
zeg niet "bezitsaanmatiging vragen aan de rechter": dit kan je niet vragen, dit is een
feitelijke toestand die je enkel kan vaststellen; dus op basis of op grond van
bezitsaanmatiging kan men aan de rechter bepaalde maatregelen vragen (nl. ofwel de
bezitsaanmatiging te laten ophouden maar dan blijft het een eigen muur, ofwel de muur
direct gemeen te maken en dan wordt het een gemene muur)
"bezitsaanmatiging buiten 663 BW" slaat nergens op: dit moet zijn: aan de rechter vragen
op grond van bezitsaanmatiging tot gedwongen koop buiten art. 663 BW (of: tot
gemeenmaking) over te gaan
Tip
leer de oplossingen uit de les niet van buiten; probeer tot een oplossing te komen
door te redeneren; de opgave op het examen zal niet zo uitgebreid zijn als in de les,
dus kan je best door zelf te redeneren tot een oplossing komen
kijk altijd eerst naar het uitgangspunt: staat de muur er al of niet: dit bepaalt onder
welk artikel (661 of 663 BW) je valt en welke acties je kan ondernemen
1
