1. INTRODUCTIE .............................................................................................................. 3
2. DE GEDRAGSTHERAPEUTISCHE CASUSCONCEPTUALISATIE ......................................... 6
3. SAMENWERKING EN THERAPEUTISCHE RELATIE ......................................................... 7
4. DYNAMISCH DIAGNOSTISCH PROCESMODEL ............................................................ 12
4.1 Explora+e ........................................................................................................................................ 12
4.2 Taxa+e............................................................................................................................................. 18
4.3 Analyse ........................................................................................................................................... 20
4.3.1 Klassieke condi1onering en de betekenisanalyse .............................................................................. 26
4.3.2 Operante condi1onering en de operante analyse.............................................................................. 38
4.4 Interven+e ...................................................................................................................................... 51
4.4.1 Doelen formuleren ............................................................................................................................. 51
4.4.2 Interven1es koppelen aan doelen ...................................................................................................... 52
4.4.3 Implementa1e van interven1es ......................................................................................................... 52
4.4.4 Overzicht van interven1es in de (cogni1eve) gedragstherapie .......................................................... 54
5. EXPOSURE ................................................................................................................. 54
6. INTERVENTIES OP HET NIVEAU VAN R ....................................................................... 65
6.1 Operante technieken ....................................................................................................................... 65
6.2 CBT-interven+es .............................................................................................................................. 69
6.2.1 Gedragsac1va1e ................................................................................................................................. 69
6.2.2 Vaardigheidstraining........................................................................................................................... 70
7. INTERVENTIES OP HET NIVEAU VAN UCS/UCR ........................................................... 73
8. SCHEMATHERAPIE ..................................................................................................... 84
8.1 Schema’s als handvat voor UCS/UCR-thema’s .................................................................................. 84
8.2 Onverbondenheid en afwijzing ........................................................................................................ 87
8.3 Verzwakte autonomie en presta+es................................................................................................. 88
8.4 Verzwakte grenzen .......................................................................................................................... 89
8.5 Gerichtheid op de ander .................................................................................................................. 89
8.6 Overma+ge waakzaamheid en inhibi+e ........................................................................................... 90
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Anouk Vanden Bogaerde 1
,8.7 Schema’s herkennen........................................................................................................................ 90
8.8 Copings+jlen en schemamodi .......................................................................................................... 91
8.9 Behandeling .................................................................................................................................... 94
9. DERDE GENERATIE CBT: MINDFULNESS EN ACT ......................................................... 96
9.1 Mindfulness .................................................................................................................................... 96
9.2 Acceptance & Commitment Therapie .............................................................................................. 98
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Anouk Vanden Bogaerde 2
, 1. Introduc+e
Historisch perspec/ef:
- Gedragstherapie is een reac/e op het psychoanaly/sche
- 1ste golf van CBT (= cogni/ve behavioral therapy)
o Watson neemt afstand van introspec/e en het onbewuste
§ We kunnen enkel gedrag observeren
§ Gedachten en gevoelens zijn niet observeerbaar
o Gedrag als centraal aangrijpingspunt binnen therapie
o Wijzigen van emo/onele responsen door exposure en systema/sche
desensi/za/e
o Wijzigen van gedrag door operante procedures (bekrach/ging/bestraffing)
- 2de golf van CBT
o Ellis en Beck: je kan gedrag niet los zien van interne ervaringen (gedachten,
gevoelens, wensen, dagdromen, aNtudes)
§ Anders is gedrag betekenisloos
o Doel: bedreiging verwijderen en gedachten wijzigen
§ De cliënt doen inzien dat er geen bedreiging is
§ Werken aan de geloofwaardigheid van hun gedachten
o Cogni/eve therapie: automa/sche gedachten, gevolgtrekkingen en
assump/es
o Integra/e van cogni/eve therapie en gedragstherapie
- 3de golf van CBT
o Hayes: acceptance & commitment therapy
§ Meer nadruk op ervaring en gevoelens
o Leren omgaan met gedachten en gevoelens ipv deze wijzigen
§ Aanvaarden dat ze angs/g zijn en bedreigende gedachten hebben
o Segal, Williams, Teasdale, Kabat-Zinn: mindfulness en mindfullness-based
cogni/ve therapy
de
- 4 golf van CBT
o Focus op verstoorde cogni/eve (informa/everwerkings-)processen
§ Bv.: mensen met depressie focussen zich enkel op het nega/eve
o Training van aandacht, interpreta/e en geheugen aanvullend op standaard
CBT
Wat is gedragstherapie?
- Het betre] een proces waarbij de psycholoog samen met de cliënt ac/ef en op
transparante wijze therapeu/sche technieken en methoden toepast om de zich
aandienende klachten duurzaam en relevant te reduceren
o Het is een ac/eve therapievorm
§ Er wordt gewerkt aan doelen
o Veranderingsgerichte therapievorm
§ Therapeut en cliënt gaan samen dingen aanpakken die klachten gaan
verminderen
o Therapeut is heel transparant
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Anouk Vanden Bogaerde 3
, - De geselecteerde therapeu/sche technieken en methoden dienen daarbij empirische
ondersteuning te genieten, waarbij deze gestoeld zijn in de wetenschap van de
(klinische) psychologie en effec/ef zijn gebleken
o Gebaseerd op wetenschap
o Therapie-effecten meten en in kaart brengen
§ Tonen dat de therapie werkt en dat de symptomen verminderen
Nood aan handvaten
- Gedragstherapie: het leertheore/sch kader
- Basisaxioma: alle gedrag is aangeleerd
o Bv.: veters strikken, angstresponsen, sociaal gedrag, studeren,…
§ Bij angstresponsen is het ons doel om het huidige gedrag af te leren en
nieuw gedrag aan te leren
o Gedrag is een zinvolle reac/e op een betekenisvolle situa/e
§ Gedrag is zinvol maar je begrijpt pas waarom het zinvol is als je de
situa/e begrijpt
§ Situa/e à reac/e (gedrag)
• De situa/e an sich gaat geen reac/e uitlokken
• De betekenis van de situa/e gaat een reac/e uitlokken
o Die betekenissen worden aangeleerd
§ Denken, voelen en doen spelen steeds op elkaar in
• Dit hangt wel af van de interpreta/e van de situa/e
• Het is dus al/jd belangrijk om te kijken naar de betekenis die
een persoon gee] aan de situa/e
Kenmerken van gedragstherapie
- Gedrag is het centrale aangrijpingspunt voor behandeling
o Klachten komen voort uit problema/sch gedragspatronen
§ Bv.: vermijding, tekort aan sociaal gedrag,…
o Gezien het belang van de betekenis van gedrag spreken we over cogni/eve
gedragstherapie
§ In Vlaanderen en Nederland is gedragstherapie hetzelfde als cogni/eve
gedragstherapie
• Men gaat ervan uit dat je bezig bent met de samenhang tussen
denken, voelen en doen
§ We zoeken aangrijpingspunten op het niveau van UCS (=
uncondi/oned s/mulus) en UCR (= uncondi/oned response)
o Later is er een toenemend belang van het experiën/ële luik
§ Dit is onder de invloed van ACT, mindfulness en DGT
§ Verandering van aNtude tav gedachten, gevoelens en gedrag
§ Focus op gevoel en ervaring ipv van louter (observeerbaar) gedrag
§ Dit wordt dan de experiën/ële cogni/eve gedragstherapie
- Gedragstherapeuten zijn direc/ef
o Aanpak houdt in dat aanwijzingen en adviezen (expliciet) aan de cliënt worden
gegeven
o Didac/sch aspect: het modelleren van gewenst gedrag of het aanleren van
nieuwe vaardigheden
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Anouk Vanden Bogaerde 4