Samenvatting
Samenvatting Organiseren en Managen (derde druk)
- Vak
- Instelling
- Boek
Samenvatting van het boek Organisatie en Managen (derde druk) van hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 9. Met afbeeldingen en tabellen.
[Meer zien]Voorbeeld 1 van de 17 pagina's
Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Welke activiteiten onderscheidde Fayol in zijn visie op management? a. plannen, budgetteren, leidinggeven, controleren b. werk voorbereiden, taakverdeling, aansturen, controleren c. budgetteren, organiseren, coördineren, controleren d. plannen, organiseren, bevelen, coördineren, controleren
Antwoord: d. plannen, organiseren, bevelen, coördineren, controleren
2.
Het boek noemt twee soorten algemene organisatieproblemen waarmee managers te maken hebben. Welke zijn dit? a. horizontale coördinatie en de afstemming onder gelijken b. bewaking van de structuur en bewaking van de sturing c. de interne communicatie en de bedrijfscultuur d. leefbaarheid en controleerbaarheid
Antwoord: d. leefbaarheid en controleerbaarheid
3.
Wat wordt onder de structuur van een organisatie verstaan? a. De structuur is niets anders dan de fysieke vormgeving van de organisatie. b. De structuur van een organisatie is de juridische vorm zoals een stichting, een bv of een nv. c. De structuur is het geheel aan formele regels en procedures waarin duidelijk wordt wie waarover mag beslissen. d. Hieronder wordt verstaan de opbouw van een organisatie in de zin van de te onderscheiden afdelingen, de mate van samenhang daarin en de diverse managementlagen.
Antwoord: d. Hieronder wordt verstaan de opbouw van een organisatie in de zin van de te onderscheiden afdelingen, de mate van samenhang daarin en de diverse managementlagen.
4.
Wanneer spreken we over een participatieve leiderschapsstijl? a. Als de leidinggevende blijk geeft van echte betrokkenheid bij het werk van de medewerker. b. Als de leidinggevende taken zo plant en verdeelt dat iedereen optimaal kan meedoen (participeren) in het werk dat er moet worden gedaan. c. Als de leidinggevende waardering uitspreekt wanneer de medewerker dat verdient. d. Als de leidinggevende medewerkers betrekt bij beslissingen die met hun werk te maken hebben.
Antwoord: d. Als de leidinggevende medewerkers betrekt bij beslissingen die met hun werk te maken hebben.
5.
Hoe heet de strategie waarbij zowel nieuwe markten worden bewerkt als nieuwe producten worden ontwikkeld? a. marktpenetratie b. productontwikkeling c. marktontwikkeling d. diversificatie
Antwoord: d. diversificatie
6.
Een goede missiebeschrijving voldoet aan bepaalde eisen. Welke hoort daar niet bij? a. geeft bestaansrecht weer b. geeft aan: ‘What business are we in?’ c. geeft ook aan wie de afnemers zijn d. is gebaseerd op de strategie voor de komende jaren
Antwoord: d. is gebaseerd op de strategie voor de komende jaren
7.
Mintzberg geeft meerdere betekenissen van het begrip strategie. Eén van de volgende vier woorden, met omschrijving, wordt door Mintzberg in dit verband gebruikt. Welke is dat? a. prestatie: een helder beeld van wat in de toekomst wordt verwacht (doelen) b. praktisch: het geeft heel concreet aan wat wordt gedaan om de concurrentie te verslaan c. passend: zowel passend bij externe ontwikkelingen als bij interne mogelijkheden en wensen d. patroon: consistentie in het bereiken van gestelde doelen (verleden)
Antwoord: d. patroon: consistentie in het bereiken van gestelde doelen (verleden)
8.
Als we spreken over een functionele relatie, welke relatie bedoelen we dan? De relatie tussen: a. functionarissen op hetzelfde hiërarchische niveau b. stafdiensten en lijnfunctionarissen c. functionarissen op verschillende hiërarchische niveaus d. hulpdiensten en lijnfunctionarissen
Antwoord: d. hulpdiensten en lijnfunctionarissen
9.
In zuivere vorm doet de lijnorganisatie zich nauwelijks voor. Welk bedrijfsonderdeel maakt dat snel zichtbaar? a. hulpdiensten b. stafdiensten c. de uitvoering d. directie
Antwoord: b. stafdiensten
10.
We spreken van interne specialisatie als er sprake is van: a. een functionele hoofdindeling b. een G-/P-/M-indeling of een combinatie hiervan c. het groeperen van functies d. interne differentiatie
Antwoord: b. een G-/P-/M-indeling of een combinatie hiervan
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aliasbruno. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 100172 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen