Eventtechniek – Joris Verniest
Deel 1: Geluid
Geluid - basiskennis
- Het principe van een geluidsinstallatie: altijd denken in de logische weg die een geluidssignaal volgt.
Geluidsbron: aansluiten op DI-BOX
o Microfoon om stemmen/ instrumenten op te nemen en om te zetten naar een
elektrisch signaal
o Geluidsbronnen met reeds een elektrisch signaal: keyboard, DJ mengtafel..
Bewerking: via de mengtafel
o Toonregeling: bas – mid – high tonen
o Volume
o Dynamiek
o Effecten: reverb, delay, chorus, pitch..
Weergave: via de versterker naar de luidsprekers
o Luidsprekers met ingebouwde versterker = gepowerde luidsprekers
- Geluidstheorie
Geluid = een aantal snelle luchtdrukvariaties rond een gemiddelde luchtdruk. (Botsende
moleculen veroorzaken verdikkingen in de lucht -> luchtdrukvariatie rond de heersende
luchtdruk).
Frequentie (f) = het aantal trillingen per seconde, uitgedrukt in Hertz (Hz)
o 100 Hz = 100 trillingen per seconde
o Frequency analyser: zien hoe iets klinkt.
o Frequency range: het menselijk gehoor rijkt van 20 Hz tot 20 kHz.
LOW = 0 – 150 Hz
MID = 150 – 8 kHz
HIGH = 8 kHz – 20 kHz
o Grondfrequentie = de laagste mogelijke frequentie die een staande golf zal
produceren
o Harmonischen = veelvouden van de grondtoon.
Geluidsgolf: 1 trilling = 1 omwenteling van de cirkel = 1 periode
Amplitude = de grootte van de uitwijking.
Periode: de periode van een geluidsgolf heeft een bepaalde tijdsduur.
o Berekenen = tijdsduur : frequentie
vb = 1000 ms (miliseconde) : 100 Hz = 10 ms
De tijdsduur van een 100 Hz toon is dus 10 ms.
o Hoe hoger de frequentie, hoe korter de periode
(= hoe kleiner de golflengte)
1
, Geluidssnelheid
o 344 m/s -> 1 km is ongeveer 3 seconden.
o Zelfs korte verschillen in afstand tussen 2 luidsprekers, geeft al een vertraging.
Golflengte = geluidssnelheid : frequentie
o 100 Hz = golflengte 3,4m = tijdsduur 10 ms
= lage frequentie en dus grote golflengte (= bastonen)
200 Hz = golflengte 1,72 m = tijdsduur 5 ms
500 Hz = golflengte 0,68 m = tijdsduur 2ms
1000 Hz = golflengte 0,34 m = tijdsduur 1 ms
Akoestiek = de manier waarop geluid zich gedraagt in een bepaalde ruimte. Dit wordt
bepaald door de mate van geluidsabsorptie ten opzichte van geluidsreflectie.
o Klassiek concert: mag wel nagalmen, geluid wordt terug verspreid door reflecties
(reflecteren).
Vb door klankkaatsers, verspringingen…
Nagalmtijd opera -> 1,6 sec. Klassiek orkest -> 2,1 sec.
o Pop/dance/ rockconcert: trillingen moeten zo snel mogelijk uitdoven (absorberen).
Vb door zachter materiaal tegen de muren, aangepaste stoelen … -> ‘droge zaal’
Nagalmtijd: < 1 sec.
Buiten: factoren die invloed hebben: wind, temperatuur, luchtvochtigheid.
Inverse square law (kwadratische afstandswet): afstand x 2 = geluid : 4
-> Elke verdubbeling van afstand tot de bron leidt tot een verzwakking in geluidsniveau van 6
dB.
Absorbtiecoëfficiënt: open raam = 1, materiaal dat 100% reflecteert = 0.
Reflectie van geluid:
o Fase 2 is bepalend voor de klankindruk en de richtingswaarneming.
o Fase 3 verdeelt zich het geluid steeds gelijkmatiger over de ruimte.
Fase = de relatie van een geluid of audiosignaal tot de tijd.
o In fase: elkaar versterken = amplitude 2x -> Nodig bij 2 luidsprekers die bij elkaar
staan.
o In tegenfase (180 ° verschil): elkaar opheffen en resulteren in stilte.
o niet perfect in fase: faseverschuiving -> resulteert in kamfilters
Staande golf: ontstaat wanneer de afstand tussen 2 wanden een halve golflengte of de
veelvouden ervan bedraagt -> versterking op deze plaats (en vermindering op andere
plaatsen)
Oplossing: andere opstelling van de luidsprekers.
Resonantie: het verschijnsel dat een voorwerp mee gaat trillen met een van buitenaf
opgelegde trilling.
Kamfilter = hoorbare klankvervorming: bepaalde frequenties worden gecanceld, andere
tellen bij elkaar op.
2
, Decibel
o Fletcher Munson loudness curve:
de gevoeligheid van ons oor voor
bas en hoge frequenties is
verschillend naargelang het
volume van het geluid dat we
waarnemen.
o VLAREM-geluidwetgeving
- Microfoons
Dynamische en condensatormicrofoon: zie blad.
