Psychodynamische therapie
1. INTRODUCTIE .............................................................................................................. 2
2. DE BASICS .................................................................................................................... 3
2.1 De basisassump.es van psychodynamische therapie ......................................................................... 3
2.2 De basisprincipes van psychodynamische therapie ............................................................................ 8
2.2.1 Mensbeeld ........................................................................................................................................... 8
2.2.2 Kader .................................................................................................................................................. 19
2.2.3 Rela3e ................................................................................................................................................ 23
2.2.4 Veranderingsprocessen ...................................................................................................................... 32
3. MENTALISEREN ......................................................................................................... 32
4. MENTALIZATION-BASED TREATMENT FOR CHILDREN (MBT-C) ................................... 48
4.1 Doelstelling en opbouw ................................................................................................................... 48
4.2 Assessment en ini.ële fase .............................................................................................................. 49
4.3 Individuele kindertherapie .............................................................................................................. 55
5. DYNAMIC INTERPERSONAL THERAPY (DIT) ................................................................ 61
5.1 Achtergrond .................................................................................................................................... 61
5.2 Kern ................................................................................................................................................ 62
5.3 Ini.ële fase...................................................................................................................................... 64
5.4 Middenfase ..................................................................................................................................... 69
5.5 Afrondingsfase ................................................................................................................................ 73
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 1
, 1. Introduc+e
Waarom is PDT (= psychodynamische therapie) belangrijk?
- Dodo bird verdict: “Everybody has won, and all must have prizes”
o Sinds Rozensweig en zeker vanaf Luborsky, Singer en Luborsky: alle therapieën
zijn even effecOef
§ Het belang van non-specifieke factoren is groter dan het belang van
therapie-specifieke factoren in het bepalen van de therapie-uitkomst
§ Maw het belang van non-specifieke factoren is veel groter dan dat wat
specifiek zou zijn aan een bepaalde therapiestroming
o Het is veel belangrijker dat mensen, die hulp nodig hebben, gewoon een
therapie aangeboden krijgen ipv een hele specifieke vorm van therapie
- TherapeuOsche relaOe is een zeer belangrijke factor in het bepalen van het aandeel
verklaarde varianOe in de therapie-uitkomst
o De diagram toont het aandeel van verschillende factoren in hoe goed iemand
het doet na de behandeling
o 4 grote groepen van factoren hebben hier een aandeel in:
§ Cliëntvariabelen en extratherapeuOsche gebeurtenissen (40%)
• Ligt buiten de controle van de therapeut
§ TherapeuOsche relaOe (30%)
• Non-specifiek
• Gaat puur over de soort relaOe die we aanbieden
• Maakt niet uit of je gedragstherapeut, psychodynamisch
therapeut, systeemtherapeut,… bent
§ Techniek en modelspecifieke factoren (15%)
• Stromingspecifiek
§ Placebo- en verwachOngseffecten (15%)
• Placebo-effect: het plannen van een 1ste sessie op zich is al
helpend
o Maw de hulpverlener hee] impact op 60%
- Conclusie: dit impliceert dat psychodynamische therapie, zoals andere
psychotherapeuOsche stromingen, voor verschillende vormen van psychopathologie
een effecOeve, en dus te overwegen, opOe kan zijn
3 grote groepen binnen de hedendaagse PDT:
- Psychoanalyse (niet kennen)
o Oudste vorm
o Veel skills nodig om dit te beoefenen
o Empirische steun dat dit werkzaam is
- Langdurende psychodynamische psychotherapie
o Meer dan 16 sessies of 6 maanden
o Meer Ojd om diepgaand te gaan
- Kortdurende psychodynamische psychotherapie
o Max 16 sessies
o Meestal 1x per week
o Totale duur: 4-6 maanden
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 2
,Deze 3 groepen vertrekken allemaal vanuit dezelfde basisassumpOes en -principes
- Het verschil tussen de groepen zit in kwanOteit ipv in kwaliteit
- Uitvoering is anders omdat het doel anders is
o Hoe minder Ojd je hebt, hoe meer je met kortetermijndoelen gaat werken
o Hoe meer Ojd je hebt om diepgaand te gaan, hoe meer je werkt met
langetermijndoelen
Mechanismen van verandering in PDT: wat maakt dat PDT werkt?
