100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Graan -en baktechnologie, complete samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
43
Geüpload op
03-10-2022
Geschreven in
2020/2021

Graan -en baktechnologie, gegeven door Melissa Camerlinck, compleet met producte/flowschema's












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
3 oktober 2022
Aantal pagina's
43
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Graan- en baktechnologie
Deel I Grondstoffen

1. Granen
- Grondstoffen
 Broodgranen: tarwe, rogge, spelt,…
 Voedergranen: mais, haver, gierst,…
- Granen = verzamelnaam voor zaden afkomstig van monocotylen cultuurgewassen die tot grasachtigen
behoren
- Oergranen = populaties primitieve granen die niet onderhevig waren aan de moderne selectie of
kweekprogramma’s en die nog steeds kenmerken van hun wilde voorouders hebben (quinoa,haver, spelt,…)
- Reden voor overschakelen: hogere opbrengst
- Pseudogranen = dicotylen i.p.v. monocotylen
- Granen vooral in de vruchtbare sikkel of het Mediterraanse gebied gekweekt
- Heropleving
 Diversiteit landbouw
 Groter aanpassingsvermogen
 Interesse van consument
 Authenticiteit
 Superfood
 Glutenvrij
 Beter verteerbaar/ gezonder?
- 2017: 2,6 miljard ton graanproductie wereldwijd  Azie grootste gebruikers
- 1kg graan/ pp/ dag
- 26% wereldgraanproductie = tarwe  750miljoen ton tarwe/ jaar (vooral Amerika en Azië)

2. Tarwe/ Triticum (Poaceae)
2.1 Morfologie van de tarwekorrel
- Vruchtwand/ pericarp: 1-3, zaadwand: 4-6
- Tarwekorrel: zemel, kiem en kern (vruchtwand, zaadwand , intermediare cellen, dwarse celle/ endocarp en
buiscellen)
 Aleuron toch bij zemelen gerekend  door vermaling
komt dit bij zemelfractie terecht
- In kern zitten endospermcellen met hierin zetmeelkorrels
die in eiwitmatrix liggen (meer eiwit aan buitenkant, maar
kwaliteit eiwit in midden hoogst)

2.2 Tarwevarieteiten
- Zachte tarwe/ Triticum aestivum
 Broodbakkerij en veevoeders
 Viscoelastische gluten
 Melig uitzicht
 Koudere klimaten


1

, - Harde tarwe/ Triticum durum
 Deegwaren (pasta, couscous,…)
 Hoog eiwitgehalte, stugge gluten en hoog beta- caroteengehalte
 Glazig uitzicht
 VS, Middelandse zeeklimaat
- Volkorenmeel: 100% extractie = vermaling tussen walsen waarbij bloem, zemelen en kriel niet gescheiden
worden
- Integraalmeel: na vermaling door een hamermolen, grootte van deeltjes is afhankelijk van de zeef

2.3 Chemische samenstelling van de tarwekorrel
- Zetmeel
 Amylose(25%)
o Lineair polymeer bestaande uit 500-2000
glucose-eenheden
o Moleculair gewicht: 80.000 – 320.000
o Alfa-1,4- glucosidische bindingen
o DP: 250-8000
o 4.10^4- 10^6 Dalton
o Niet oplosbaar
o Ondoorschijnend
o Neiging tot retrogradatie,
gelvorming en syneresis
 Amylopectine (75%)
o Polymeer met vertakte structuur
o Lineaire keteens van 20-30
glucose- eenheden: alfa-1,4-
glucosidische bindingen
o Vertakkingspunten: alfa-1,6- glucosidische bindingen
o Moleculair gewicht: minstens 1.000.000
o DP > 10.000
o 10^7 – 2,8.10^8 Dalton
o Oplosbaar, hoge waterbinding
o Transparant
o Stabiel, slechts kleine neiging tot retrogradatie
 Amo en AmP opgesloten in zetmeelkorrels
 Amylose + jood (I2)  blauw, amylopectine + jood  rood (minder omwentelingen)
 Verkleuring hangt af van aantal omwentelingen van amylose/ amylopectine helix rond jood
 Moleculen door H-bruggen in radiale richting geassocieerd: kristallijne bundels of micellen
 Amorfe gebieden bestaan uit sterk vertakte amylopectine- moleculen
 Kristallijne gebieden bestaan vooral uit sterk geordende amylose- moleculen
 Sterke samenhangende structuur: zetmeel is onoplosbaar in water en neemt wel water op in amorfe
delen (12-13%)
 Zetmeelverstijfseling: waterabsorptie van 30-50% van gewicht van zetmeelkorrels
o Start verstijfselingsproces bij 60 graden
 H- bruggen verbroken
 Water in korrel bindt met vrijgekomen OH-groepen
 Membranen en cellen zwellen verder op
2

