samenvatting deel 8 ouderenzorg

DEEL 8: OUDERENZORG
1 HISTORIEK EN ORGANISATIE ZORG OUDEREN

1.1 BEVOLKINGSEVOLUTIE: VERGRIJZING

Vergrijzing = stijging van de groep ouderen (65+)

Mensen worden ouder

- Mensen leven langer

Vergrijzing belangrijk in zorg- en welzijnssector

- Belangrijke doelgroep
- Stijgende druk op sociale zekerheid
o Pensioenen
o Zorgbehoefte
 Complexiteit
 Zware zorgbehoevendheid
 Dementie
 Netwerkverlies, eenzaamheid

 Meer druk op sociale zekerheid, hoe kunnen wij pensioen betaalbaar houden?

Vergrijzing niet als iets negatiefs benaderen

- De oudere bestaat niet (net zoals migrant, kind, arme…)
o Actieve senior (vb mantelzorgers en vrijwilligers)
o Zwaar zorgbehoevend
o En alles tussen deze twee
- Vraagt beleid en dienstverlening die rekening houdt met competenties, rekening
houdende met wat ouderen allemaal kunnen en complexe zorgvragen
- Subsidiariteitsbeginsel
- Vraagt integraal beleid over beleidsdomeinen heen (vb sport, mobiliteit…)

 Hier focus op ondersteuning in zorgnoden


1.2 ORGANISATIE ONDERSTEUNING ZORGNODEN OUDEREN

Woonzorgdecreet

= kader voor aanbod, erkenning en subsidiëring woonzorg (kwaliteit, prijscontrole)

= principe dat zorg voor kwetsbaren best nabij en in de buurt wordt aangeboden (afstemming
gevraagd)

Beleidsniveaus

- Ouderenzorg voornamelijk bevoegdheid van Vlaams minister voor Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin
- Lokale besturen wel heel vaak initiatiefnemers van bepaald aanbod afhankelijk van
noden

1

, Woonzorgdecreet  verschillende vormen van ondersteuning

- Mantelzorg
- Ambulante zorg
- Residentiële zorg
- Semi-residentiële zorg

 Subsidiariteitsbeginsel belangrijk




2