100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Case uitwerking

Uitwerking werkcolleges neurofysiologie (bwb111)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
7
Cijfer
7-8
Geüpload op
01-12-2022
Geschreven in
2020/2021

Een uitwerking van de werkcolleges van neurofysiologie. Op alle werkcolleges is een voldoende gehaald.

Instelling
Vak









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
1 december 2022
Aantal pagina's
7
Geschreven in
2020/2021
Type
Case uitwerking
Docent(en)
R. bakels
Cijfer
7-8

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Werkcollege 1
1a. De evenwichtspotentiaal kun je berekenen met de formule: Ex= 61 log(Xo/Xi)
Kalium: Ex= 61 log(10/120) = -65,8 mV
Natrium: Ex = 61 log(150/5) = 90,1 mV
Chloride: Ex = 61 log(150/10) = 71,7 mV

1b. -65,8 + 90,1 + 71,7 = 96 mV

1c. Cl- speelt geen rol als er geen secundair actief transport is.
-65,8 + 90,1 = 24,3 mV

2a. Natrium komt de cel binnen, hierdoor treedt er een verandering op in het
rustmembraanpotentiaal. De natrium spanningsafhankelijke kanalen gaan open.
Hierdoor stroomt er nog meer Natrium de cel in, met als gevolg depolarisatie.
Vervolgens gaan de trage kalium kanalen open waardoor kalium de cel uitgaat en er
repolarisatie plaatsvindt. Hierbij gaan de natriumkanalen ook weer dicht. De sluiting van
de kaliumkanalen verloopt langzaam hierdoor ontstaat er hyperpolarisatie. Door de
natrium-kaliumpomp wordt het rustmembraanpotentiaal opnieuw bereikt.

2b.
- Meer natrium kanalen
- Hogere concentratie natrium buiten de cel
- Hogere concentratie kalium in de cel

2c. Bij een te kleine depolarisatie wordt de drempelwaarde niet bereikt. Hierdoor
openen de spanningsafhankelijke natrium kanalen zich niet.

3a. Verschillende motorneuronen zijn verbonden met spiervezels. Het bijzondere van
een eindplaatpotentiaal is dat het altijd leidt tot een actiepotentiaal, het zorgt dus altijd
voor depolarisatie in de cel. Calcium komt de cel in waardoor acetylcholine vrij wordt
gemaakt dat bindt aan de natrium en kanalen hierdoor ontstaat er een ionenstroom dat
zorgt voor een eindplaatpotentiaal.

3b. De rol van calcium is al eerder van belang. Als er een actiepotentiaal is dan openen
de calcium kanalen zich. Dit zorgt ervoor dat de neurotransmitter acetylcholine wordt
afgegeven. Acetylcholine bindt zich aan verschillende kanalen op het post-synaptische
membraan. Als de post-synaptische cel een spier is dan spreken we van een
eindplaatpotentiaal dat is ontstaat door de stroom van ionen.

3c. Ieder (eindplaat)actiepotentiaal in een motorneuron zorgt voor een
spiervezelactiepotentiaal wat weer leidt tot een contractie.

3d. Een eindplaatpotentiaal gebeurt eerder dit zorgt voor een spiervezelactiepotentiaal.

, 4a. De eindplaatpotentiaal is verlaagd.

4b. Het aantal beschikbare receptoren is afgenomen. Hierdoor kan er dus minder in- en
uitstroom van natrium en kalium zijn. Waardoor het eindplaatpotentiaal verlaagd is.
Doordat de spier al eerder actief is geweest moet er nu een grote eindplaatpotentiaal
zijn doordat er sprake is van de refractaire periode.

4c. Ervoor zorgen dat er meer acetylcholine beschikbaar is.

Werkcollege 2
1a. Synaptische input wordt omgezet in actiepotentialen met een bepaalde frequentie,
hoe meer input hoe meer actiepotentialen.

1b. Hoe dichter de synaps bij het neuron ligt, hoe minder ver de amplitude is
uitgedoofd.
Een locatie dichtbij heeft dus veel meer effect. Deze kan zorgen voor een synaptisch
potentiaal.

2a. GABA is samen met glycine de belangrijkste inhiberende neurotransmitter die dus
bindt aan een inhiberende receptor. Het zorgt voor een chloorinstroom.

2b. Bij een exciterend effect stroomt chloride naar buiten. De concentratie in de cel
wordt hierdoor lager.

3a.
 Dura mater
 Arachnoid
 Pia mater

3b. Liquor bevindt zich tussen de arachnoid en pia mater, in de subarachnoid ruimte.

3c. Het wordt gemaakt in de ventrikels in de hersenen.

4a. De drukreceptoren worden geactiveerd, vervolgens ontstaat er een
receptorpotentiaal. Deze receptorpotentiaal wordt gebruikt om een actiepotentiaal op
te wekken. Een voorbeeld hierbij is een mechanoreceptor.

4b. Door de grote druk op het begin neemt de frequentie van de actiepotentialen snel
toe. Bij een constante druk wordt ook de frequentie van de actiepotentialen minder, dit
neemt vervolgens snel af.

4c. Door het kleiner worden van de receptorpotentiaal vindt er adaptatie plaats.
Hierdoor wordt het actiepotentiaal ook kleiner.
€4,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Juul13 Rijksuniversiteit Groningen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
13
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
7
Documenten
27
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen