100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting van Nier 1 (Ba2 geneeskunde)

Rating
-
Sold
-
Pages
23
Uploaded on
26-12-2025
Written in
2025/2026

Deze samenvatting is 21 pagina's lang en vat het volledige vak Nier 1 samen (18 dia's uit een PPT staan niet in de samenvatting, maar er staat duidelijk vermeld welke dia's dat zijn van welke PPT). Er staan afbeeldingen bij die naar mijn mening verduidelijken. De zelfstudie-vragen staan ook in dit document, de casus niet. Dit document is aangemaakt in het schooljaar (eerste semester).

Show more Read less
Institution
Course












Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 26, 2025
Number of pages
23
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Nier
EXAMEN: 40 MCQ, verhoogde cesuur (2 zittijd= mondeling met schriftelijke
voorbereiding)
Leerdoelen:
- De student kan de zes functies van de nier benoemen en toelichten; en de belangrijkste functie van de
verschillende elementen binnen het nefron beschrijven
- De student kan de verschillende onderdelen van de nier herkennen en aanwijzen op
tekening/histologische coupe
- Uitgaande van de histologische structuur van het nefron kan de student het belang en het
werkingsmechanisme (glomerulaire filtratie, tubulaire reabsorptie, secretie en excretie) van de
verschillende onderdelen van het nefron omschrijven en uitleggen. De student kan deze kennis
toepassen op concrete (patho-)fysiologische casus
- De student kan het begrip “renale klaring” van een stof correct reproduceren en deze berekenen
- De student kan de rol van de nier in de homeostase van volume, elektrolyten en het zuurbase
evenwicht opsommen en gedetailleerd toelichten. In het bijzonder kan de student de rol van de nier in
balans van water, de balans van zout, de balans van kalium, de geïntegreerde controle van volume en
osmolariteit, en het zuurbase-evenwicht weergeven en verklaren. De student kan deze kennis
toepassen op concrete (patho-)fysiologisch casus
- De student kan het transport, de absorptie en de secretie van diverse bestanddelen door de nier
lokaliseren binnen het nefron, en bondig verklaren


Fysiologie
- Functies vd nier:
o Regulatie van extracellulair volume en BD
 Bij diarree of braken: snel veel vochtverlies
 Normaal HD= 5,5L/min
 MAP w bepaald door:
 Bloedvolume (intake en loss): verlies kan passief of
door nieren
 CO (wat bepaald w door HF en SV)
 SVR (bepaald door diameter van arteriolen)
 Distributie v bloed tussen arterien en venen (diameter
vd venen)
= MAP= DBP + 1/3(SBP-DBP)
o Regulatie osmolariteit
 Osmolariteit (mOsm/L plasma) of osmolaliteit (mOsm/kg
water)= de tonus van in het ECV (extracellulair vocht)
opgeloste deeltjes
Ong 280 mOsM/L (vrij gelijk aan mOsM/kg)
Vooral door Na-, glucose- en ureumconcentratie in plasma
bepaald
 Toniciteit/effectieve Osm= osmotisch actieve deeltjes (die
zorgen voor een water verplaatsing, vb N+, K+, Cl-, albumine,
glucose; niet O2 of CO2 want ze diffunderen vrij door het
membraan) in de opl per eenheid oplosmiddel
=[Na+]x2+ glucose
 Constant gehouden door nieren
 Variatie in IC en EC toniciteit kunnen zorgen voor
opzwellen/krimpen van cel (geen probleem tenzij geen ruimte
vb hersencellen in schedel)
 Toediening oplossing aan ECV

,  Permeabele stof (vb ureum, ethanol, methanol,
ethyleenglycol): kan vrij door membraan dus er is
hyperosmolariteit zonder hypertoniciteit
 Niet-permeabele stof (vb natrium, glucose, sorbitol,
mannitol): kan niet door membraan dus zit in 1
compartiment (IC/EC), het zorgt voor aantrekking van
water naar dat compartiment (= gestegen toniciteit)
o Behouden van ionenbalans
 Uitscheiding van ionenw bijgestuurd door nier in relatie met
inname en behoefte om concentraties op peil te houden
 Na+= belangrijkste elektrolyt betrokken bij regulatie vh
extracellulair vocht en osmolariteit
 K+ en Ca++ (laag: persoon kan niet op benen staan door
verstoorde spiercontractie) w ook nauw gereguleerd door nier
o Homeostatische regulatie pH
 Door 2 systemen:
 Ademhalingssysteem: hyperventilatie-> veel CO2 weg
o Te zuur: H+ en HCO3- omzetten in CO2 en H2O
om uit te ademen
o Te basisch: rustigere ademhaling om H+ uit H2O
te recupereren
 Metabool systeem= nier: veel trager (uren- dagen)
o Te zuur: overtollig H+ uitscheiden en HCO3-
proberen vasthouden
o Te basisch: HCO3- w uitgescheiden
 Normaal pH in plasma= 7,38-7,42
 Metabole acidose (te lage pH dus te zuur)
 2 regulatiesystemen hierboven
 Andere buffersystemen absorberen H+
 NaHCO3 in bot vb w gesplitst in Na en HCO3-
 Metabole alkalose (vb bij veel braken door verlies maagzuur
 2 regulatiesystemen hierboven
 Andere buffersystemen geven H+ weer vrij
 HCO3- in bloed bindt weer aan Na+ tot NaCO3 (in bot)
o Uitscheiding van afvalstoffen (metabole afbraakproducten +
lichaamsvreemde stoffen)
 Ureum (opstapeling: jeuk), creatinine (vaak gebruikt als
marker voor beoordeling nierfunctie), urinezuur (= purine, bij
opstapeling: jicht)
 Urobilinogeen
 Geneesmiddelen
 Endogene hormonen (insuline vb)
 Stoffen zoals sacharine, benzoaat,…
nierdysfunctie-> opstapeling van deze afvalproducten-> gevolgen
o Aanmaak van een drietal hormonen
 Erythropoëtine EPO: stimulatie aanmaak RBC (beenmerg)
 Renine (bij te lage BD): initiatie RAAS-systeem (hormonen
betrokken bij regulatie zoutbalans en bloeddruk)
 1α-hydroxylase: enzyme dat 25-OH vitamine D omzet naar
actieve vorm (1,25 (OH) vitamine D) regelt Ca++ balans

,  Oiv zonlicht w cholesterol omgezet in cholecalciferol
(komt ook uit dieet)
 In lever w het omgezet in 25-OH-vit D
 In nieren oiv 1α-hydroxylase w het actief: 1,25-OH-vit
D, wat zal zorgen voor stimulatie van Ca en PO4 3-
(fosfaat)
 Snelle weg= parathyroide hormonen (aan achterzijde
schildklier) geven PTH af (stimuleren nieren tot
aanmaak calcitriol en stimuleren darmen voor Ca- en
fosfaatopname)
BD- en volumedalingGFR (glomerulair filtration rate) en dus O2
lager in nieren
 Renine: angiotensinogeen angiotensine 1 en dan door
ACE naar angiotensine 2
o Aldosterone  meer Na en dus water bijgehouden
o ADH meer vocht bijgehouden
o Dorst meer vocht bijgehouden
 EPO: meer RBC-productie
- Het nefron
o Nier:
 buitenste cortex/schors met glomeruli van
nefronen (gem een miljoen per nier)
 medulla aan binnenkant met mergpiramiden
waarin buisstructuren van nefronen liggen
 aan einde mergpiramiden: calyces minoris
die uitmonden in calyces majoris
 renale papil als collectoren naar ureter, blaas en
urethra
o 80% corticale nefronen en 20% juxta-medullaire nefronen
o Nefronen= nierlichaampjes/ lichaampje van Malpighi
o Reservecapaciteit vd nieren : heel groot, je kan eig leven met 1 nier;
indien 25% vd nieren nog werkt homeostase verstoord (vb door
verstoorde hormoonproductie); serum creatinine stijgt pas als
nierfunctie (GFR) met 50% is gedaald
o Nieren filteren 180liter per dag, urineren maar 2L
o Bloedvoorziening:
 Aorta descendens aa renalis aa segmentalis aa
interlobares aa arcuata (interlobair, tussen medulla en
cortex)
 aa interlobulares (aa radiatae)
o Afferente arteriole (aanvoerend)
o Glomerulair vaatkluwen
o Efferente arteriole (afvoerend, hogere
osmotische druk omdat er meer water dan
deeltjes gefiltreerd w)
 Peritubulaire capillaire plexus bij corticaal
nefron
 Vasa recta ( !enkel bij juxtamedullaire
nefronen)

