* De geografische kubus loopt als rode draad door dit boek:
- Hoogtelijn: de informatiebronnen.
- Breedtelijn: de bestaansdimensies.
- Dieptelijn: de geografische vierslag.
Hfd.1 : Kenmerken van aardrijkskunde op de basisschool en op de pabo
- Door aardrijkskunde worden leerlingen sociaal redzamer en leren ze de samenhang
tussen actuele gebeurtenissen te o
ntdekken, zoals milieuvraagstukken, culturele conflicten, arm-rijk tegenstellingen en
internationale samenwerking.
- Het aardrijkskunde is echter een vergaarbak geworden van ‘incidents and accidents’: een
gevolgcultuur zonder naar de oorzaken en diepere achtergronden te kijken. De inhoud van
het vakgebied ak hoort te gaan over structuren in en samenhang tussen ruimtelijke
verschijnselen: oorzaken en verbanden in de ruimtelijke inrichting ontdekken, deze
grondig analyseren en daarover een gefundeerde mening ontwikkelen.
- Aardrijkskundelessen met een aardrijkskundemethode als informatiebron zijn vaak niet
boeiend of uitdagend voor kinderen.
Aardrijkskunde is maar al te vaak verworden tot verbalisme veel informatieve tekst.
Andere informatiebronnen worden nauwelijks structureel ingezet.
Ontwikkelingen in het aardrijkskundeonderwijs:
- Ak is verworden tot begrijpend en studerend lezen.
- Leerlingen krijgen hoofdzakelijk les uit aardrijkskundemethoden.
- 40% van de basisscholen gebruikt een niet-actuele aardrijkskundemethode die 10 jaar
of ouder is.
- In een aantal niveaus van het VMBO is aardrijkskunde/geschiedenis al verdwenen en
vervangen door mens en maatschappij.
- Leraren ak in het voortgezet onderwijs gaan uit van een blanco beginsituatie, deels door
de pluriforme instroom van leerlingen en het gebrek aan kennis van en vertrouwen in het
werk van de leerkrachten in het basisonderwijs. Doorgaande leerlijnen?
- Tweede fase; leerlingen zoeken informatie op zonder dat ze samenhang zien en
verbanden leggen. ‘als ze het maar kunnen opzoeken’. Deze nieuwe didactiek werkt niet.
Alleen opzoeken heeft geen enkele zin. Je moet eerst een mental map bezitten.
, Hfd. 2: Basisconcepten, kerndoelen en leerlijnen
- Bij het ak onderwijs gaat het erom om inzicht te krijgen in de ruimtelijke spreiding van
en de onderlinge samenhang tussen ruimtelijke elementen en processen op het
aardoppervlak.
- Als de bestaansdimensies en de geografische informatiebronnen met elkaar
gecombineerd worden en vanuit aardrijkskundig perspectief naar de inrichting van de
ruimte wordt gekeken, volgt daaruit een ruimtelijk/didactisch model: de geografische
kubus.
Met dit model kunnen spreidingspatronen en relaties en verbanden tussen geografische
verschijnselen en processen gevisualiseerd, geanalyseerd en geïnterpreteerd worden.
De inhoud van de geografische kubus staat voor een stuk ruimte op het aardoppervlak. Dit
kan een klein gebied zijn (microniveau), een streek of land (mesoniveau) of een werelddeel
en de wereld als geheel (macroniveau).
De geografische kubus bestaat uit 3 hoofdlijnen:
* Hoogtelijn: informatiebronnen
* Breedtelijn: Bestaansdimensies
* Dieptelijn: Geografische vierslag