Pathologie Neonatologie
1. Gecompliceerde zwangerschap
1.1 Neonatale infectie
1.1.1 Congenitale infecties
- Aangeboren afwijkingen
- Ernst afhankelijk van tijdstip infectie
o HIV
o Syphilis
o CMV
o Toxoplasmose
o Hepatitis B
o Rubella
o Herpes
o Varicella
o Parvovirus
o Listeriose
- Congenitale toxoplasmose
o Pathofysiologie
§ Verwekkers = parasiet toxoplasma gondii
§ Hoofdgastheer: katachtige
§ Infectie à levenslange immuniteit
§ 30-40% foetale transmissie
o Klinische symptomen
§ Aantasting van
• Hersenen, cerebrale verkalkingen
• Micro/ hydrocephalie
• Psychomotore retardatie
§ Ernst afhankelijke van tijdstip infectie
• 1ste trimester > 2de trimester > 3de trimester
1
, o Diagnose (labo-onderzoeken)
§ Maternele seroconversie: IgM- specifieke antistoffen
§ PCR-onderzoek op amniosvocht
§ Bloedonderzoek bij neonaat: algemene beenmergdepressie,
levenfunctiestoornissen
§ Isolatie van toxoplasmose gondii uit lichaamsvochten
o Behandeling
§ Indicatie
• Bevestigde neonatale toxoplasmose-infectie (ongeacht klinische
symptomen)
§ Antiparasitaire middelen
§ Doel:
• Minder gehoorsverlies op langere termijn
• Minder nieuwe oogletsels
- Syphilis
o Pathofysiologie
§ Verwekker: spirocheet treponema pallidum
§ Transplacentaire transmissie
§ Voornamelijk 3de trimester
o Klinische symptomen
§ Vroege fase
• 70% symptomen bij geboorte
• Koorts, prikkelbaarheid, anemie, hepatosplenomegalie
• Huidafwijkingen thv handpalmen en voetzolen
• Slijmvliesletsels (‘snuffelneus’)
• Skeletafwijkingen: osteochondritis
§ Late fase
• Persisterende infectie of overgevoeligheidsreactie
• Latere leeftijd
• Skelet- / tandafwijkingen, neurlogische symptomen
o Diagnose
§ Serologisch onderzoek
o Behandeling
§ Penicilline IV à aan mama tijdens ZWS
§ Onbehandelde zwangere vrouw met syphilisinfectie in stadium I of II
• 100% kans op infectie foetus met ernstig beloop
o Prognose
§ 30-40% overlijden in utero
§ 25% mortaliteit postnataal
2
,- Rubella
o Pathofysiologie
§ ‘rode hond’
§ Rubbelavirus
§ Ernst ziektebeeld afh. Moment besmetting
• < 8w: 50- 80% kans op transmissie
• 2e trimester: 10-20%
• 3e trimester: besmetting zeldzaam
o Klinische symptomen
§ Oogafwijkingen
• Cataract, ontbreken van lens
§ Neurologische
• Microcephalie, mentale retardatie, gehoorsverlies, encephalitis
§ Hartafwijkingen
o Diagnose
§ IgM specifieke antistoffen
o Behandeling
§ Preventie: vaccinatie!
- CMV
o Pathofysiologie
§ < herpesvirus
§ 40% volwassene à antistoffen
§ Primaire infectie à latente fase à reactivatie
§ Transmissie
• Transplacentair
• Tijdens baring à besmette secreties
• Postnataal via moedermelk
§ Primaire infectie (50% congenitale)
• Meerderheid asymptomatisch bij geboorte
∆ 30% restverschijnselen op latere leeftijd
• 10% ernstig klinisch beeld à 20% mortaliteit
o Klinische symptomen
§ Bij geboorte
• Laag geboortegewicht
• Hepatosplenomegalie
• Trombocytopenie
• Microcephalie
• Chorioretinitis
§ Latere leeftijd
• Blindheid
• Doofheid
3
, • Convulsies
• Psychomotore retardatie
o Diagnose
§ Maternele seroconversie tijdens ZWS
§ Detectie virus in keel of urine
• Kweek
• PCR-onderzoek
§ PCR CMV op PKU-kaartje
§ Aanvullende onderzoeken à in kaart brengen van gevolgen
• Transfontanellaire echografie
• MRI hersenen
• Oogfundusonderzoek
• Bloedonderzoek
o Behandeling
§ Indicatie: bevestigde congenitale CMV-infectie + 1 of meerdere criteria
• Tekenen van veralgemeende infectie
∆ SGA
∆ Petechieën
• Tekenen van CZS aantasting
∆ Klinisch à microcephalie + convulsies
∆ Beeldvorming à MRI hersenen + transfontanellaire echo
∆ Neurosensorieel à afwijkende gehoorsscreening
∆ Chorioretinitis
§ Valganciclovir siroop
• Starten binnen 28d na geboorte
• Behandeling 6 weken
- Herpes neonatorum
o Pathofysiologie
§ Verwekker: herpes simplex virus type 1 en 2 (75%)
§ Primaire infectie à Levenslange aanwezigheid van virus
§ Besmetting baby
• Bij passage doorheen geboortekanaal
∆ 50% infectie moeders à neonatale infecties
• Opstijgend bij gebroken vliezen
• Transplacentair
∆ Zeldzaam
∆ Hoge mortaliteit
o Klinische symptomen
§ Huid à vesikels
§ Slijmvliezen à ulceratieve letsels in mond
§ Veralgemeende infectie
• Sepsis en encephalitis
∆ 50% geen huid of slijmvliesafwijkingen
4
1. Gecompliceerde zwangerschap
1.1 Neonatale infectie
1.1.1 Congenitale infecties
- Aangeboren afwijkingen
- Ernst afhankelijk van tijdstip infectie
o HIV
o Syphilis
o CMV
o Toxoplasmose
o Hepatitis B
o Rubella
o Herpes
o Varicella
o Parvovirus
o Listeriose
- Congenitale toxoplasmose
o Pathofysiologie
§ Verwekkers = parasiet toxoplasma gondii
§ Hoofdgastheer: katachtige
§ Infectie à levenslange immuniteit
§ 30-40% foetale transmissie
o Klinische symptomen
§ Aantasting van
• Hersenen, cerebrale verkalkingen
• Micro/ hydrocephalie
• Psychomotore retardatie
§ Ernst afhankelijke van tijdstip infectie
• 1ste trimester > 2de trimester > 3de trimester
1
, o Diagnose (labo-onderzoeken)
§ Maternele seroconversie: IgM- specifieke antistoffen
§ PCR-onderzoek op amniosvocht
§ Bloedonderzoek bij neonaat: algemene beenmergdepressie,
levenfunctiestoornissen
§ Isolatie van toxoplasmose gondii uit lichaamsvochten
o Behandeling
§ Indicatie
• Bevestigde neonatale toxoplasmose-infectie (ongeacht klinische
symptomen)
§ Antiparasitaire middelen
§ Doel:
• Minder gehoorsverlies op langere termijn
• Minder nieuwe oogletsels
- Syphilis
o Pathofysiologie
§ Verwekker: spirocheet treponema pallidum
§ Transplacentaire transmissie
§ Voornamelijk 3de trimester
o Klinische symptomen
§ Vroege fase
• 70% symptomen bij geboorte
• Koorts, prikkelbaarheid, anemie, hepatosplenomegalie
• Huidafwijkingen thv handpalmen en voetzolen
• Slijmvliesletsels (‘snuffelneus’)
• Skeletafwijkingen: osteochondritis
§ Late fase
• Persisterende infectie of overgevoeligheidsreactie
• Latere leeftijd
• Skelet- / tandafwijkingen, neurlogische symptomen
o Diagnose
§ Serologisch onderzoek
o Behandeling
§ Penicilline IV à aan mama tijdens ZWS
§ Onbehandelde zwangere vrouw met syphilisinfectie in stadium I of II
• 100% kans op infectie foetus met ernstig beloop
o Prognose
§ 30-40% overlijden in utero
§ 25% mortaliteit postnataal
2
,- Rubella
o Pathofysiologie
§ ‘rode hond’
§ Rubbelavirus
§ Ernst ziektebeeld afh. Moment besmetting
• < 8w: 50- 80% kans op transmissie
• 2e trimester: 10-20%
• 3e trimester: besmetting zeldzaam
o Klinische symptomen
§ Oogafwijkingen
• Cataract, ontbreken van lens
§ Neurologische
• Microcephalie, mentale retardatie, gehoorsverlies, encephalitis
§ Hartafwijkingen
o Diagnose
§ IgM specifieke antistoffen
o Behandeling
§ Preventie: vaccinatie!
- CMV
o Pathofysiologie
§ < herpesvirus
§ 40% volwassene à antistoffen
§ Primaire infectie à latente fase à reactivatie
§ Transmissie
• Transplacentair
• Tijdens baring à besmette secreties
• Postnataal via moedermelk
§ Primaire infectie (50% congenitale)
• Meerderheid asymptomatisch bij geboorte
∆ 30% restverschijnselen op latere leeftijd
• 10% ernstig klinisch beeld à 20% mortaliteit
o Klinische symptomen
§ Bij geboorte
• Laag geboortegewicht
• Hepatosplenomegalie
• Trombocytopenie
• Microcephalie
• Chorioretinitis
§ Latere leeftijd
• Blindheid
• Doofheid
3
, • Convulsies
• Psychomotore retardatie
o Diagnose
§ Maternele seroconversie tijdens ZWS
§ Detectie virus in keel of urine
• Kweek
• PCR-onderzoek
§ PCR CMV op PKU-kaartje
§ Aanvullende onderzoeken à in kaart brengen van gevolgen
• Transfontanellaire echografie
• MRI hersenen
• Oogfundusonderzoek
• Bloedonderzoek
o Behandeling
§ Indicatie: bevestigde congenitale CMV-infectie + 1 of meerdere criteria
• Tekenen van veralgemeende infectie
∆ SGA
∆ Petechieën
• Tekenen van CZS aantasting
∆ Klinisch à microcephalie + convulsies
∆ Beeldvorming à MRI hersenen + transfontanellaire echo
∆ Neurosensorieel à afwijkende gehoorsscreening
∆ Chorioretinitis
§ Valganciclovir siroop
• Starten binnen 28d na geboorte
• Behandeling 6 weken
- Herpes neonatorum
o Pathofysiologie
§ Verwekker: herpes simplex virus type 1 en 2 (75%)
§ Primaire infectie à Levenslange aanwezigheid van virus
§ Besmetting baby
• Bij passage doorheen geboortekanaal
∆ 50% infectie moeders à neonatale infecties
• Opstijgend bij gebroken vliezen
• Transplacentair
∆ Zeldzaam
∆ Hoge mortaliteit
o Klinische symptomen
§ Huid à vesikels
§ Slijmvliezen à ulceratieve letsels in mond
§ Veralgemeende infectie
• Sepsis en encephalitis
∆ 50% geen huid of slijmvliesafwijkingen
4