, =lopen loodrecht en diep in merg en
zorgen voor osmotische gradient naar
papil toe
 Venen in omgekeerde richting (vv stellatae voeren naar vv
interlobulares vv vv arcuata aa interlobares…)
o Werking:
 Filtratie: van bloed naar lumen in capsule van Bowman,
180L/dag
 Reabsorptie: van lumen naar bloed, overal vanaf glomerulus,
opgebouwde belangrijke stoffen niet kwijtraken (sommige
delen reabsorberen vooral water, andere meer bep opgeloste
stoffen), lis van Henle is er het belangrijkste in
 Secretie: van bloed naar lumen, in proximale en distale
tubulus en in collecting duct
 Excretie: van lumen uit het lichaam, 1,5L/dag
o Filtratiefractie= deel VAN HET PLASMA dat gefilterd w door de nier:
slechts 20%, de rest van ons bloed gaat rechtstreeks van afferente
naar efferente arteriole; slechts 1% w uitgeplast (=diurese)
o ZIE TEKENING VOOR VOLGENDE 2 PUNTJES
o CO (cardiac output) is 5L bloed/min (waarvan 3L plasma/min),
daarvan gaat 1L bloed/min naar de nier (renale bloedflow), waarvan
600ml/min plasma (renale plasmaflow, is 20-25% van 3L
plasma/min) en daarvan w 20% door nier gefilterd (=120ml/min,
GFR), diurese= 1-3L/dag
o GFR (glomerulaire filtratiesnelheid)= hoeveel bloed er per min door
alle glomeruli samen gefilterd w, gem 120 ml/min= 180 L/dag
(verschillend afh v geslacht en aantal nefronen bij geboorte), van
die 120ml/min w 19 % terug gereabsorbeerd (vooral in proximale
tubulus) dus 99% van plasma in nier blijft in circulatie, 1% w
geexcreteerd (=1,5L/dag)

, o EX: volume geexcreteerd= gefiltreerd volume – geabsorbeerd
volume + gesecreteerd volume
- Glomerulaire filtratie
o BD bepaalt filtratiedruk
o Glomerulaire capillairen w omgeven door podocyten (=epitheel met
voetjes, ‘foot processes’), daarna komt primaire urine in ruimte van
Bowman (omgeven door kapsel van Bowman)
o 3 lagen als filtratie (laat zouten en kleine proteinen door; houdt
grote proteinen en bloedcellen tegen):
 Gefenestreerd endotheel: kleine openingen in cytoplasma
endotheelcellen (“raampjes”/ “fenestre”) die meeste stoffen
doorlaten (geen grote eiwitten)
 Glomerulaire basaalmembraan GBM: opgebouwd uit
collageen en andere matrixeiwitten, belangrijkste barriere
tegen doorgang eiwitten
 Slitdiaphragma tussen podocyten: kleine filters tussen de
uitstekels van podocyten, laatste barriere tegen passeren v
eiwitten
o GFR bepaald door
 Net filtratie druk en autoregulatiemechanismen
 Net filtratiedruk:
o PH= hydrostatische druk dus bloeddruk, 55mmHg
op capillair niveau, uitduwende druk vanuit bloed
o π = colloid osmotische drukgradient door
proteinen die in plasma zitten maar niet in
$12.71
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
helenasymons

Get to know the seller

Seller avatar
helenasymons Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
1 week ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions