Hfst 1
Vraag 1
Comte gaat op zoek naar een oplossing voor het probleem van de niet-arbitraire contingentie en de orde. Welke
instelling kan daar volgens hem een belangrijke rol in spelen? Geef het meest correcte antwoord aan.
o Religie
o De vrije markt
o Ideologie
o Wetenschap
o Een politieke dictatuur
o Charismatisch leiderschap
o Traditie
o De natuur
o Het moderne kerngezin
o Geschiedenis
Vraag 2
‘Het arbitraire’ is Jürgen Habermas een doorn in het oog. Hoe kunnen we volgens hem hieraan ontsnappen? Geef de
twee foute antwoorden aan.
o Religie en traditie bieden volgens Habermas een manier om het arbitraire te weerleggen; ze dienen deels
in ere hersteld te worden.
o Wetenschap biedt een methode om op open wijze met elkaar te communiceren; deze ongedwongen
communicatie leidt onder eerlijke en redelijke mensen tot een consensus over doelen en prioriteiten.
o De geschiedenis leert dat democratie en vrije markteconomie respectievelijk de beste regeringsvorm en
het beste economische model zijn.
o Wanneer iedereen het eens is over de doelen en prioriteiten in de samenleving, houden de regels en
instellingen die we zelf maken op met willekeurig en arbitrair te zijn.
o Door kennis- en handelingswijzen te ontwikkelen die toelaten onze doelen redelijk te kiezen en te
beheersen.
Vraag 3
Een belangrijke sociologische les is dat alles contingent is maar daarom nog niet arbitrair. Welke twee van de
volgende uitspraken zijn in strijd met die les?
o Wetten, reglementen en gewoonten berusten slechts op conventies.
o Er is geen goede reden voor de vorm die instituties bij ons hebben aangenomen.
o Onze instituties hadden ook een totaal andere vorm kunnen aannemen.
o Iets is noch noodzakelijk, noch onmogelijk.
o De samenleving en de geschiedenis zijn totaal beheersbaar.
Vraag 4
Waarin verschillen de posities van Luhmann en Habermas ten aanzien van het arbitraire? Geef de twee juiste
antwoorden aan.
o Habermas en Luhmann zien beiden een rol weggelegd voor conflict als communicatiemiddel.
o Habermas meent dat via open en redelijke communicatie, en via redelijke kennis- en handelingswijzen,
keuzes gemaakt kunnen worden die het arbitraire opheffen.
o Habermas zet zich af tegen de ideeën van de Verlichting en ziet geen heil in redelijke oplossingen;
instellingen als religie en traditie zijn beter geplaatst.
o Volgens Luhmann moeten we leren leven met het arbitraire; een consensus is immers onmogelijk.
o Luhmann is een overtuigde Verlichtingsdenker; wetenschap is de enige echte methode om zeker te weten
wat de waarheid is.
Vraag 5
Welke inzichten en bijdragen leverde Comte aan het ontstaan en de ontwikkeling van de sociologie als wetenschap?
Geef de twee correcte antwoorden aan.
o Het idee dat het sociale van natuurlijke oorsprong is.
o Een positivistische benadering van de sociale werkelijkheid, oftewel een zakelijke, op wetenschappelijke
observatie en logica steunende onderzoekswijze van de samenleving is van groot belang.
o Sociologen moeten een zekere afstandelijkheid aan de dag leggen ten aanzien van hun onderzoeksobject.
o De sociologie moet zich bezighouden met het zoeken naar regelmaten in het handelen van mensen in
plaats van metafysische vragen te stellen over de oorsprong van de mens.
o Vooroordelen en belangen versluieren een realistische en nuchtere kijk op sociale fenomenen.
, Hfst 2
Vraag 1
Welke regels of principes onderbouwen het geven van geschenken? Geef de twee juiste antwoorden aan.
o Reciprociteit
o Functionaliteit
o Normativiteit
o Vermogendheid
o Proportionaliteit
Vraag 2
Welke bedenkingen kunnen worden geformuleerd bij de Verstehende-methode van Weber? Geef de twee correcte
antwoorden aan.
o Deze methode biedt geen enkele mogelijkheid om de interpretatie van de onderzoeker te toetsen; ze
blijft met andere woorden erg subjectief.
o De aanhangers van deze methode focussen in hun studie van de sociale werkelijkheid overmatig op
causaliteit.
o Deze methode werkt beter dicht bij huis en voor de eigen groep dan voor groepen of culturen die
geografisch of in de tijd ver verwijderd zijn.
o Het volstaat niet om statistische regelmaten te observeren.
o Deze methode verliest de praktische taak van de socioloog uit het oog.
Vraag 3
Hieronder vind je een aantal uitspraken met betrekking tot de taken van de socioloog. Welke twee van deze
uitspraken zijn fout?
o De kritische sociologie kan de bestaande waarden en overtuigingen niet aanvaarden.
o Het doel van de empirisch-analytische kennis is de bestaande belangenconstellaties in de maatschappij te
doorbreken.
o De kritische socioloog wil door inzicht in het functioneren van de samenleving de zelfgemaakte, doch
verborgen beperkingen ervan aan het licht brengen.
o De praktische sociologie wil ons door inzicht ook van de waarneming van de sociale werkelijkheid laten
genieten.
o Het ontsluieren van de werkelijkheid die doorgaans verborgen blijft, is de belangrijkste doelstelling van de
kritische sociologie.
Vraag 4
De klassieke onderzoekscyclus schrijft een aantal stadia voor wetenschappelijke vooruitgang voor. Welke twee
stellingen over deze onderzoekscyclus zijn fout?
o Na toetsing en observatie volgt de aanpassing van de theorie.
o Na de formulering van een hypothese wordt een algemene stelling opgesteld.
o In empirisch onderzoek moet een hypothese altijd empirisch getoetst kunnen worden.
o Een hypothese in de functionalistische gezinstheorie zou kunnen luiden: ‘gezin en economie moeten op
elkaar worden afgestemd’.
o Theorieën zijn algemene uitspraken over het menselijk gedrag, waarvan de verbijzondering de
geobserveerde werkelijkheid kan verklaren.
Vraag 5
Wat bedoelt Claude Javeau met de ‘sociologie van het dagelijkse leven’? Geef de twee correcte antwoorden aan.
o Hiermee doelt Javeau op de respectvolle houding die sociologen dienen aan te nemen bij de studie van het
menselijke handelen.
o Hiermee doelt Javeau op de houding van afstandelijke betrokkenheid die sociologen kenmerkt.
o Sociologen moeten proberen de sociale werkelijkheid te beschrijven met behulp van de termen en de
voorstellingswijzen die mensen zelf hanteren.
o Sociale wetenschappen moeten bij de studie van de samenleving vooral de aandacht richten op het
dagelijkse leven van mensen. Hierin schuilt de kern van het maatschappelijke leven.
o Hiermee doelt Javeau op het belang van de praktische taak van de socioloog.