Bronnen en beginselen van het recht – WET
Hoofdstuk 1 – Het begrip rechtsbron
1. Materiële bronnen van het recht
= factoren die invloed hebben op de vorming van het
recht (inhoud), herkomst inhoud geldende objectieve recht
Overzicht
Soort bron Uitleg Voorbeelden / kenmerken
Politieke Politieke - Rechtstreeks: instellingen
bronnen machtsverhoudingen die recht vormen (parlement,
beïnvloeden het recht regering)
- Onrechtstreeks: druk van
belangengroepen (bedrijven,
vakbonden …)
Feitelijke Feitelijke Economische, geografische,
bronnen omstandigheden klimatologische,
drukken een stempel demografische factoren →
op het recht = recht verschilt per land
omgevingsfactoren
BV. frankrijk ->
wijnhandelWG
Ideologische Overtuigingen kleuren Godsdienstige, filosofische
bronnen inhoud van het recht. en politieke overtuigingen
Onuitgesproken en BV. sharia rechtbank in VK
stilzwijgens als
algemeen aanvaard
beschouwde
waardeoordelen BV.
strafrecht
Rechtsfilosofisch Zien het recht als - Rechtsfilosofie: denkt na
e en middel om bepaalde over de rechtsidee
rechtstheoretisc doelen te bereiken - Rechtstheorie: bestudeert
he bronnen efficiëntie en werking van
het recht
Juridische Studie van het recht - Studie van geldend recht
inspiratiebronne beïnvloedt regelgevers → rechtsleer
n en rechters - Studie van recht in de tijd
→ rechtsgeschiedenis
- Studie van recht in de
1
, ruimte
→ rechtsvergelijking
Inspirerend voor: de lege
( wat het recht is) lata en de
lege ferenda (wat het recht
behoort te zijn)
2. Formele bronnen van het recht
= verschijningsvormen van het geldende recht — ze reiken
rechtsregels aan.
Er zijn twee belangrijke criteria:
1. Zelfstandigheid
2. Verbindende kracht
2.1 Zelfstandigheid van de rechtsbron
Tabel: Zelfstandige vs. Niet-zelfstandige rechtsbronnen
Zelfstandige rechtsbron Niet-zelfstandige rechtsbron
Rechtsregel staat op zichzelf en Rechtsregel moet bevestigd
is duidelijk en direct worden door een andere bron
toepasbaar
Begrijpbaar zonder andere wetten Verwijst naar andere bronnen (wet,
rechtspraak, rechtsleer)
Voorbeelden: wet, rechtspraak, Voorbeelden: gewoonte, algemene
rechtsleer rechtsbeginselen, billijkheid
Heeft een eigen rechtsvormer Heeft geen eigen rechtsvormer
2.2 Verbindend karakter
Tabel: Bindende vs. Gezaghebbende rechtsbronnen
Bindende rechtsbron Gezaghebbende rechtsbron
Burgers moeten de rechtsregel Burgers mogen de regel
naleven naleven, maar dit is niet verplicht
Rechters moeten toepassen Rechters mogen toepassen (niet
verplicht)
- Algemeen bindend: geldt voor Niet algemeen bindend
alle rechters
2
, -
Niet-algemeen bindend: geldt
voor sommige rechters of
situaties
Voorbeelden: wetten, sommige Voorbeelden: rechtsleer,
rechtspraak (vonnis) bepaalde rechtspraak
HOOFDSTUK 2 – DE WET
2.1 Begrip van de wet
2.1.1 De wet in formele en materiële zin
Wet = belangrijkste bron van recht
- Wet in materiële zin
= Elke algemene regel die:
- door een bevoegde overheid (OH) is uitgevaardigd
- uitdrukkelijk in een bindende tekst is neergelegd
- inhoudelijk algemeen karakter heeft
→ bedoeld voor een onbeperkt aantal gevallen
Organe: meestal de wetgevende macht
= verordeningen (/ besluiten) genomen door de UM zijn ook
wetten in materiële zin.
- Wet in formele zin
= een wetgevende akte (wet / decreet / ordonnantie) aangenomen door
een orgaan dat de wetgevende macht heeft.
+ wetten zonder algemeen normerend karakter (dan is het ook een weet
in formele zin)
3
, Voorbeelden
Type Voorbeeld
Enkel formele begrotingswetten, toekenning Belgische nationaliteit
zin
Enkel Verordeningen, overheidsbesluiten in concrete situatie (=
materiële zin beschikkingen) -> bouwvergunning
2.1.2 Beginselen van behoorlijke wetgeving
2.1.2.1 Begrip
Wetgeving moet niet enkel volgens de procedure aangenomen worden,
maar ook voldoen aan rechtsethische beginselen.
Verplicht: wanneer opgenomen in Grondwet, hogere rechtsnormen,
(internationale) verdragen
Niet verplicht: wanneer enkel in de wetgeving zelf (maar worden
quasi altijd gevolgd
2.1.2.2 Democratiebeginsel
- Basisidee
“regering van, voor en door het volk” president LINCOLN
Individueel akkoord van iedereen is onmogelijk → majority rule. (Men
stelt zich tevreden met de beslissing van de meerderheid)
volonté générale ROUSSEAU VS. Volonté de tous
- Twee vormen van democratie
Rechtstreekse democratie Onrechtstreekse democratie
Burgers beslissen zelf via Vertegenwoordigers beslissen
referendum (eventueel na volksraadpleging) + ze
Strijdig met art. 41 GW. zijn niet gebonden aan of door de wil
van hun kiezers + hebben hun
Want ondermijnt de werking + instemming niet nodig
bevoegdheden van het
parlement.
Wel toegestaan: Consultatieve
volksraadpleging
Provinciaal + regionaal
≠ algemeen bindend
4
Hoofdstuk 1 – Het begrip rechtsbron
1. Materiële bronnen van het recht
= factoren die invloed hebben op de vorming van het
recht (inhoud), herkomst inhoud geldende objectieve recht
Overzicht
Soort bron Uitleg Voorbeelden / kenmerken
Politieke Politieke - Rechtstreeks: instellingen
bronnen machtsverhoudingen die recht vormen (parlement,
beïnvloeden het recht regering)
- Onrechtstreeks: druk van
belangengroepen (bedrijven,
vakbonden …)
Feitelijke Feitelijke Economische, geografische,
bronnen omstandigheden klimatologische,
drukken een stempel demografische factoren →
op het recht = recht verschilt per land
omgevingsfactoren
BV. frankrijk ->
wijnhandelWG
Ideologische Overtuigingen kleuren Godsdienstige, filosofische
bronnen inhoud van het recht. en politieke overtuigingen
Onuitgesproken en BV. sharia rechtbank in VK
stilzwijgens als
algemeen aanvaard
beschouwde
waardeoordelen BV.
strafrecht
Rechtsfilosofisch Zien het recht als - Rechtsfilosofie: denkt na
e en middel om bepaalde over de rechtsidee
rechtstheoretisc doelen te bereiken - Rechtstheorie: bestudeert
he bronnen efficiëntie en werking van
het recht
Juridische Studie van het recht - Studie van geldend recht
inspiratiebronne beïnvloedt regelgevers → rechtsleer
n en rechters - Studie van recht in de tijd
→ rechtsgeschiedenis
- Studie van recht in de
1
, ruimte
→ rechtsvergelijking
Inspirerend voor: de lege
( wat het recht is) lata en de
lege ferenda (wat het recht
behoort te zijn)
2. Formele bronnen van het recht
= verschijningsvormen van het geldende recht — ze reiken
rechtsregels aan.
Er zijn twee belangrijke criteria:
1. Zelfstandigheid
2. Verbindende kracht
2.1 Zelfstandigheid van de rechtsbron
Tabel: Zelfstandige vs. Niet-zelfstandige rechtsbronnen
Zelfstandige rechtsbron Niet-zelfstandige rechtsbron
Rechtsregel staat op zichzelf en Rechtsregel moet bevestigd
is duidelijk en direct worden door een andere bron
toepasbaar
Begrijpbaar zonder andere wetten Verwijst naar andere bronnen (wet,
rechtspraak, rechtsleer)
Voorbeelden: wet, rechtspraak, Voorbeelden: gewoonte, algemene
rechtsleer rechtsbeginselen, billijkheid
Heeft een eigen rechtsvormer Heeft geen eigen rechtsvormer
2.2 Verbindend karakter
Tabel: Bindende vs. Gezaghebbende rechtsbronnen
Bindende rechtsbron Gezaghebbende rechtsbron
Burgers moeten de rechtsregel Burgers mogen de regel
naleven naleven, maar dit is niet verplicht
Rechters moeten toepassen Rechters mogen toepassen (niet
verplicht)
- Algemeen bindend: geldt voor Niet algemeen bindend
alle rechters
2
, -
Niet-algemeen bindend: geldt
voor sommige rechters of
situaties
Voorbeelden: wetten, sommige Voorbeelden: rechtsleer,
rechtspraak (vonnis) bepaalde rechtspraak
HOOFDSTUK 2 – DE WET
2.1 Begrip van de wet
2.1.1 De wet in formele en materiële zin
Wet = belangrijkste bron van recht
- Wet in materiële zin
= Elke algemene regel die:
- door een bevoegde overheid (OH) is uitgevaardigd
- uitdrukkelijk in een bindende tekst is neergelegd
- inhoudelijk algemeen karakter heeft
→ bedoeld voor een onbeperkt aantal gevallen
Organe: meestal de wetgevende macht
= verordeningen (/ besluiten) genomen door de UM zijn ook
wetten in materiële zin.
- Wet in formele zin
= een wetgevende akte (wet / decreet / ordonnantie) aangenomen door
een orgaan dat de wetgevende macht heeft.
+ wetten zonder algemeen normerend karakter (dan is het ook een weet
in formele zin)
3
, Voorbeelden
Type Voorbeeld
Enkel formele begrotingswetten, toekenning Belgische nationaliteit
zin
Enkel Verordeningen, overheidsbesluiten in concrete situatie (=
materiële zin beschikkingen) -> bouwvergunning
2.1.2 Beginselen van behoorlijke wetgeving
2.1.2.1 Begrip
Wetgeving moet niet enkel volgens de procedure aangenomen worden,
maar ook voldoen aan rechtsethische beginselen.
Verplicht: wanneer opgenomen in Grondwet, hogere rechtsnormen,
(internationale) verdragen
Niet verplicht: wanneer enkel in de wetgeving zelf (maar worden
quasi altijd gevolgd
2.1.2.2 Democratiebeginsel
- Basisidee
“regering van, voor en door het volk” president LINCOLN
Individueel akkoord van iedereen is onmogelijk → majority rule. (Men
stelt zich tevreden met de beslissing van de meerderheid)
volonté générale ROUSSEAU VS. Volonté de tous
- Twee vormen van democratie
Rechtstreekse democratie Onrechtstreekse democratie
Burgers beslissen zelf via Vertegenwoordigers beslissen
referendum (eventueel na volksraadpleging) + ze
Strijdig met art. 41 GW. zijn niet gebonden aan of door de wil
van hun kiezers + hebben hun
Want ondermijnt de werking + instemming niet nodig
bevoegdheden van het
parlement.
Wel toegestaan: Consultatieve
volksraadpleging
Provinciaal + regionaal
≠ algemeen bindend
4