3
Deel 1: Geluid
Geluid - basiskennis
- Het principe van een geluidsinstallatie: altijd denken in de logische weg die een geluidssignaal volgt.
Geluidsbron: aansluiten op DI-BOX
o Microfoon om stemmen/ instrumenten op te nemen en om te zetten naar een
elektrisch signaal
o Geluidsbronnen met reeds een elektrisch signaal: keyboard, DJ mengtafel..
Bewerking: via de mengtafel
o Toonregeling: bas – mid – high tonen
o Volume
o Dynamiek
o Effecten: reverb, delay, chorus, pitch..
Weergave: via de versterker naar de luidsprekers
o Luidsprekers met ingebouwde versterker = gepowerde luidsprekers
- Geluidstheorie
Geluid = een aantal snelle luchtdrukvariaties rond een gemiddelde luchtdruk. (Botsende
moleculen veroorzaken verdikkingen in de lucht -> luchtdrukvariatie rond de heersende
luchtdruk).
Frequentie (f) = het aantal trillingen per seconde, uitgedrukt in Hertz (Hz)
o 100 Hz = 100 trillingen per seconde
o Frequency analyser: zien hoe iets klinkt.
o Frequency range: het menselijk gehoor rijkt van 20 Hz tot 20 kHz.
LOW = 0 – 150 Hz
MID = 150 – 8 kHz
HIGH = 8 kHz – 20 kHz
o Grondfrequentie = de laagste mogelijke frequentie die een staande golf zal
produceren
o Harmonischen = veelvouden van de grondtoon.
Geluidsgolf: 1 trilling = 1 omwenteling van de cirkel = 1 periode
Amplitude = de grootte van de uitwijking.
Periode: de periode van een geluidsgolf heeft een bepaalde tijdsduur.
o Berekenen = tijdsduur : frequentie
vb = 1000 ms (miliseconde) : 100 Hz = 10 ms
De tijdsduur van een 100 Hz toon is dus 10 ms.
o Hoe hoger de frequentie, hoe korter de periode
(= hoe kleiner de golflengte)
1
, Geluidssnelheid
o 344 m/s -> 1 km is ongeveer 3 seconden.
o Zelfs korte verschillen in afstand tussen 2 luidsprekers, geeft al een vertraging.
Golflengte = geluidssnelheid : frequentie
o 100 Hz = golflengte 3,4m = tijdsduur 10 ms
= lage frequentie en dus grote golflengte (= bastonen)
200 Hz = golflengte 1,72 m = tijdsduur 5 ms
500 Hz = golflengte 0,68 m = tijdsduur 2ms
1000 Hz = golflengte 0,34 m = tijdsduur 1 ms
Akoestiek = de manier waarop geluid zich gedraagt in een bepaalde ruimte. Dit wordt
bepaald door de mate van geluidsabsorptie ten opzichte van geluidsreflectie.
o Klassiek concert: mag wel nagalmen, geluid wordt terug verspreid door reflecties
(reflecteren).
Vb door klankkaatsers, verspringingen…
Nagalmtijd opera -> 1,6 sec. Klassiek orkest -> 2,1 sec.
o Pop/dance/ rockconcert: trillingen moeten zo snel mogelijk uitdoven (absorberen).
Vb door zachter materiaal tegen de muren, aangepaste stoelen … -> ‘droge zaal’
Nagalmtijd: < 1 sec.
Buiten: factoren die invloed hebben: wind, temperatuur, luchtvochtigheid.
Inverse square law (kwadratische afstandswet): afstand x 2 = geluid : 4
-> Elke verdubbeling van afstand tot de bron leidt tot een verzwakking in geluidsniveau van 6
dB.
Absorbtiecoëfficiënt: open raam = 1, materiaal dat 100% reflecteert = 0.
Reflectie van geluid:
o Fase 2 is bepalend voor de klankindruk en de richtingswaarneming.
o Fase 3 verdeelt zich het geluid steeds gelijkmatiger over de ruimte.
Fase = de relatie van een geluid of audiosignaal tot de tijd.
o In fase: elkaar versterken = amplitude 2x -> Nodig bij 2 luidsprekers die bij elkaar
staan.
o In tegenfase (180 ° verschil): elkaar opheffen en resulteren in stilte.
o niet perfect in fase: faseverschuiving -> resulteert in kamfilters
Staande golf: ontstaat wanneer de afstand tussen 2 wanden een halve golflengte of de
veelvouden ervan bedraagt -> versterking op deze plaats (en vermindering op andere
plaatsen)
Oplossing: andere opstelling van de luidsprekers.
Resonantie: het verschijnsel dat een voorwerp mee gaat trillen met een van buitenaf
opgelegde trilling.
Kamfilter = hoorbare klankvervorming: bepaalde frequenties worden gecanceld, andere
tellen bij elkaar op.
2
, Decibel
o Fletcher Munson loudness curve:
de gevoeligheid van ons oor voor
bas en hoge frequenties is
verschillend naargelang het
volume van het geluid dat we
waarnemen.
o VLAREM-geluidwetgeving
- Microfoons
Dynamische en condensatormicrofoon: zie blad.
3