- Gemeenschappelijke factoren met andere therapiestromingen
o Mogelijkheid om cliënt te betrekken
o Vermogen om een goede therapeuOsche allianOe te ontwikkelen en te
onderhouden en om het perspecOef en het algemene ‘wereldbeeld’ van de
cliënt te begrijpen
o Vermogen om om te gaan met emoOonele inhoud
o Vermogen om eindes in therapie te beheren
o Vermogen om de relevante geschiedenis van de cliënt en de geschiktheid voor
intervenOe te beoordelen
o Vermogen om deel te nemen aan en voordeel te halen uit supervisie
- Onderscheidende kenmerken houden een grotere focus/klemtoon in op:
o Affect en emoOonele expressie
o Verkenning van de neiging van paOënten om onderwerpen te vermijden
o IdenOficaOe van terugkerende patronen in gedrag, gevoelens, ervaringen en
relaOes
o Focus op het verleden en zijn invloed op het heden
§ De persoon die de cliënt geworden is, kan die niet geworden zijn als
zijn/haar ervaringen in het verleden anders waren geweest
§ Als het doel diepgaande persoonlijkheidsveranderingen is, dan moet je
begrijpen waar die huidige patronen vandaan gekomen zijn
§ Vanuit dat hernieuwde inzicht, kan je bewuster andere keuzes maken
o Focus op interpersoonlijke relaOes
o Verkenning van de therapeuOsche relaOe
§ Er wordt zeer expliciet aan de cliënt gevraagd om de relaOe met de
therapeut als focus te nemen
o Verkenning van wensen, dromen en fantasieën (voor- en onbewuste)
2. De basics
2.1 De basisassumpOes van psychodynamische therapie
BasisassumpOes van PDT
- OntwikkelingsperspecOef
- Rol van onbewuste moOvaOe en intenOonaliteit
- Overdracht van patronen van denken, voelen en handelen in vroegere relaOes naar
huidige relaOes
- Persoonsgericht perspecOef
- Erkenning van complexiteit
- Focus op innerlijke psychische wereld en psychologische causaliteit
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 3
, - ConOnuïteit tussen normale en psychopathologische ontwikkeling
OntwikkelingsperspecOef
- Een ontwikkelingsgericht inzicht in psychopathologie staat centraal
- Psychodynamische theorieën zijn fundamenteel ontwikkelingspsychologisch en
ontwikkelingspsychopathologisch
o Uitgesproken klemtoon op de formaOeve rol van vroege levenservaringen op
latere psychische structuren en gedrag
§ -9 maanden tot 5 jaar is een enorm belangrijke periode waarin het
kind supersnel ontwikkelt en waarin er dingen kunnen gebeuren die
het kind later gaan vormen
§ We nemen aan dat de dingen die vroeg gebeurde formaOef (=
vormend) zijn geweest
• Dat hee] die cliënt gevormd tot de persoon die hij/zij nu is
• Belangrijke invloed die je niet kan negeren
§ Niet determinisOsch!
• Het zegt niets over de vorm van de invloed en in welke richOng
die de cliënt geduwd hee]
• Een gebeurtenis zorgt niet voor 1 enkele uitkomst
o Bv.: ouder verliezen dus je wordt zeker depressief
§ Er bestaat ook de mogelijkheid dat dat
overleden goed verwerkt wordt en het kind niet
depressief wordt
o De uitkomst wordt beïnvloed door de balans tussen
kwetsbaarheid en veerkracht (intra- en interpersoonlijk)
§ Het is dus probabilisOsch
• Het hee] een belangrijke doch complexe invloed, in interacOe
met de rol van geneOca, epigeneOca, en latere ervaringen en
omgevingsinvloeden
o Klemtoon op de geleidelijke ontwikkeling van mentale capaciteiten, waardoor
verschillende ontwikkelingsfasen verschillende manieren van de wereld
begrijpen en kennen met zich meebrengen
§ Soms kunnen we in bepaalde ontwikkelingsfasen, obv onze
capaciteiten, nog niet vanen wat ons overkomt
§ Aoankelijk van het ontwikkelingsstadium kan je bepaalde dingen
wel/niet begrijpen
• Bv.: 3-jarigen hebben nog geen doodsconcept
- Goed weten in welk ontwikkelingsstadium jouw cliënt zit
o Wat zijn de gewone ontwikkelingstaken geweest?
o Op welke manier hee] hij/zij deze volbracht?
o Wat is normaal in deze ontwikkelingsperiode, wat zie ik en hoe kan ik dit
begrijpen?
o Wat maakt dat hij/zij nu vast komt te zinen?
