1. Leg volgende grafiek uit + verklaar het probleem en de oplossing
hiervoor. Geef ook relevante formule.
Er doet zich een faseverschuiving voor tussen de verticale beweging vooraan en achteraan.
• Door het tijdsverschil tussen het moment dat de voorste en de achterste wielen de
oneffenheid raken
• Dit wordt nog versterkt door het verschil in ride frequentie pitch tot gevolg
we verminderen dit door de natuurlijke frequentie achteraan te vergroten zo zullen beide
trillingen meer in fase komen te liggen. (Ophanging voor zachter dan achter beide
trillingen meer in fase betere stabiliteit, minder pitch, vlakke ride)
2. De veerkarakteristiek
K = veercte/ stijfheid K is geen cte = niet lineaire veer
K= cte = lineaire veer Progressief : Veer wordt stugger bij
toenemende belasting
Grote k stijve/stugge veer Degressief: Veer wordt soepeler bij
Kleine k slappe of soepele veer toenemende belasting
, 3. Benoem assen en gebieden in volgende grafiek + leg uit
f/fo= natuurlijke frequentie / Eigenfrequentie
van de afgeveerde massa
Ωa = Amplitudevergrotingsfactor tgv resonantie
/ opslingereffec
Max uitwijking tgv trilling / statische
verplaatsing
Sm / sstat
Onderkritisch gebied
Als f nadert naar fo
f/fo = 1 = resonantie
• Zeer kleine stoorkracht kan al voor een groot opslingereffect zorgen kritische toestand
• Stoorkracht is in fase met de eigenfrequentie van het veersysteem.
Als frequentieverhouding zeer laag is (bij laaf opgelegde frequentie f, zal Ωa naar 1 naderen
sm = sstat en F=k . s dus zal de stoorkracht onversterkt of onverzacht doorgegeven worden
Bovenkritisch gebied
Opgelegde trilling heeft best een frequentie die V keer zo hoog is als de eigenfrequentie van het
veersysteem opslingerfactor wordt kleiner dan 1
Bij zo’n hoge frequenties f is de beweging v/d massa zo traag dat er praktisch geen sprake meer is
van beweging isolatie (dit geldt als f=2.fo)
Als de frequentie v/d stoorkracht niet in fase is met de eigenfrequentie v. Veersysteem geen
resonantie
Want de faseverschuiving van Pi of 180° dus zorgt er vb voor dat de krachtwerking v/h systeem
tegengewerkt wordt door de stoorkracht waardoor de trilling wordt gedoofd => interferentie
, 4. Resonantiegrafiek: (niet kennen)
Geeft de invloed van verschillende golflengten van het wegdek op de on- en afgeveerde massa
λ = Golglengte, afstand tussen 2 punten v/e golf die zicht in dezelfde bewegingstoestand bevinden
Golfsnelheid = λ/T = λ.f
De frequentie van gedwongen trilling die door golven v/h wegdek
wordt opgelegd is afhankelijk v/d golflengte λ van de wegoneffenheden en de voertuigsnelheden
5. Resonantiegrafiek 2:
Lange golflengten grote amplitude
Korte golflengten kleine amplitude
Golflengte autosnelweg: 10 a 15m
Golflengte klinkerweg: 1 a 2 m
Golflengte keibestrating 0,1 a 0,15m
hiervoor. Geef ook relevante formule.
Er doet zich een faseverschuiving voor tussen de verticale beweging vooraan en achteraan.
• Door het tijdsverschil tussen het moment dat de voorste en de achterste wielen de
oneffenheid raken
• Dit wordt nog versterkt door het verschil in ride frequentie pitch tot gevolg
we verminderen dit door de natuurlijke frequentie achteraan te vergroten zo zullen beide
trillingen meer in fase komen te liggen. (Ophanging voor zachter dan achter beide
trillingen meer in fase betere stabiliteit, minder pitch, vlakke ride)
2. De veerkarakteristiek
K = veercte/ stijfheid K is geen cte = niet lineaire veer
K= cte = lineaire veer Progressief : Veer wordt stugger bij
toenemende belasting
Grote k stijve/stugge veer Degressief: Veer wordt soepeler bij
Kleine k slappe of soepele veer toenemende belasting
, 3. Benoem assen en gebieden in volgende grafiek + leg uit
f/fo= natuurlijke frequentie / Eigenfrequentie
van de afgeveerde massa
Ωa = Amplitudevergrotingsfactor tgv resonantie
/ opslingereffec
Max uitwijking tgv trilling / statische
verplaatsing
Sm / sstat
Onderkritisch gebied
Als f nadert naar fo
f/fo = 1 = resonantie
• Zeer kleine stoorkracht kan al voor een groot opslingereffect zorgen kritische toestand
• Stoorkracht is in fase met de eigenfrequentie van het veersysteem.
Als frequentieverhouding zeer laag is (bij laaf opgelegde frequentie f, zal Ωa naar 1 naderen
sm = sstat en F=k . s dus zal de stoorkracht onversterkt of onverzacht doorgegeven worden
Bovenkritisch gebied
Opgelegde trilling heeft best een frequentie die V keer zo hoog is als de eigenfrequentie van het
veersysteem opslingerfactor wordt kleiner dan 1
Bij zo’n hoge frequenties f is de beweging v/d massa zo traag dat er praktisch geen sprake meer is
van beweging isolatie (dit geldt als f=2.fo)
Als de frequentie v/d stoorkracht niet in fase is met de eigenfrequentie v. Veersysteem geen
resonantie
Want de faseverschuiving van Pi of 180° dus zorgt er vb voor dat de krachtwerking v/h systeem
tegengewerkt wordt door de stoorkracht waardoor de trilling wordt gedoofd => interferentie
, 4. Resonantiegrafiek: (niet kennen)
Geeft de invloed van verschillende golflengten van het wegdek op de on- en afgeveerde massa
λ = Golglengte, afstand tussen 2 punten v/e golf die zicht in dezelfde bewegingstoestand bevinden
Golfsnelheid = λ/T = λ.f
De frequentie van gedwongen trilling die door golven v/h wegdek
wordt opgelegd is afhankelijk v/d golflengte λ van de wegoneffenheden en de voertuigsnelheden
5. Resonantiegrafiek 2:
Lange golflengten grote amplitude
Korte golflengten kleine amplitude
Golflengte autosnelweg: 10 a 15m
Golflengte klinkerweg: 1 a 2 m
Golflengte keibestrating 0,1 a 0,15m
