3e bachelor
Internationaal
publiekrecht
N. Angelet
,
,ALGEMENE INFORMATIE
WAT IS INTERNATIONAAL RECHT
§1. INSTRUMENTEN VAN INTERNATIONALE POLITIEK
Recht van vreedzame samenleving (coëxistentie)
- Soevereine staten die elkaar wantrouwen en die afspraken maken over hun vreedzaam
samenleven
Bv. Recht van coëxistentie
Recht van internationale samenwerking (coöperatie)
Normen - Recht op samenwerking wordt terug pertinent
Bv. Oprichting van de verenigde naties
Bv. Verdragen zoals het kaderverdrag van de verenigde naties over de klimaatsveranderingen
Fundamentele principes gepaard met normen: gelijkheid, stabiliteit, menselijkheid,…
Invloed op interne rechtsorde van staten!
Duidt niet op procedures, het wijst naar het feit dat het internationaal recht een proces is bij de
ontwikkeling van het recht, maar ook bij de verwerkelijking van het recht
Processen
De opeenvolging van handelingen, die tot het gevolg hebben dat de gedraging van internationale
actoren wordt beïnvloed, of toch wordt bepaald
Internationaal recht is taal →Belangrijk voor het recht van coëxistentie
- Gemeenschappelijke taal -> communicatie
o Om gemeenschappelijke dingen af te spreken
- Kwalificaties: een benoeming van de realiteit
o Recht benoemt feiten
o Bv. kwalificatie als terrorist
- Waarden & “legal imagination”
Discours o Legal imagination = men kan concepten ontwikkelen die de ontwikkeling van
het recht gaan bepalen
o Waarden die met de kwalificatie gepaard gaan, elke kwalificatie is gebonden aan
een norm van de samenleving
Argumentatie
- Kan voor een rechtbank, maar ook in de algemene vergadering van de VN
- Politieke discours
Internationaal recht als techniek kan gebruikt worden:
- Om normen te creëren
- Voor argumentatie
Het internationaal recht kent geen GDW, er zijn normen, maar er is geen politie om deze normen
af te dwingen
Techniek
Gericht op de toekomst
Bevordering van gewenste uitkomsten, uitbouw van alternatieven Proberen het doel te bereiken
d.m.v. de normen te gebruiken
1
,§2. WAT NU MET HET INTERNATIONAAL RECHT?
Visies van verschillende personen:
a. E. Benvenisti: hij vindt dat we binnen 30 jaar pas terug internationaal recht moeten bekijken
b. M. Goldmann: maakt onderscheid tussen universalistische benadering & soevereinistische benadering
a. Universalistische benadering = we hebben normen nodig om vrede te brengen + handhaven
b. Soevereinistische benadering = samenwerking kan niet overhand krijgen op bruut geweld en
machtsverhoudingen ➔ gevolg: vrede kan gehandhaafd worden door grootmachten
invloedssfeer te laten hebben
c. M. Milanovic: de afkalving van de democratie = grootste probleem
REDDEN OF LATEN GAAN? EUROPEES PERSPECTIEF
➔ Volgt redenering van M. Milanovic
Antwoord op redden of laten gaan = afhankelijk van het land bv. Trump wil het laten gaan
De belangrijkste aspecten van het internationaal recht:
a. Gelijkheid van de staat → beschermt zwakkeren
b. Stabiliteit → rechtszekerheid zorgt daarvoor
c. Menselijkheid
WAT MOETEN WE EERST REDDEN?
Geen eenduidig antwoord. Kan één van volgende zijn:
1. Ius cogens = regels van internationale openbare orde bv. verbod op genocide of gewapend geweld
2. Recht van coëxistentie = respecteren van elkaars publieke gezag binnen hun grondgebied en hun
soevereiniteit en onafhankelijkheid
3. Democratie, rechtstaat, mensenrechten
OORZAAK- EN SYMPTOOMBESTRIJDING
Oorzaak = gebrek aan/afkaveling van democratie
Symptoom/gevolg = de schending van het internationaal recht
WIJZEN VAN REDDEN
Ten eerste: de norm bevestigen, indien normen worden betwist
Ten tweede: protest of soortgelijke vormen van bevestiging van de normen
Ten derde: coherentie – geen dubbele standaarden bv. aanvallen van Irak, omdat ze massavernietigingswapens
had. Was niet correct.
BYPASS
= omleiding maken om iets te omzeilen, waardoor het probleem wordt hersteld
Omzeilen kan op volgende wijzen:
• Gebruik van soft law
• Subnationale afspraken bv. akkoord tussen Vlaanderen en Nederland
2
,EXAMEN
- Meerkeuze: ca. 1/3 (Zonder giscorrectie of verhoogde cesuur) → hij geeft er een paar in de lessen
- Open vraag of vragen: ca. 1/3
• 2 vragen: je kiest een hoofd en nevenvraag en dan staat op de hoofdvraag 7 punten en op de
nevenvraag 3 punten.
- Casus: ca. 1/3
let op: bijna altijd staatsaansprakelijkheid op examen (arsiwa in codex) Open vraag – Aansprakelijkheid:
mooi kunnen linken aan elkaar
- Aansprakelijkheidsrecht
- Jurisdictie: aansprakelijkheid staat mensenrechten
- Milieurecht: verplichting te voorkomen
DE VERHAALLIJNEN
§1. KLIMAATVERANDERING
Volgende organisaties/instanties hebben uitspraken geveld over klimaatverandering:
- Internationale zeerecht tribunaal (ITLOS)
o COSIS: Commission Of Small Island States Climate change & international law
- Internationaal gerechtshof (ICJ)
- Regionale hoven voor mensenrechten: Europees (ECHR), Inter-Amerikaans (IACHR) & Afrikaans
(ACHPR)
3
,DEEL I. BRONNEN
Er is niets meer privaatrecht dan het internationaal publiekrecht want dit gaat over allemaal contracten tussen
landen. → alles komt neer op de wil van de staten
H1. ALGEMEEN
Beperkt aantal formele rechtsbronnen → vertrekpunt: artikel 38 Statuut IGH
- Verdragen
- Internationaal gewoonterecht
- Algemene rechtsbeginselen
- Rechtspraak en rechtsleer
Maar artikel 38 Statuut IGH is niet exhaustief
- Beslissingen/resoluties IO (internationale organisaties) – secundair internationaal recht
o o.a. verordeningen, richtlijnen, etc. van de EU
- Eenzijdige rechtshandelingen
§1. IS ER EEN HIËRARCHIE TUSSEN DE BRONNEN?
Manifestaties van hiërarchie:
1. Primaire/subsidiaire rechtsbronnen
2. Algemene rechtsbeginselen
3. Jus cogens
4. Handvest van de VN art. 103 HVN
PRIMAIRE/SUBSIDIAIRE RECHTSBRONNEN
Primaire/subsidiaire rechtsbronnen in art. 38: “rechtspraak en rechtsleer zijn subsidiaire bronnen”, MAAR in de
realiteit kan dit anders zijn.
- Hof zal nl. zijn eigen rechtspraak als beste internationaal recht beschouwen
- Nationale rechter: Rechtsleer wordt bijna NOOIT geciteerd voor internationale rechtbanken.
o Die kent veel minder hiervan
ROL ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN
Rol algemene rechtsbeginselen: kunnen verschillende gedaantes aannemen (zie later) maar worden dikwijls
gebruikt om gaten te stoppen
- Voor zogenaamde “grijze zones”
Hebben een aanvullende/subsidiaire functie, wanneer er geen duidelijke regel is
JUS COGENS
Art. 53 WVV (Weens verdragenrecht verdrag)
= de internationale openbare orde - regelen die door de hele internationale gemeenschap worden aanvaard als
regelen waarvan niet mag worden afgeweken
Bv. het verbod op genocide → 2 staten kunnen er dus niet onderling van afwijken want OO
4
,PRIMAUTEIT DIE WORDT TOEGEKEND AAN HET HVN
Art 103 Handvest Verenigde Naties (= variant op jus cogens): bij conflicten tussen verplichtingen in het handvest
en verplichtingen in andere verdragen DAN hebben de verplichtingen uit het handvest voorrang – want HVN
wordt vaak beschouwd als een soort ‘internationale grondwet’
- Soms ook samenlezen met artikel 25 HVN – sancties en dergelijke hebben ook voorrang op andere
verplichtingen
Manifestatie van feit dat VN de organisatie van de wereldgemeenschap zijn & het algemeen belang van de
mensheid zou beschermen.
VERHOUDING TUSSEN VERDRAGEN
Art. 30 WVV: Kunnen elkaar voorrang toekennen
§2. VERHOUDING GEWOONTE/VERDRAG
Principe: geen hiërarchie tussen gewoonte en verdrag
- Wet zou normaal gezien primeren op gewoonte want is geschreven recht
o MAAR: internationaal recht zegt dat gewoonten de uiting zijn van de wil van de soevereine
staten & verdrag is ook die uiting van de wil
• Dus: die verhouding wordt bepaald door lex posterior of lex specialis
• MAAR geen hiërarchie
• Bv. Een gewoonte kan een verdrag wijzigen als die de latere uitgedrukte wil is
van de staten.
