Informatica voor
bedrijfsbeleid
,1. INLEIDING EN BASISBEGRIPPEN
1.1. INLEIDING: ENKELE FEITEN
Geert Noels: 51% van de investeringen hebben betrekking op IT
Maar tot 80-90% van de IT-projecten mislukt
Return on IT vs. IT investment paradox
Idee: hoe meer investeringen in IT, hoe meer return = fout
Hoge investeringen in IT geven geen garantie op hogere productiviteit
Business meets IT
Beide groepen hebben hun eigen prioriteiten en doelstellingen
• Management: kostenefficiënt, , time is money, functionaliteit
• IT : technologie, de laatste snufjes, design, , kostprijs minder belangrijk
o
Zwakte-risico:
Alles verloopt vlot tot IT ‘down’ is. Altijd onthouden wat te doen als IT plat ligt.
Amazon: IT valt plat = geen webshop ligt plat, geen bestellingen, geen klantenservice
1.2. BASISBEGRIPPEN INFORMATICA
Hardware
Alles wat je kan vastnemen
o WIFI = hardware, software =wat je via je wifi kan downloaden,..
Alle fysische componenten in computersystemen:
o Moederbord; opslag (dvd, hard drive), input/output (scherm, printer)
Moores law:
Het aantal componenten in een chip verdubbelt om de twee jaar (exponentiële groei)
Implicaties:
Om de 18 maanden verdubbelt de capaciteit van micro processors qua snelheid
Dit terwijl de prijs van transistoren of data processing capacity halveert elke 18 maanden.
Software:
Instructies geformuleerd door programmeurs in programmeertaal, om te transformeren in machinetaal (bits)
Soorten vertalinsopties
1. Compilor : gaat alles in 1x vertalen
2. Interpretor: zal lijn per lijn vertalen
Modules:
Bundelt bepaalde handelingen. Zie programmeren: programma wordt onderverdeeld in modules:
- Top-down: hoofdprobleem steeds verder uitbouwen
- Bottom-up: bouwstenen definiëren en tot een geheel vormen
Nut?
Hergebruiken: modules die werken worden hergebruikt (betaalterminals)
Minder complex
o Eén groot probleem kan opgesplitst worden in subproblemen
o Fout module wordt gemakkelijker gevonden
o Evolueerbaar: we kunnen één module aanpassen en de andere behouden
Waarom zijn software systemen essentieel in organisatorische context?
, 1. Het verwerken van veel data in een korte tijd (in “batch”)
2. Minder kosten bij verwerking
3. Testen is essentieel voor een systeem
4. Op afstand werken: moeder-dochterondernemingen
Databank
Collectie van data, op een georganiseerde manier op de computer bijgehouden (personeelsregister)
Essentieel voor het opslaan en managen van data in een bedrijf
Relationele databank
Rijen: soortgelijke informatie van groepen (records
Kolommen= informatie van elke record (attrribute)
Tabellen gelinkt via sleutels
o Primary key: elk van onze elementen is uniek
o Foreign key: om link te leggen
o Primary partial key: bij many to many relatie
Network
Telecommunicatienetwerk dat meerdere computers toelaat om informatie met elkaar uit te wisselen.
Verschillende types (geografisch)
PAN: Personal Area Network: enkele meters (Bluetooth)
LAN: Local Area Network: tot 500 meter (ethernet)
MAN: Metropolitan Area Netwok: stad of buurt
WAN: Wide Area Network: regio of land
Verschillende types (organisatorische)
Intranet = netwerk dat computers binnen eenzelfde organisatie verbindt
Extranet = systeem binnen de organisatie, met maar enkele bevoegden
Internetwork = groot netwerk, die verschillende netwerken connecteert
Bekende protocollen
Protocollen waaronder informatie doorgegeven wordt:
• TCP: voor het “chunken” van verschillende paketten.
o Informatie opdelen, versturen en terug samenplakken
• IP: internet protocol: voor “routing” van zender naar ontvangen
Internet
Wereldwijd netwerk, met een penetratiegraad van +- 83% van de huishoudens.
Voordelen:
Overal én gratis toegankelijk (mits browser)
Gebruikt wereldwijd aanvaarde standaarden (bv. TCP, IP)
Highly scalable: makkelijk dingen toevoegen, aanpassen of verwijderen
WWW
Systeem met universeel aanvaarde standaarden, voor het opslaan en tonen van informatie via webpagina’s
Maakt gebruik van:
Hypertext markup language (HTML): klikken stuurt je door naar andere webpagina
Hypertext transfer protocol (HTTP)
Uniform resource locators (URL)
Web browsers (vb. Google chrome, safari,..)
Computer architecture
Beschrijft de fundamentele organisatie van een computersysteem, zijn componenten en hun relatie
bedrijfsbeleid
,1. INLEIDING EN BASISBEGRIPPEN
1.1. INLEIDING: ENKELE FEITEN
Geert Noels: 51% van de investeringen hebben betrekking op IT
Maar tot 80-90% van de IT-projecten mislukt
Return on IT vs. IT investment paradox
Idee: hoe meer investeringen in IT, hoe meer return = fout
Hoge investeringen in IT geven geen garantie op hogere productiviteit
Business meets IT
Beide groepen hebben hun eigen prioriteiten en doelstellingen
• Management: kostenefficiënt, , time is money, functionaliteit
• IT : technologie, de laatste snufjes, design, , kostprijs minder belangrijk
o
Zwakte-risico:
Alles verloopt vlot tot IT ‘down’ is. Altijd onthouden wat te doen als IT plat ligt.
Amazon: IT valt plat = geen webshop ligt plat, geen bestellingen, geen klantenservice
1.2. BASISBEGRIPPEN INFORMATICA
Hardware
Alles wat je kan vastnemen
o WIFI = hardware, software =wat je via je wifi kan downloaden,..
Alle fysische componenten in computersystemen:
o Moederbord; opslag (dvd, hard drive), input/output (scherm, printer)
Moores law:
Het aantal componenten in een chip verdubbelt om de twee jaar (exponentiële groei)
Implicaties:
Om de 18 maanden verdubbelt de capaciteit van micro processors qua snelheid
Dit terwijl de prijs van transistoren of data processing capacity halveert elke 18 maanden.
Software:
Instructies geformuleerd door programmeurs in programmeertaal, om te transformeren in machinetaal (bits)
Soorten vertalinsopties
1. Compilor : gaat alles in 1x vertalen
2. Interpretor: zal lijn per lijn vertalen
Modules:
Bundelt bepaalde handelingen. Zie programmeren: programma wordt onderverdeeld in modules:
- Top-down: hoofdprobleem steeds verder uitbouwen
- Bottom-up: bouwstenen definiëren en tot een geheel vormen
Nut?
Hergebruiken: modules die werken worden hergebruikt (betaalterminals)
Minder complex
o Eén groot probleem kan opgesplitst worden in subproblemen
o Fout module wordt gemakkelijker gevonden
o Evolueerbaar: we kunnen één module aanpassen en de andere behouden
Waarom zijn software systemen essentieel in organisatorische context?
, 1. Het verwerken van veel data in een korte tijd (in “batch”)
2. Minder kosten bij verwerking
3. Testen is essentieel voor een systeem
4. Op afstand werken: moeder-dochterondernemingen
Databank
Collectie van data, op een georganiseerde manier op de computer bijgehouden (personeelsregister)
Essentieel voor het opslaan en managen van data in een bedrijf
Relationele databank
Rijen: soortgelijke informatie van groepen (records
Kolommen= informatie van elke record (attrribute)
Tabellen gelinkt via sleutels
o Primary key: elk van onze elementen is uniek
o Foreign key: om link te leggen
o Primary partial key: bij many to many relatie
Network
Telecommunicatienetwerk dat meerdere computers toelaat om informatie met elkaar uit te wisselen.
Verschillende types (geografisch)
PAN: Personal Area Network: enkele meters (Bluetooth)
LAN: Local Area Network: tot 500 meter (ethernet)
MAN: Metropolitan Area Netwok: stad of buurt
WAN: Wide Area Network: regio of land
Verschillende types (organisatorische)
Intranet = netwerk dat computers binnen eenzelfde organisatie verbindt
Extranet = systeem binnen de organisatie, met maar enkele bevoegden
Internetwork = groot netwerk, die verschillende netwerken connecteert
Bekende protocollen
Protocollen waaronder informatie doorgegeven wordt:
• TCP: voor het “chunken” van verschillende paketten.
o Informatie opdelen, versturen en terug samenplakken
• IP: internet protocol: voor “routing” van zender naar ontvangen
Internet
Wereldwijd netwerk, met een penetratiegraad van +- 83% van de huishoudens.
Voordelen:
Overal én gratis toegankelijk (mits browser)
Gebruikt wereldwijd aanvaarde standaarden (bv. TCP, IP)
Highly scalable: makkelijk dingen toevoegen, aanpassen of verwijderen
WWW
Systeem met universeel aanvaarde standaarden, voor het opslaan en tonen van informatie via webpagina’s
Maakt gebruik van:
Hypertext markup language (HTML): klikken stuurt je door naar andere webpagina
Hypertext transfer protocol (HTTP)
Uniform resource locators (URL)
Web browsers (vb. Google chrome, safari,..)
Computer architecture
Beschrijft de fundamentele organisatie van een computersysteem, zijn componenten en hun relatie