Oefentoets ontwikkelingspsychologie
1. Het proces waarmee kinderen veranderen in denken en gedrag om effectiever te
kunnen functioneren
a) Accommodatie
b) Assimilatie
c) Adapteren
2. Welke fase in de driftontwikkeling hoort bij de concreet operationele fase?
a) Orale fase
b) Anale fase
c) Fallische fase
d) Latentie fase
e) Genitale fase
3. Welke hoort bij 1,5-3 jaar?
a) Vertrouwen vs wantrouwen
b) Autonomie vs schaamte en twijfel
c) Initiatief vs schuldgevoel
d) Vlijt vs minderwaardigheid
4. Hoeveel huilen baby’s per dag?
a) 1 uur
b) 2 uur
c) 3 uur
d) 5 uur
5. Welke reflex kan terug keren?
a) Moro-reflex
b) Grijp-reflex
c) Rooting-reflex
d) Loop-reflex
6. Welke hechtingsstijl hoort hierbij? Een kindje komt soms even terug naar de ouders.
a) Angstig-afwerend gehecht
b) Angstig-vermijdend gehecht
c) Veilig gehecht
d) Gedesorganiseerd gehecht
7. Bij welke hoort de pre linguale fase?
a) Eerste levensjaar
b) Peutertijd
c) Kleutertijd
d) Schooltijd
1. Het proces waarmee kinderen veranderen in denken en gedrag om effectiever te
kunnen functioneren
a) Accommodatie
b) Assimilatie
c) Adapteren
2. Welke fase in de driftontwikkeling hoort bij de concreet operationele fase?
a) Orale fase
b) Anale fase
c) Fallische fase
d) Latentie fase
e) Genitale fase
3. Welke hoort bij 1,5-3 jaar?
a) Vertrouwen vs wantrouwen
b) Autonomie vs schaamte en twijfel
c) Initiatief vs schuldgevoel
d) Vlijt vs minderwaardigheid
4. Hoeveel huilen baby’s per dag?
a) 1 uur
b) 2 uur
c) 3 uur
d) 5 uur
5. Welke reflex kan terug keren?
a) Moro-reflex
b) Grijp-reflex
c) Rooting-reflex
d) Loop-reflex
6. Welke hechtingsstijl hoort hierbij? Een kindje komt soms even terug naar de ouders.
a) Angstig-afwerend gehecht
b) Angstig-vermijdend gehecht
c) Veilig gehecht
d) Gedesorganiseerd gehecht
7. Bij welke hoort de pre linguale fase?
a) Eerste levensjaar
b) Peutertijd
c) Kleutertijd
d) Schooltijd
