BASIS FUNCTIE ONDERZOEK HEUP
1 ACTIEVE TESTEN:
a. functioneel provocatief
b. basisvaardigheden
c. ADL-activiteiten
2 PASSIEF:
a. flexie/extensie
b. exorotatie/endorotatie
c. abductie/adductie
3 WEERSTANDSTESTEN:
a. flexie/extensie
b. endorotatie/exorotatie
c. abductie/adductie
d. flexie/extensie knie
4 NEUROGEEN:
a. SLR
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 1
,ONDERZOEK HEUP BASIS FUNCTIE ONDERZOEK
Anatomie van het heupgewricht
Het heupgewricht heeft een grote congruentie:
• Caput femoris: convex (bolvormig)
• Acetabulum: concaaf (labrum acetabulare vergroot de concaviteit)
Daardoor is het heupgewricht een stabiel/mobiel gewricht.
• De functie van bepaalde spier-(groep)en verandert naargelang de heuppositie:
positie van de krachtinwerking t.o.v. de bewegingsas dan verandert
Voorbeelden:
• Zonnestraalspieren • Adductoren • M. gluteus
→In 0° heupflexie: →In 0° heupflexie: medius
exorotatoren flexoren →In 0° heupflexie:
→Vanaf 80°-90° →Vanaf 80°-90° extensor
heupflexie: heupflexie: extensoren →Vanaf 80°-90°
endorotatoren heupflexie: flexor
Mogelijke pathologieën
• Artritis heupgewricht
→ Vormen: post-traumatische/ degeneratieve/ post-operatieve/ septische/ post-
immobilisatie/post-artroscopie
→ Heupgewricht heeft een multisegmentale innervatie (vanuit zenuwwortels L1-S2)
en kan daardoor gerefereerde pijn vertonen in dermatomen L1-S2.
• Stressfractuur collum femoris
• Labrumletsel: meestal traumatisch (bv. flexie-rotatie)
• Epifysiolysis caput femoris: groeistoornis heupgewricht bij kinderen < 10 jaar
• Corpus liberum heupgewricht: traumatisch/degeneratief
• Hernia inguinalis (liesbreuk)
• Spierpeesprobleem: verrekking/ ruptuur/ contractuur/ tendinopathie
• Bursitis: bursa iliopectinea/ ischiadica/ trochanterica/ intramusculair
→Opgelet voor septische/bacteriële bursitis (symptoom = koorts, zeldzaam)
• Pijn in de heupregio kan gerefereerde pijn zijn:
→Lumbosacrale pathologie (L1-S2)
→Radiculaire prikkeling hooglumbaal (T10-L2)
“Diagnose” artritis heupgewricht op basis van 5 criteria (Sutlive 2008):
1) Endorotatie ROM < 25°
2) Pijn in de lies/lateraal bij squatten
3) Pijn lateraal tijdens actieve flexie
4) Pijn tijdens actieve extensie
5) Positieve scour test (pijnprovocatie lateraal en in lies bij gecombineerde flexie/
adductie/ endo)
Indien ≥ 3 criteria positief: LR+ = 5; LR- = 0.33
Indien ≥ 4 criteria positief: LR+ = 24; LR-= 0.53 (m.a.w. goed om in te sluiten)
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 2
,Mogelijke oorzaken van pijn t.h.v.
anterieure zijde heup (liesregio):
❖ Artritis heup-/SI-gewricht Mogelijke oorzaken van pijn t.h.v.
❖ Stressfractuur os pubis postero(laterale) zijde heup:
❖ Pubalgie
❖ Letsel heupflexoren ❖ Artritis heup-gewricht/ sacro-
❖ Tendinitis/-osis ilitis
adductoren/buikspieren ❖ Stressfractuur
❖ Labrumletsel ❖ Letsel gluteale musculatuur/
❖ Referred pain vanuit hamstrings
hooglumbaal ❖ Referred pain lumbosacraal
❖ Hernia inguinalis ❖ Gluteale bursitis
INSPECTIE
- Patiënt langs alle kanten bekijken
- Antalgische houding: beetje flexie en exorotatie, al gewicht op andere been
- Bijna nooit zwelling en roodheid te zien want heup ligt diep en er ligt veel
musculatuur rond
- Hematoom: bij spierscheur van hamstrings is deze pas dagen later zichtbaar
- Het is niet omdat er geen zwelling aanwezig is dat er niks aan de hand is
- Stand van bekken bekijken: gelijke hoogte?
- Knieën en enkels ook bekijken (aanliggende gewrichten zijn ook belangrijk)
- Als iemand op 1 plek al artrose heeft dan is er meer kans dat die dat op een
andere plek ook krijgt
- In profiel bekijken: heup in extensie; flexiestand door bv contractie van flexoren
- Atrofie/hypertrofie bekijken
- Lordose en kyfose bekijken → heupextensiebeperking zorgt voor hyperlordose;
beperking in lordose kan ook door verkorting van hamstrings, als quadriceps
verkort zijn krijg je hyperlordose
- Spiercontouren bekijken
- Littekens
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 3
, ONDERZOEK HEUP BASIS FUNCTIE ONDERZOEK
ACTIEVE TESTS
- Antalgische houding corrigeren, gewicht symmetrisch belasten
- Onbelaste oefeningen enkel als patiënt niet in staat is om zelf iets te doen of voor
exo- en endorotatie
- Knie zo dicht mogelijk naar hoofd brengen → flexie in de heup testen; patiënt in
ruglig; vragen waar het pijn doet
- Heupextensie; patiënt in buiklig; been gestrekt zo hoog mogelijk heffen; gaat
meer musculatuur testen dan beweging want er treedt veel compensatie op
- Heupextensie in stand (ook onbelast), patiënt houdt de tafel vast en moet
proberen zijn been zo ver mogelijk naar achter te verplaatsen, hoek tussen
bovenbeen en romp bekijken; lumbaal kijken voor compensatiebewegingen
- Laten stappen: is er een verkorte steunfase of zweeffase aanwezig? Zie enkel &
knie; cruciaal bij de heup is dat er vanaf mid-stance tot de propulsiefase
exorotatie en extensie aanwezig is; vragen om groteren passen te nemen, als er
een probleem is dan zou dat waarschijnlijk bij extensie zijn
- Lunge: stabiliteit van de knie; in het been dat blijft staan is er een extensie in de
heup aanwezig en is er volledige rek aan de ventrale zijde; voorste been gaat
eerder compressie-belastbaarheid aan het testen zijn
- Zijwaartse uitvalpas: zijbeen gestrekt houden, gaat de lengte van de adductoren
testen, hoek tussen centrum en bovenbeen bekijken
- Voorover buigen: vinger-grond afstand meten; ook kijken of de patiënt eventueel
scheef hangt
- Lengtetest RF (Rectus femoris?): patiënt ligt in buiklig en moet de beide
onderbenen zo ver mogelijk naar achter (richting hoofd) bewegen, stel dat die
verkort zijn dan gaat er veel lordose optreden
- Rompbewegingen: armen kruisen voor de borst en een bolletje maken en dan zo
ver mogelijk naar achter, voor, links en rechts gaan; je mag de patiënt altijd
begeleiden; bij de lateroflexie moeten de handen naast u hangen
- Laten springen
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 4
1 ACTIEVE TESTEN:
a. functioneel provocatief
b. basisvaardigheden
c. ADL-activiteiten
2 PASSIEF:
a. flexie/extensie
b. exorotatie/endorotatie
c. abductie/adductie
3 WEERSTANDSTESTEN:
a. flexie/extensie
b. endorotatie/exorotatie
c. abductie/adductie
d. flexie/extensie knie
4 NEUROGEEN:
a. SLR
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 1
,ONDERZOEK HEUP BASIS FUNCTIE ONDERZOEK
Anatomie van het heupgewricht
Het heupgewricht heeft een grote congruentie:
• Caput femoris: convex (bolvormig)
• Acetabulum: concaaf (labrum acetabulare vergroot de concaviteit)
Daardoor is het heupgewricht een stabiel/mobiel gewricht.
• De functie van bepaalde spier-(groep)en verandert naargelang de heuppositie:
positie van de krachtinwerking t.o.v. de bewegingsas dan verandert
Voorbeelden:
• Zonnestraalspieren • Adductoren • M. gluteus
→In 0° heupflexie: →In 0° heupflexie: medius
exorotatoren flexoren →In 0° heupflexie:
→Vanaf 80°-90° →Vanaf 80°-90° extensor
heupflexie: heupflexie: extensoren →Vanaf 80°-90°
endorotatoren heupflexie: flexor
Mogelijke pathologieën
• Artritis heupgewricht
→ Vormen: post-traumatische/ degeneratieve/ post-operatieve/ septische/ post-
immobilisatie/post-artroscopie
→ Heupgewricht heeft een multisegmentale innervatie (vanuit zenuwwortels L1-S2)
en kan daardoor gerefereerde pijn vertonen in dermatomen L1-S2.
• Stressfractuur collum femoris
• Labrumletsel: meestal traumatisch (bv. flexie-rotatie)
• Epifysiolysis caput femoris: groeistoornis heupgewricht bij kinderen < 10 jaar
• Corpus liberum heupgewricht: traumatisch/degeneratief
• Hernia inguinalis (liesbreuk)
• Spierpeesprobleem: verrekking/ ruptuur/ contractuur/ tendinopathie
• Bursitis: bursa iliopectinea/ ischiadica/ trochanterica/ intramusculair
→Opgelet voor septische/bacteriële bursitis (symptoom = koorts, zeldzaam)
• Pijn in de heupregio kan gerefereerde pijn zijn:
→Lumbosacrale pathologie (L1-S2)
→Radiculaire prikkeling hooglumbaal (T10-L2)
“Diagnose” artritis heupgewricht op basis van 5 criteria (Sutlive 2008):
1) Endorotatie ROM < 25°
2) Pijn in de lies/lateraal bij squatten
3) Pijn lateraal tijdens actieve flexie
4) Pijn tijdens actieve extensie
5) Positieve scour test (pijnprovocatie lateraal en in lies bij gecombineerde flexie/
adductie/ endo)
Indien ≥ 3 criteria positief: LR+ = 5; LR- = 0.33
Indien ≥ 4 criteria positief: LR+ = 24; LR-= 0.53 (m.a.w. goed om in te sluiten)
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 2
,Mogelijke oorzaken van pijn t.h.v.
anterieure zijde heup (liesregio):
❖ Artritis heup-/SI-gewricht Mogelijke oorzaken van pijn t.h.v.
❖ Stressfractuur os pubis postero(laterale) zijde heup:
❖ Pubalgie
❖ Letsel heupflexoren ❖ Artritis heup-gewricht/ sacro-
❖ Tendinitis/-osis ilitis
adductoren/buikspieren ❖ Stressfractuur
❖ Labrumletsel ❖ Letsel gluteale musculatuur/
❖ Referred pain vanuit hamstrings
hooglumbaal ❖ Referred pain lumbosacraal
❖ Hernia inguinalis ❖ Gluteale bursitis
INSPECTIE
- Patiënt langs alle kanten bekijken
- Antalgische houding: beetje flexie en exorotatie, al gewicht op andere been
- Bijna nooit zwelling en roodheid te zien want heup ligt diep en er ligt veel
musculatuur rond
- Hematoom: bij spierscheur van hamstrings is deze pas dagen later zichtbaar
- Het is niet omdat er geen zwelling aanwezig is dat er niks aan de hand is
- Stand van bekken bekijken: gelijke hoogte?
- Knieën en enkels ook bekijken (aanliggende gewrichten zijn ook belangrijk)
- Als iemand op 1 plek al artrose heeft dan is er meer kans dat die dat op een
andere plek ook krijgt
- In profiel bekijken: heup in extensie; flexiestand door bv contractie van flexoren
- Atrofie/hypertrofie bekijken
- Lordose en kyfose bekijken → heupextensiebeperking zorgt voor hyperlordose;
beperking in lordose kan ook door verkorting van hamstrings, als quadriceps
verkort zijn krijg je hyperlordose
- Spiercontouren bekijken
- Littekens
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 3
, ONDERZOEK HEUP BASIS FUNCTIE ONDERZOEK
ACTIEVE TESTS
- Antalgische houding corrigeren, gewicht symmetrisch belasten
- Onbelaste oefeningen enkel als patiënt niet in staat is om zelf iets te doen of voor
exo- en endorotatie
- Knie zo dicht mogelijk naar hoofd brengen → flexie in de heup testen; patiënt in
ruglig; vragen waar het pijn doet
- Heupextensie; patiënt in buiklig; been gestrekt zo hoog mogelijk heffen; gaat
meer musculatuur testen dan beweging want er treedt veel compensatie op
- Heupextensie in stand (ook onbelast), patiënt houdt de tafel vast en moet
proberen zijn been zo ver mogelijk naar achter te verplaatsen, hoek tussen
bovenbeen en romp bekijken; lumbaal kijken voor compensatiebewegingen
- Laten stappen: is er een verkorte steunfase of zweeffase aanwezig? Zie enkel &
knie; cruciaal bij de heup is dat er vanaf mid-stance tot de propulsiefase
exorotatie en extensie aanwezig is; vragen om groteren passen te nemen, als er
een probleem is dan zou dat waarschijnlijk bij extensie zijn
- Lunge: stabiliteit van de knie; in het been dat blijft staan is er een extensie in de
heup aanwezig en is er volledige rek aan de ventrale zijde; voorste been gaat
eerder compressie-belastbaarheid aan het testen zijn
- Zijwaartse uitvalpas: zijbeen gestrekt houden, gaat de lengte van de adductoren
testen, hoek tussen centrum en bovenbeen bekijken
- Voorover buigen: vinger-grond afstand meten; ook kijken of de patiënt eventueel
scheef hangt
- Lengtetest RF (Rectus femoris?): patiënt ligt in buiklig en moet de beide
onderbenen zo ver mogelijk naar achter (richting hoofd) bewegen, stel dat die
verkort zijn dan gaat er veel lordose optreden
- Rompbewegingen: armen kruisen voor de borst en een bolletje maken en dan zo
ver mogelijk naar achter, voor, links en rechts gaan; je mag de patiënt altijd
begeleiden; bij de lateroflexie moeten de handen naast u hangen
- Laten springen
IIA 2de Bach REVAKI / 3de Bach REVAKI – Dr. C. Eechaute/ Prof. Dr. P. Vaes 4