- Wordt empirisch ondersteund in wetenschappelijk onderzoek
Rol van onbewuste moOvaOe en intenOonaliteit
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 4
1. INTRODUCTIE .............................................................................................................. 2
2. DE BASICS .................................................................................................................... 3
2.1 De basisassump.es van psychodynamische therapie ......................................................................... 3
2.2 De basisprincipes van psychodynamische therapie ............................................................................ 8
2.2.1 Mensbeeld ........................................................................................................................................... 8
2.2.2 Kader .................................................................................................................................................. 19
2.2.3 Rela3e ................................................................................................................................................ 23
2.2.4 Veranderingsprocessen ...................................................................................................................... 32
3. MENTALISEREN ......................................................................................................... 32
4. MENTALIZATION-BASED TREATMENT FOR CHILDREN (MBT-C) ................................... 48
4.1 Doelstelling en opbouw ................................................................................................................... 48
4.2 Assessment en ini.ële fase .............................................................................................................. 49
4.3 Individuele kindertherapie .............................................................................................................. 55
5. DYNAMIC INTERPERSONAL THERAPY (DIT) ................................................................ 61
5.1 Achtergrond .................................................................................................................................... 61
5.2 Kern ................................................................................................................................................ 62
5.3 Ini.ële fase...................................................................................................................................... 64
5.4 Middenfase ..................................................................................................................................... 69
5.5 Afrondingsfase ................................................................................................................................ 73
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 1
, 1. Introduc+e
Waarom is PDT (= psychodynamische therapie) belangrijk?
- Dodo bird verdict: “Everybody has won, and all must have prizes”
o Sinds Rozensweig en zeker vanaf Luborsky, Singer en Luborsky: alle therapieën
zijn even effecOef
§ Het belang van non-specifieke factoren is groter dan het belang van
therapie-specifieke factoren in het bepalen van de therapie-uitkomst
§ Maw het belang van non-specifieke factoren is veel groter dan dat wat
specifiek zou zijn aan een bepaalde therapiestroming
o Het is veel belangrijker dat mensen, die hulp nodig hebben, gewoon een
therapie aangeboden krijgen ipv een hele specifieke vorm van therapie
- TherapeuOsche relaOe is een zeer belangrijke factor in het bepalen van het aandeel
verklaarde varianOe in de therapie-uitkomst
o De diagram toont het aandeel van verschillende factoren in hoe goed iemand
het doet na de behandeling
o 4 grote groepen van factoren hebben hier een aandeel in:
§ Cliëntvariabelen en extratherapeuOsche gebeurtenissen (40%)
• Ligt buiten de controle van de therapeut
§ TherapeuOsche relaOe (30%)
• Non-specifiek
• Gaat puur over de soort relaOe die we aanbieden
• Maakt niet uit of je gedragstherapeut, psychodynamisch
therapeut, systeemtherapeut,… bent
§ Techniek en modelspecifieke factoren (15%)
• Stromingspecifiek
§ Placebo- en verwachOngseffecten (15%)
• Placebo-effect: het plannen van een 1ste sessie op zich is al
helpend
o Maw de hulpverlener hee] impact op 60%
- Conclusie: dit impliceert dat psychodynamische therapie, zoals andere
psychotherapeuOsche stromingen, voor verschillende vormen van psychopathologie
een effecOeve, en dus te overwegen, opOe kan zijn
3 grote groepen binnen de hedendaagse PDT:
- Psychoanalyse (niet kennen)
o Oudste vorm
o Veel skills nodig om dit te beoefenen
o Empirische steun dat dit werkzaam is
- Langdurende psychodynamische psychotherapie
o Meer dan 16 sessies of 6 maanden
o Meer Ojd om diepgaand te gaan
- Kortdurende psychodynamische psychotherapie
o Max 16 sessies
o Meestal 1x per week
o Totale duur: 4-6 maanden
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 2
,Deze 3 groepen vertrekken allemaal vanuit dezelfde basisassumpOes en -principes
- Het verschil tussen de groepen zit in kwanOteit ipv in kwaliteit
- Uitvoering is anders omdat het doel anders is
o Hoe minder Ojd je hebt, hoe meer je met kortetermijndoelen gaat werken
o Hoe meer Ojd je hebt om diepgaand te gaan, hoe meer je werkt met
langetermijndoelen
Mechanismen van verandering in PDT: wat maakt dat PDT werkt?
- Gemeenschappelijke factoren met andere therapiestromingen
o Mogelijkheid om cliënt te betrekken
o Vermogen om een goede therapeuOsche allianOe te ontwikkelen en te
onderhouden en om het perspecOef en het algemene ‘wereldbeeld’ van de
cliënt te begrijpen
o Vermogen om om te gaan met emoOonele inhoud
o Vermogen om eindes in therapie te beheren
o Vermogen om de relevante geschiedenis van de cliënt en de geschiktheid voor
intervenOe te beoordelen
o Vermogen om deel te nemen aan en voordeel te halen uit supervisie
- Onderscheidende kenmerken houden een grotere focus/klemtoon in op:
o Affect en emoOonele expressie
o Verkenning van de neiging van paOënten om onderwerpen te vermijden
o IdenOficaOe van terugkerende patronen in gedrag, gevoelens, ervaringen en
relaOes
o Focus op het verleden en zijn invloed op het heden
§ De persoon die de cliënt geworden is, kan die niet geworden zijn als
zijn/haar ervaringen in het verleden anders waren geweest
§ Als het doel diepgaande persoonlijkheidsveranderingen is, dan moet je
begrijpen waar die huidige patronen vandaan gekomen zijn
§ Vanuit dat hernieuwde inzicht, kan je bewuster andere keuzes maken
o Focus op interpersoonlijke relaOes
o Verkenning van de therapeuOsche relaOe
§ Er wordt zeer expliciet aan de cliënt gevraagd om de relaOe met de
therapeut als focus te nemen
o Verkenning van wensen, dromen en fantasieën (voor- en onbewuste)
2. De basics
2.1 De basisassumpOes van psychodynamische therapie
BasisassumpOes van PDT
- OntwikkelingsperspecOef
- Rol van onbewuste moOvaOe en intenOonaliteit
- Overdracht van patronen van denken, voelen en handelen in vroegere relaOes naar
huidige relaOes
- Persoonsgericht perspecOef
- Erkenning van complexiteit
- Focus op innerlijke psychische wereld en psychologische causaliteit
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 3
, - ConOnuïteit tussen normale en psychopathologische ontwikkeling
OntwikkelingsperspecOef
- Een ontwikkelingsgericht inzicht in psychopathologie staat centraal
- Psychodynamische theorieën zijn fundamenteel ontwikkelingspsychologisch en
ontwikkelingspsychopathologisch
o Uitgesproken klemtoon op de formaOeve rol van vroege levenservaringen op
latere psychische structuren en gedrag
§ -9 maanden tot 5 jaar is een enorm belangrijke periode waarin het
kind supersnel ontwikkelt en waarin er dingen kunnen gebeuren die
het kind later gaan vormen
§ We nemen aan dat de dingen die vroeg gebeurde formaOef (=
vormend) zijn geweest
• Dat hee] die cliënt gevormd tot de persoon die hij/zij nu is
• Belangrijke invloed die je niet kan negeren
§ Niet determinisOsch!
• Het zegt niets over de vorm van de invloed en in welke richOng
die de cliënt geduwd hee]
• Een gebeurtenis zorgt niet voor 1 enkele uitkomst
o Bv.: ouder verliezen dus je wordt zeker depressief
§ Er bestaat ook de mogelijkheid dat dat
overleden goed verwerkt wordt en het kind niet
depressief wordt
o De uitkomst wordt beïnvloed door de balans tussen
kwetsbaarheid en veerkracht (intra- en interpersoonlijk)
§ Het is dus probabilisOsch
• Het hee] een belangrijke doch complexe invloed, in interacOe
met de rol van geneOca, epigeneOca, en latere ervaringen en
omgevingsinvloeden
o Klemtoon op de geleidelijke ontwikkeling van mentale capaciteiten, waardoor
verschillende ontwikkelingsfasen verschillende manieren van de wereld
begrijpen en kennen met zich meebrengen
§ Soms kunnen we in bepaalde ontwikkelingsfasen, obv onze
capaciteiten, nog niet vanen wat ons overkomt
§ Aoankelijk van het ontwikkelingsstadium kan je bepaalde dingen
wel/niet begrijpen
• Bv.: 3-jarigen hebben nog geen doodsconcept
- Goed weten in welk ontwikkelingsstadium jouw cliënt zit
o Wat zijn de gewone ontwikkelingstaken geweest?
o Op welke manier hee] hij/zij deze volbracht?
o Wat is normaal in deze ontwikkelingsperiode, wat zie ik en hoe kan ik dit
begrijpen?
o Wat maakt dat hij/zij nu vast komt te zinen?
- Wordt empirisch ondersteund in wetenschappelijk onderzoek
Rol van onbewuste moOvaOe en intenOonaliteit
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Eileen Tang 4