Week 5
Meiose 1 (reductiedeling)
- Interfase
o De meiose (reductiedeling) vindt plaats in
de geslachtsorganen (testis en ovarium).
o Tijdens de meiose wordt het aantal
chromosomen gehalveerd
o Na twee delingen ontstaan uit de diploïde
cel vier haploïde cellen
o De periode tussen twee celdelingen wordt
de interfase genoemd
o Tijdens de interfase wordt van ieder DNA-
molecuul een kopie gemaakt
- Profase
o De chromosomen bestaan nu uit twee
identieke DNA-strengen (de chromatiden).
Zij zitten met het centromeer aan elkaar
vast
o De DNA-strengen spiraliseren, ze worden
korter en dikker
o Met kleurstof kunnen ze zichtbaar gemaakt
worden
o De kernmembraan verdwijnt
*chroma = kleur *soma = lichaam
- (weet niet welke fase, nog steeds profase?)
o De homologe chromosomen gaan
tegenover elkaar liggen
o De chromosoomparen verplaatsen zich
naar het middenvlak van de cel
o Vanuit de poollichaampjes groeien
eiwitddraden
o Tussen homologe chromosomen kunnen
stukken uitgewisseld worden
o Dit proces wordt crossing-over genoemd
, - Metafase
o De chromosomen liggen nu in het
middenvlak van de cel.
o Homologe chromosomen liggen tegenover
elkaar
o Een aantal van de gevormde eiwitdraden
hecht vast aan de centromeren
o De eiwitdraden worden daarna korter en
trekken de homologe chromosomen uit elkaar
- Anafase
o Een aantal van de eiwitdraden hecht vast aan de
centromeren
o De eiwitdraden worden daarna korter en trekken de
chromosomenparen uit elkaar
- Telofase
o De trekdraden verdwijnen weer
o Er wordt een membraan gevormd
tussen de twee groepen
chromosomen
Meiose 2
- Metafase
o De twee nieuwe cellen zijn haploïd (n). Maar ieder
chromosoom bestaat nog uit 2 DNA-strengen, de
chromatiden
o Hierna volgt nog een deling om de chromatiden
te scheiden
o De chromosomen verplaatsen zich naar het
middenvlak van de cellen
o Trekdraden worden gevormd vanuit de poollichaampjes
- (geen idee welke fase)
o De chromosomen despiraliseren
o Er wordt een nieuw kernmembraan
gevormd
o De vier haploïde cellen kunnen
specialiseren tot geslachtscellen
o Bij de vrouwtjes van de zoogdieren wordt één van de
vier cellen eicel
Bij de mannetjes worden alle vier de cellen zaadcel
Meiose 1 (reductiedeling)
- Interfase
o De meiose (reductiedeling) vindt plaats in
de geslachtsorganen (testis en ovarium).
o Tijdens de meiose wordt het aantal
chromosomen gehalveerd
o Na twee delingen ontstaan uit de diploïde
cel vier haploïde cellen
o De periode tussen twee celdelingen wordt
de interfase genoemd
o Tijdens de interfase wordt van ieder DNA-
molecuul een kopie gemaakt
- Profase
o De chromosomen bestaan nu uit twee
identieke DNA-strengen (de chromatiden).
Zij zitten met het centromeer aan elkaar
vast
o De DNA-strengen spiraliseren, ze worden
korter en dikker
o Met kleurstof kunnen ze zichtbaar gemaakt
worden
o De kernmembraan verdwijnt
*chroma = kleur *soma = lichaam
- (weet niet welke fase, nog steeds profase?)
o De homologe chromosomen gaan
tegenover elkaar liggen
o De chromosoomparen verplaatsen zich
naar het middenvlak van de cel
o Vanuit de poollichaampjes groeien
eiwitddraden
o Tussen homologe chromosomen kunnen
stukken uitgewisseld worden
o Dit proces wordt crossing-over genoemd
, - Metafase
o De chromosomen liggen nu in het
middenvlak van de cel.
o Homologe chromosomen liggen tegenover
elkaar
o Een aantal van de gevormde eiwitdraden
hecht vast aan de centromeren
o De eiwitdraden worden daarna korter en
trekken de homologe chromosomen uit elkaar
- Anafase
o Een aantal van de eiwitdraden hecht vast aan de
centromeren
o De eiwitdraden worden daarna korter en trekken de
chromosomenparen uit elkaar
- Telofase
o De trekdraden verdwijnen weer
o Er wordt een membraan gevormd
tussen de twee groepen
chromosomen
Meiose 2
- Metafase
o De twee nieuwe cellen zijn haploïd (n). Maar ieder
chromosoom bestaat nog uit 2 DNA-strengen, de
chromatiden
o Hierna volgt nog een deling om de chromatiden
te scheiden
o De chromosomen verplaatsen zich naar het
middenvlak van de cellen
o Trekdraden worden gevormd vanuit de poollichaampjes
- (geen idee welke fase)
o De chromosomen despiraliseren
o Er wordt een nieuw kernmembraan
gevormd
o De vier haploïde cellen kunnen
specialiseren tot geslachtscellen
o Bij de vrouwtjes van de zoogdieren wordt één van de
vier cellen eicel
Bij de mannetjes worden alle vier de cellen zaadcel