100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Biochemie - Peter Ponsaerts

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
6
Pagina's
41
Geüpload op
11-10-2021
Geschreven in
2020/2021

Samenvatting van het vak Biochemie in 2e bachelor kinesitherapie. Hoofdstuk 1 tot en met 6.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 tem 6
Geüpload op
11 oktober 2021
Aantal pagina's
41
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 1: Structuur van aminozuren,
peptiden en eiwitten
Biochemie – Peter Ponsaerts

De levensloop van eiwitten




Transcriptie: DNA wordt afgeschreven tot mRNA (boodschapper RNA) in de nucleus
Alle eiwitten worden op het niveau van DNA gecodeerd
Door transcriptie wordt dit DNA afgeschreven naar een boodschapper RNA

Translatie: mRNA wordt vertaald naar een eiwit in het cytoplasma door aaneenschakeling
van aminozuren (eiwit)

Degeneratie: oude/beschadigde eiwitten worden terug afgebroken tot herbruikbare
aminozuren in het cytoplasma

Half-waarde tijd van eiwitten = tijd nodig om de helft van één bepaald eiwit te vervangen in
een cel (structuur versus signaaleiwit) De tijd van elk eiwit is verschillend.
Structuur-eiwitten hebben een lange half-waarde tijd want deze eiwitten zijn van
groot belang voor de structuur dus mogen niet zomaar gaan verdwijnen
Signaaleiwitten hebben een korte half waarde tijd omdat bepaalde signalen ook maar
kort mogen plaatsgrijpen


Structuur van een aminozuur
Aminozuur is de basis (bouwsteen) van een eiwit

Aminozuren à peptideketen à eiwit

Opbouw van een aminozuur:
- Centraal gelegen koolstofatoom (C) verbonden met een waterstofatoom (H)
- Een zwak zure carboxylgroep (COOH)
- Een zwak basische aminogroep (NH2) bij 19/20 aminozuren (uitzondering proline:
iminogroep (NH))
- Een variabele groep (R) die de aminozuuridentiteit bepaalt à geeft aan welk type
aminozuur het is

,Er zijn 20 aminozuren nodig om een eiwit te vormen, in 19 van de 20 gevallen is er een
aminogroep
Bij proline is er een iminogroep

In het lichaam komt een aminozuur niet zo voor vanwege de pH 7 die aanwezig is in het
lichaam
à In het lichaam is er de zwitterion


Structuur van een aminozuur bij pH 7
De zwitterion vorm met 1 positieve en 1 negatieve groep
- Een negatief geladen caboxylaatgroep (COO-) (COOH à COO- + H+)
- Een positief geladen amoniumgroep (NH3+) bij 19/20 aminozuren (NH2 + H+ à
NH3+) (uitzondering proline: blijft iminogroep)




Naamgeving en structuur van de 20 aminozuren
De specifieke R-groep bepaalt de karakteristieken van een aminozuur

De aanduiding van een aminozuur kan op verschillende manieren gebeuren:
- Volledige naam
- 3 letterafkorting
- 1 letterafkorting (hoofdletter)

Door de specifieke R-groep ontstaan er bepaalde eigenschappen:
- Hydrofobe aminozuren = afkeer van water (algemeen binnenkant eiwit) = polair
- Hydrofiele aminozuren = aantrekking water (algemeen buitenkant eiwit) = apolair

,Opbouw van eiwitten
Er zijn 4 niveaus van eiwitstructuur
1. Primaire structuur: lineaire aminozuurketen (is nog geen eiwit, maar kan functioneel
zijn bv insuline)
Verschillende aminozuren worden aan elkaar geschakeld
= Peptideketen
2. Secundaire structuur: vorming van specifieke structuren/patronen in een
aminozuurketen
3. Tertiaire structuur: opgevouwen eiwitstructuur (functioneel eiwit)
Vanaf tertiaire structuur is er een functioneel eiwit
4. Quartaire structuur: complexe oligomere eiwitstructuren (functioneel eiwitcomplex)
(meerdere tertiaire structuren aan elkaar gehangen)
Combinatie van verschillende individuele/tertiaire eiwitten tot een groter functioneel
eiwit


Primaire structuur van eiwitten
Lineaire keten van aminozuren via peptidebinding
Koppeling van aminozuren via ammoniumgroep en carboxylaatgroep
Binding gebeurt in het ribosoom + er wordt een watermolecule afgesplitst




Een peptideketen heeft een amino (N) en carboxy (C) terminus

Het aantal aminozuren (residuen) in een peptideketen wordt weergegeven door di, tri, tetra,
penta,… (bv dipeptide)
Van 10 tot 20 residuen: oligopeptide
Meer dan 20 residuen: polypeptide

Peptide keten = bestaande uit aminozuren


Secundaire structuur van eiwitten
Drie belangrijke secundaire structuren:
- Alfa-helix
- Blad structuur
- Omgekeerde draai

Structuren worden (alleen) bijeengehouden door niet-covelente waterstofbruggen
N-H of O-H binding door elektrostatische aantrekkingskracht

, Tertiaire structuur van eiwitten
Omvat de finale 3D structuur van een eiwit
Bindingen tussen verder gelegen aminozuren
Secundaire structuur plooit samen tot tertiaire
Verschillende interacties die kunnen gebeuren:
- Hydrofobe
- Disulfide
- Ionisch

Voorbeelden van interacties:
- Zwavelbruggen: disulfide binding (S-S)
Covalente binding tussen twee -CH2SH restgroepen (cysteïne residuen)
- Ionische interacties: + of – geladen groepen
Aantrekken of afstoten
- Hydrofobe interacties
Keren zich af van een waterig milieu

Een 3D eiwitstructuur kan onderverdeeld worden in verschillende domeinen

Myoglobine is een zuurstof-bindend eiwit dat voorkomt in hart- en skeletspiercellen
- Opgebouwd uit 153 aminozuren (polypeptide keten van 153 aminozuren)
- De secundaire structuur wordt gevormd door 8 alfa-helixen
- De 8 alfa-helixen vormen een tertiaire structuur tot een klein eiwit
- In het midden van de 8 afla-helixen is er een bindingsplaats voor een heemgroep
(ijzer voor binden van zuurstof)
à Vormt het actieve centrum van het myoglobine eiwit

De SERCA pomp transporteert Ca2+ vanuit het cytoplasma naar het sarcoplasmatisch
reticulum
Meerdere secundaire structuren vormen een complexe tertiaire eiwitstructuur bestaande
uit verschillende (functionele) domeinen.


Quartaire structuur van eiwitten
Combinatie van individuele subunits (individuele eiwitten in tertiaire structuur) tot een
functioneel oligomerisch eiwit
Quartaire structuur ontstaat door niet-covelente bindingen: waterstofbruggen,
elektrostatische en hydrofobe interacties.

Het contractiele eiwit myosine bestaat uit 6 subunits (6 individueel opgevouwen
polypeptideketens = 6 eiwitten met tertiaire structuur) (hexameer):
- 2 zware myosine ketens
- 2 essentiële lichte ketens
- 2 regulerende ketens
€6,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
catobresseleers
5,0
(1)

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
2 jaar geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
catobresseleers Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
7
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
6
Documenten
4
Laatst verkocht
8 maanden geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen