DEEL 10: ONDERSTEUNING VOOR MENSEN
MET EEN HANDICAP
1 INLEIDING
1.1 EVOLUTIE GEBRUIKTE TERMINOLOGIE
Juiste termen:
- Personen met een beperking
- Personen met een functiebeperking
- Personen met een. Handicap (PmH)
- Personen met een (bijzondere) ondersteuningsnood/ ondersteuningsvraag
- Zorgvrager
- Doof of slechthorend persoon (= correcte term, wel afhankelijk van subcultuur
dovengemeenschap)
Foute termen:
- Andersvaliden
- Mindervaliden
- Autistisch persoon
- Blinde
Wisselende termen in het beleid en werkveld
Bewuste keuze van de gebruikte termen is belangrijk
Persoon staat steeds centraal, één van de kenmerken van de persoon is de handicap of
beperking
1.2 HET BEGRIP ‘HANDICAP’ NADER BEKEKEN
Definitie van handicap in Vlaanderen:
- “Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een probleem dat te wijten is aan
het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of
zintuigelijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en
externe factoren”
Langdurig en belangrijk
- De participatieproblemen en de beperkingen moeten langdurig en belangrijk zijn
- De problemen in het functioneren alleen zijn onvoldoende om erkend te worden als
handicap
o Langdurige: chronisch of definitief
o Belangrijk: duidelijke impact op het leven, nood aan bijzondere ondersteuning,
hulpmiddelen…
1
, 4 grote begrippen in de definitie:
- Stoornis
o Afwijking op lichamelijk vlak (mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuigelijke
aard)
- Beperkingen
o Moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten
- Participatieprobleem
o Problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven
- Handicap
o Combinatie van de drie begrippen het MOET een combinatie zijn
Persoonlijke en externe factoren
- Er kunnen ook persoonlijke of externe factoren zijn waarom je een
“participatieprobleem” hebt (leeftijd, verdriet…) als die redenen de belangrijkste
oorzaken zijn, erkent VAPH het probleem niet als een handicap
Vernieuwde definitie
- Moedigt een ruime kijk aan: handicap is meer dan een lichamelijk probleem
- Het participatieprobleem staat voorop maatschappij is verantwoordelijk
2 SITUERING VAN HET BELEID VOOR PERSONEN MET EEN
HANDICAP
2.1 HISTORIEK
Grote evolutie qua visie en aanpak
Vroeger
- Familie en caritasorganisaties dienden de zorg op zich te nemen
- Liefdadigheid stond centraal
- ‘Zorgen’ en ‘normaal maken’ stond voorop
Nu
- Overheid financiert een groot dienstverleningsaanbod
VN-verdrag over rechten van personen met een handicap (2006): personen zijn geen
‘objecten’ waarvoor we dienen te zorgen. Het zijn ‘subjecten’ met rechten, net zoals alle
andere burgers, recht om beslissingen te nemen, actief te participeren aan de samenleving
Evolutie naar, aandacht voor
- Maatschappelijke participatie inclusie
- Volwaardig burgerschap
- Zorg op maat
- Vraaggericht werken ondersteuningsvraag staat centraal
2
MET EEN HANDICAP
1 INLEIDING
1.1 EVOLUTIE GEBRUIKTE TERMINOLOGIE
Juiste termen:
- Personen met een beperking
- Personen met een functiebeperking
- Personen met een. Handicap (PmH)
- Personen met een (bijzondere) ondersteuningsnood/ ondersteuningsvraag
- Zorgvrager
- Doof of slechthorend persoon (= correcte term, wel afhankelijk van subcultuur
dovengemeenschap)
Foute termen:
- Andersvaliden
- Mindervaliden
- Autistisch persoon
- Blinde
Wisselende termen in het beleid en werkveld
Bewuste keuze van de gebruikte termen is belangrijk
Persoon staat steeds centraal, één van de kenmerken van de persoon is de handicap of
beperking
1.2 HET BEGRIP ‘HANDICAP’ NADER BEKEKEN
Definitie van handicap in Vlaanderen:
- “Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een probleem dat te wijten is aan
het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of
zintuigelijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en
externe factoren”
Langdurig en belangrijk
- De participatieproblemen en de beperkingen moeten langdurig en belangrijk zijn
- De problemen in het functioneren alleen zijn onvoldoende om erkend te worden als
handicap
o Langdurige: chronisch of definitief
o Belangrijk: duidelijke impact op het leven, nood aan bijzondere ondersteuning,
hulpmiddelen…
1
, 4 grote begrippen in de definitie:
- Stoornis
o Afwijking op lichamelijk vlak (mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuigelijke
aard)
- Beperkingen
o Moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten
- Participatieprobleem
o Problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven
- Handicap
o Combinatie van de drie begrippen het MOET een combinatie zijn
Persoonlijke en externe factoren
- Er kunnen ook persoonlijke of externe factoren zijn waarom je een
“participatieprobleem” hebt (leeftijd, verdriet…) als die redenen de belangrijkste
oorzaken zijn, erkent VAPH het probleem niet als een handicap
Vernieuwde definitie
- Moedigt een ruime kijk aan: handicap is meer dan een lichamelijk probleem
- Het participatieprobleem staat voorop maatschappij is verantwoordelijk
2 SITUERING VAN HET BELEID VOOR PERSONEN MET EEN
HANDICAP
2.1 HISTORIEK
Grote evolutie qua visie en aanpak
Vroeger
- Familie en caritasorganisaties dienden de zorg op zich te nemen
- Liefdadigheid stond centraal
- ‘Zorgen’ en ‘normaal maken’ stond voorop
Nu
- Overheid financiert een groot dienstverleningsaanbod
VN-verdrag over rechten van personen met een handicap (2006): personen zijn geen
‘objecten’ waarvoor we dienen te zorgen. Het zijn ‘subjecten’ met rechten, net zoals alle
andere burgers, recht om beslissingen te nemen, actief te participeren aan de samenleving
Evolutie naar, aandacht voor
- Maatschappelijke participatie inclusie
- Volwaardig burgerschap
- Zorg op maat
- Vraaggericht werken ondersteuningsvraag staat centraal
2