, OH- verbindingen tussen zetmeel-moleculen worden verbroken
 Korte lineaire ketens diffunderen uit cellen (amylose)
 Korrels barsten, zetmeel komt vrij en is omgeven door geabsorbeerd water (verstijfseling)
o T- daling: herstel H-bruggen, gelvorming, erna retrogradatie
 Gelvorming: verbreken van moleculaire verbindingen in de
granule  zwelling,…
o Karakteristieke parameters: verloop viscositeit,
verstijfselingsduur – en T
 Retrogradatie: gelatine begint reassocieren in een bepaalde
structuur, amylose kort en amylopectine lang
o Zetmeelverstijfseling in 5 stappen: water
toevoeging  opwarmen  vasthouden op cte
hoge T  afkoelen  vasthouden op cte lage T
o Verstijfseling start bij55-65 graden aantasting
door amylasen tot inactiviteit
 Beschadigd zetmeel
o Oorzaak: maalproces (differentiaalsnelheid en maaldruk) en tarwetype (harde tarwe > zachte
tarwe)
o 5-10% = gewenst, aangezien zo amylase zetmeelstructuur beschadigd  maltose vorming
o Beïnvloedt deeg- en brood karakteristieken: waterabsorptievermogen, kleverigheid en slechte
kruimstructuur, suikervormend vermogen en valgetal van Hagberg (amylase activiteit)
- Eiwitten
 Gewicht basis
o Kiem: 7%, 3% totaalgewicht
o Zemelen: 16%, 12% totaalgewicht
o Endosperm:77%, 85% totaalgewicht
 Kwaliteit in functie van ras
 Soorten
o Albumine en globuline (20%)
o Gluteneiwitten: gluteninen en gliadinen (80%)  niet wateroplosbaar
 Glutenine (50%): bepaalt rekweerstand/ elasticiteit deeg  weinig rekbaar
 Gliadine (50%): bepaalt rekbaarheid/ extensibiliteit deeg  weinig elastisch
 Vormen glutenskelet tijdens kneden (netwerk met zetmeelkorrels en CO2 in)




- Enzymen
 Amylasen
o Hydrolyse van zetmeel tot suikers
o Aanwezig in aleuronlaag, scutellum en endosperm (vooral buitenkant)
o Tasten enkel beschadigd/ verstijfseld zetmeel aan

3

, o Nodig voor glucosevorming in deeg als voedsel voor gist
o Diastatisch vermogen: vermogen tot afbraak zetmeel tot maltose
o Beïnvloedt: suikervorming, kruimstructuur, korstkleur, broodvolume en
waterabsorptievermogen (neemt af bij meer suikervorming)
Alfa- amylasen: bepaald door Valgetal van Hagberg of via amylograaf van Brabander
 Worden geactiveerd tijdens kieming
 Aanwezigheid geeft indicatie van niet optimale rijping (te rijp)
 Endo-enzym: tast zetmeel over zijn gehele lengte aan (ongeveer iedere 6 de glucosemolecule)
 Tast aan op alfa-1,4- bindingen waarbij dextrinen vrijkomen en viscositeit daalt
 Optimum T: 60-66 graden
 Inactivatie: 75-80 graden
 Alfa-1,6- bindingen worden niet aangepast
o Beta- amylasen
 Zijn reeds actief in niet gekiemde korrels, gehalte blijft constant
 Exo- enzym: aantasting vanaf zijkanten, maltosedelen worden afgesplitst
 Tast enkel alfa-1,4- bindingen aan en splitst maltose af van niet reducerend uiteinde van glucoseketen
 Dextrinen die al gevormd zijn door alfa-amylasen kunnen door beta-amylasen worden aangetast
 Optimum T: 54- 63 graden
 Inactivatie: 72 garden
 Enzymen: andere
o Glucosidasen: breekt maltose af tot glucose of breken grensdextrines af op alfa-1,6-bindingen
o Proteasen en peptidasen: best zo laag mogelijk houden, komt vooral voor bij schot (overrijp)
o Lipasen: ontstaan glycerol en vrije vetzuren
o Fytasen: hydrolyseren fytinezuur  inositol + fosforzuur
o Oxydo- reductasen (bv. lipoxydasen)  verbleking
- Vetten
 Gehalte in bloem zo laag mogelijk  hydrolyse en oxidatie
 Tegengaan met een thermische behandeling door hittewalsen (kwaliteit bloem daalt)
 Samenstelling
o Triglyceriden; palmitinezuur (14%), stearinezuur (1%), oliezuur (30%), linolzuur (44%) en
lioneelzuur (10%)
 Spelen belangrijke rol in rijping van bloem: oxidatie tot lipoperoxiden welke de plasticiteit van het deeg
verbeteren (SH SS)
 In deeg beïnvloedt vet
o Deegvorming (plasticiteit): fungeren als smeermiddel bij de glutenvorming
o Houdbaarheid van het gebak
- Mineralen
 Kwaliteitsparameter: cfr, extractiegraad of uitmalingsgraad van bloem
o Stijgende bloemextractie zal asgehalte stijgen
o Hoe verder uitmalen, hoe meer endosperm van zemelen loskomt
o Mineralen; K2O, P2O5, Mgo en CaO

- Vitaminen
 Vitamine E in kiem
 Vitamine B1 of thiamine (aleurone) en vitamin B6 of
pyroxidine (kiem)
 Weinig of geen vitamin C en D
4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
liesbetdh Hogeschool Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
15
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
10
Documenten
12
Laatst verkocht
11 maanden geleden

2,5

2 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen