Laboproef 4: Het differentieel
Het differentieel afstellen : 3 zaken
de pignonhoogte afstellen met een pignondummy
de voorspanning van de conische rollagers van de pignonas afstellen
aandraaien tot wrijvingsmoment
de voorspanning van de conische rollagers van het differentieel afstellen
via tandflankspanning
Vraag 1
1.1 Waarom dient men nieuwe lagers tot de tweede streep aan te draaien?
Nieuwe lagers zijn nog niet ingesleten (dikker dan gebruikte lagers.)
Vraag 2
2.1 Hoeveel bedraagt het wrijvingsmoment?
Het wrijvingsmoment bedraagt 0,5 Nm
Bij nieuwe lagers bedraagt het wrijvingsmoment 0,3 Nm
Vraag 3
3.1 Is de dikte van ring “2” correct, te dik of te dun? Hoeveel bedraagt de afwijking?
Neen, de dikte van ring “2” is niet correct te dik.
De afwijking bedraagt 0,4 mm
Vraag 4:
4.1 Hoe ziet het draagbeeld eruit?
Draagbeeld controleren met fijne pasta
Opmerkingen: - niet te veel pasta aanbrengen, want anders is de meting onbetrouwbaar
- de tanden eerst ontvetten voor een goede hechting op de tandvlakken
Door de tanden over elkaar te laten bewegen door de pignon te verdraaien wordt de pasta
uitgesmeerd over de tandvlakken. We bekijken het vlak dat afgetekend wordt door de
pasta.
De pasta komt niet tot aan de uiteinden van de tanden => de afstelling is correct.
Als er teveel pasta aan de uiteinden komt, komt de maximale vlaktedruk te liggen op de
rand van de tanden. Hierdoor is de kans groot dat stukjes uit de vertanding breken. De
tanddeeltjes komen dan terecht in de smeerolie en tussen de andere tandvlakken waardoor
het differentieel zwaar beschadigd wordt. (verhoogde geluidsproductie)
Vraag 5:
5.1 Wat is de overbrengingsverhouding?
Kroonwiel: z = 37
Pignon: z=9
Het differentieel afstellen : 3 zaken
de pignonhoogte afstellen met een pignondummy
de voorspanning van de conische rollagers van de pignonas afstellen
aandraaien tot wrijvingsmoment
de voorspanning van de conische rollagers van het differentieel afstellen
via tandflankspanning
Vraag 1
1.1 Waarom dient men nieuwe lagers tot de tweede streep aan te draaien?
Nieuwe lagers zijn nog niet ingesleten (dikker dan gebruikte lagers.)
Vraag 2
2.1 Hoeveel bedraagt het wrijvingsmoment?
Het wrijvingsmoment bedraagt 0,5 Nm
Bij nieuwe lagers bedraagt het wrijvingsmoment 0,3 Nm
Vraag 3
3.1 Is de dikte van ring “2” correct, te dik of te dun? Hoeveel bedraagt de afwijking?
Neen, de dikte van ring “2” is niet correct te dik.
De afwijking bedraagt 0,4 mm
Vraag 4:
4.1 Hoe ziet het draagbeeld eruit?
Draagbeeld controleren met fijne pasta
Opmerkingen: - niet te veel pasta aanbrengen, want anders is de meting onbetrouwbaar
- de tanden eerst ontvetten voor een goede hechting op de tandvlakken
Door de tanden over elkaar te laten bewegen door de pignon te verdraaien wordt de pasta
uitgesmeerd over de tandvlakken. We bekijken het vlak dat afgetekend wordt door de
pasta.
De pasta komt niet tot aan de uiteinden van de tanden => de afstelling is correct.
Als er teveel pasta aan de uiteinden komt, komt de maximale vlaktedruk te liggen op de
rand van de tanden. Hierdoor is de kans groot dat stukjes uit de vertanding breken. De
tanddeeltjes komen dan terecht in de smeerolie en tussen de andere tandvlakken waardoor
het differentieel zwaar beschadigd wordt. (verhoogde geluidsproductie)
Vraag 5:
5.1 Wat is de overbrengingsverhouding?
Kroonwiel: z = 37
Pignon: z=9