WEL: Kracht van precisie en het geschreven woord
- In praktijk zal je er gemakkelijker mee wegkomen als iets op papier staat
- Vooral voor nationale rechtbanken die het internationaal recht niet 100% onder de knie hebben
DUS: de jure (theoretisch) is er geen hiërarchie, maar de facto (in pratkijk) wel.
H2. GEWOONTE
§1. IDENTIFICATIE
Gewoonte = spontane bron van internationaal recht
- Want de gewoonte ontstaat spontaan uit leven in de internationale gemeenschap.
- Art. 38 Statuut IGH: “a general practice accepted as law” = als blijk van een als recht aanvaarde
algemene praktijk
Gewoonte = ongeschreven en bindende regel
Vooraleer een regel als gewoonte kan worden beschouwd, moet er sprake zijn van 2 constitutieve
bestanddelen:
Praktijk Praktijk van de staten
= overtuiging dat staten de praktijk volgen omdat zij aan een rechtsregel
beantwoorden, omdat zij juridisch verplicht zijn
Opinio iuris OOK - Opinio iuris sive necessitatis = de rechtsovertuiging
- Dat suggereert dat de opinio juris ook vervangen kan worden door een
overtuiging dat het sociaal noodzakelijk is om zich zo te gedragen.
- In praktijk wordt hier nooit naar verwezen, enkel naar de opinio iuris
5
,PRAKTIJK
PRAKTIJK EN VERANTWWOORDING
ICJ, Military and Paramilitary Activities in Nicaragua, 1986, §186
(1) “the conduct of States should, in general, be consistent with such rules”
Om te weten of er gewoonte bestaat, moet de gedraging van de staten in het algemeen in
overeenstemming zijn met de beweerde regel. (= aspect praktijk)
(2) “conduct inconsistent should generally have been treated as breaches ..., not as indications of
the recognition of a new rule”
De gedraging die niet met de beweerde regel in overeenstemming is, moet door de anderen als
schending worden beschouwd, niet als de indicatie van het ontstaan van een nieuwe regel
(3) “If a State ... defends its conduct by appealing to exceptions or justifications contained within
the rule itself, then whether or not the State's conduct is in fact justifiable on that basis, the
significance of that attitude is to confirm rather than to weaken the rule.”
Indien een staat zich op een uitzondering beroept, dan is dat een bevestiging van de regel, ook als
nadien blijkt dat de uitzondering niet bestaat.
o Bv. in sommige Vlaamse gezinnen mag men niet met schoenen in huis. Als mijn zus toch
met schoenen in huis loopt, omdat ze gehaast is. Als ze zegt aan mama ik doe dat omdat ik
mijn pc ben vergeten, dan is dat bevestiging van de regel dat men niet met schoenen in huis
mag lopen
- = Nicaragua klaagde de onwettige interventie/gebruik van gewapend geweld van de VS aan
o Vraag in deze zaak: de precieze draagwijdte van het verbod op gebruik van gewapend geweld
in het internationaal gewoonterecht
o VS zei er is een uitzondering op het verbod van gewapend geweld
▪ Hof heeft gezegd de uitzondering bestaat niet + door je te beroepen op de
uitzondering, bevestig je de regel
- Wat moeten we hebben om een gewoonte te kunnen vaststellen?
a. De staten gedragen zich op de manier in overeenstemming met de beweerde regel (1)
b. Als iemand afwijkt van de beweerde regel, moeten anderen zeggen dat is verboden & niet
doen alsof er een nieuwe regel geldt (2)
CONCLUSIE: wie zich op een uitzondering beroept, bevestigt de regel
Maar wat buiten de rechtbank?
- De werking van de uitzondering kan helemaal anders zijn buiten de rechtbank
- De regel kan worden uitgeholt
Bv. Je gaat met je schoenen in huis omdat je gehaast was. De volgende dag doe je het weer en zo opnieuw en
opnieuw en opnieuw. → je zwakt dus de regel af & holt ze uit
PRINCIEPSVERKLARINGEN EN PRAKTIJK
ICJ, Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, §73
“... the adoption each year by the General Assembly, by a large majority, of resolutions ... requesting
... to conclude a convention prohibiting the use of nuclear weapons ..., reveals the desire of a very
large section of the international community ...”
“The emergence, as lex lata, of a customary rule specifically prohibiting the use of nuclear weapons
as such is hampered by the continuing tensions between the nascent opinio juris on the one hand,
and the still strong adherence to the practice of deterrence on the other.”
6
, - = Advies van het hof over de rechtmatigheid van de bedreiging met/of het gebruik van atoomwapens.
Is dit nu verboden of niet?
- Degenen die een verbod willen, zeggen ‘de algemene vergadering neemt elk jaar met overweldigende
meerderheid resoluties aan die zich uitspreken tegen atoomwapens’ → opinio iuris is daar
o Maar Hof: er zijn er inderdaad veel die zich tegen uitspreken, maar het probleem is dat
diegenen die atoombommen hebben, sterk blijven vasthouden aan politiek van wederkerige
afschrikking om dit te legitimeren. → er is dus geen opinio iuris
o De opinio iuris van diegenen die effectief de wapens bezitten brengt net iets meer gewicht in
de schaal dan degene die er geen hebben
▪ DUS: Je kan geen regel hebben over het verbod van het hebben van atoomwapens,
als alle staten die er hebben, zeggen dat dit wel mag
CONCLUSIE: de gevestigde praktijk (atoomwapens blijven toegestaan) staat het ontstaan van een gewoonte
(meer stemmen tegen atoomwapens) in de weg
INDUCTIEF PROCES
Hoe stelt men vast dat iets gewoonterecht is?
- Dat doe je door te kijken naar het gedrag van staten (de praktijk) én of staten vinden dat ze juridisch
verplicht zijn om zich zo te gedragen (opinio juris).
o Je leidt dat af uit wat staten daadwerkelijk doen (inductie), niet uit theoretische ideeën over
wat logisch of wenselijk zou zijn (deductie)
ICJ (Chamber), Gulf of Maine (Canada v. USA), 1984
“111. A body of detailed rules is not to be looked for in customary international law which in fact
comprises a limited set of norms for ensuring the co-existence and vital co-operation of the members
of the international community, together with a set of customary rules whose presence in the opinio
juris of States can be tested by induction based on the analysis of a sufficiently extensive and
convincing practice, and not by deduction from preconceived ideas.”
- = geschil tussen Canada & VS over maritieme afbakening in the Gulf of Maine
o Hof: er zijn enkele algemene regels die waken over de co-existentie van de staten & de
essentiële samenwerking, waarvan het bestaan kan worden nagegaan o.b.v. inductieve
redenering, gebaseerd op analyse van de praktijk.
CONCLUSIE: men kijkt naar de praktijk en men probeert daaruit een regel te distilleren naar de praktijk & de
daarmee samengaande verklaringen = inductief
INDUCTIEF EN DEDUCTIEF: ILLUSTRATIES
Deductief = men gaat logische redeneringen uitbouwen o.b.v. algemene ideeën of beginselen
Inductief = kijken naar wat de staten daadwerkelijk doen (soevereine kijk) → praktijk
ICJ, Jurisdictional Immunities of the State (Germany v. Italy), 2012
- = Geschil tussen Duitsland & Italië, gaat over oorlogsmisdaden die door het Duitse leger zijn gepleegd
in Italië in WOII
o Na WOII: regelen getroffen over schadevergoeding ed., dit werd geacht als een algemene
oplossing te zijn van de oorlogsmisdaden
o MAAR - in de praktijk zijn er mensen die geen schadevergoeding hebben gekregen, en deze
staan dan 50 jaar later voor de Italiaanse rechter.
- Het hof wordt geconfronteerd met de vraag of immuniteit al dan niet toepassing vindt wanneer er
oorlogsmisdaden zijn (schending van de internationale openbare orde/ius cogens?)
7
Internationaal
publiekrecht
N. Angelet
,
,ALGEMENE INFORMATIE
WAT IS INTERNATIONAAL RECHT
§1. INSTRUMENTEN VAN INTERNATIONALE POLITIEK
Recht van vreedzame samenleving (coëxistentie)
- Soevereine staten die elkaar wantrouwen en die afspraken maken over hun vreedzaam
samenleven
Bv. Recht van coëxistentie
Recht van internationale samenwerking (coöperatie)
Normen - Recht op samenwerking wordt terug pertinent
Bv. Oprichting van de verenigde naties
Bv. Verdragen zoals het kaderverdrag van de verenigde naties over de klimaatsveranderingen
Fundamentele principes gepaard met normen: gelijkheid, stabiliteit, menselijkheid,…
Invloed op interne rechtsorde van staten!
Duidt niet op procedures, het wijst naar het feit dat het internationaal recht een proces is bij de
ontwikkeling van het recht, maar ook bij de verwerkelijking van het recht
Processen
De opeenvolging van handelingen, die tot het gevolg hebben dat de gedraging van internationale
actoren wordt beïnvloed, of toch wordt bepaald
Internationaal recht is taal →Belangrijk voor het recht van coëxistentie
- Gemeenschappelijke taal -> communicatie
o Om gemeenschappelijke dingen af te spreken
- Kwalificaties: een benoeming van de realiteit
o Recht benoemt feiten
o Bv. kwalificatie als terrorist
- Waarden & “legal imagination”
Discours o Legal imagination = men kan concepten ontwikkelen die de ontwikkeling van
het recht gaan bepalen
o Waarden die met de kwalificatie gepaard gaan, elke kwalificatie is gebonden aan
een norm van de samenleving
Argumentatie
- Kan voor een rechtbank, maar ook in de algemene vergadering van de VN
- Politieke discours
Internationaal recht als techniek kan gebruikt worden:
- Om normen te creëren
- Voor argumentatie
Het internationaal recht kent geen GDW, er zijn normen, maar er is geen politie om deze normen
af te dwingen
Techniek
Gericht op de toekomst
Bevordering van gewenste uitkomsten, uitbouw van alternatieven Proberen het doel te bereiken
d.m.v. de normen te gebruiken
1
,§2. WAT NU MET HET INTERNATIONAAL RECHT?
Visies van verschillende personen:
a. E. Benvenisti: hij vindt dat we binnen 30 jaar pas terug internationaal recht moeten bekijken
b. M. Goldmann: maakt onderscheid tussen universalistische benadering & soevereinistische benadering
a. Universalistische benadering = we hebben normen nodig om vrede te brengen + handhaven
b. Soevereinistische benadering = samenwerking kan niet overhand krijgen op bruut geweld en
machtsverhoudingen ➔ gevolg: vrede kan gehandhaafd worden door grootmachten
invloedssfeer te laten hebben
c. M. Milanovic: de afkalving van de democratie = grootste probleem
REDDEN OF LATEN GAAN? EUROPEES PERSPECTIEF
➔ Volgt redenering van M. Milanovic
Antwoord op redden of laten gaan = afhankelijk van het land bv. Trump wil het laten gaan
De belangrijkste aspecten van het internationaal recht:
a. Gelijkheid van de staat → beschermt zwakkeren
b. Stabiliteit → rechtszekerheid zorgt daarvoor
c. Menselijkheid
WAT MOETEN WE EERST REDDEN?
Geen eenduidig antwoord. Kan één van volgende zijn:
1. Ius cogens = regels van internationale openbare orde bv. verbod op genocide of gewapend geweld
2. Recht van coëxistentie = respecteren van elkaars publieke gezag binnen hun grondgebied en hun
soevereiniteit en onafhankelijkheid
3. Democratie, rechtstaat, mensenrechten
OORZAAK- EN SYMPTOOMBESTRIJDING
Oorzaak = gebrek aan/afkaveling van democratie
Symptoom/gevolg = de schending van het internationaal recht
WIJZEN VAN REDDEN
Ten eerste: de norm bevestigen, indien normen worden betwist
Ten tweede: protest of soortgelijke vormen van bevestiging van de normen
Ten derde: coherentie – geen dubbele standaarden bv. aanvallen van Irak, omdat ze massavernietigingswapens
had. Was niet correct.
BYPASS
= omleiding maken om iets te omzeilen, waardoor het probleem wordt hersteld
Omzeilen kan op volgende wijzen:
• Gebruik van soft law
• Subnationale afspraken bv. akkoord tussen Vlaanderen en Nederland
2
,EXAMEN
- Meerkeuze: ca. 1/3 (Zonder giscorrectie of verhoogde cesuur) → hij geeft er een paar in de lessen
- Open vraag of vragen: ca. 1/3
• 2 vragen: je kiest een hoofd en nevenvraag en dan staat op de hoofdvraag 7 punten en op de
nevenvraag 3 punten.
- Casus: ca. 1/3
let op: bijna altijd staatsaansprakelijkheid op examen (arsiwa in codex) Open vraag – Aansprakelijkheid:
mooi kunnen linken aan elkaar
- Aansprakelijkheidsrecht
- Jurisdictie: aansprakelijkheid staat mensenrechten
- Milieurecht: verplichting te voorkomen
DE VERHAALLIJNEN
§1. KLIMAATVERANDERING
Volgende organisaties/instanties hebben uitspraken geveld over klimaatverandering:
- Internationale zeerecht tribunaal (ITLOS)
o COSIS: Commission Of Small Island States Climate change & international law
- Internationaal gerechtshof (ICJ)
- Regionale hoven voor mensenrechten: Europees (ECHR), Inter-Amerikaans (IACHR) & Afrikaans
(ACHPR)
3
,DEEL I. BRONNEN
Er is niets meer privaatrecht dan het internationaal publiekrecht want dit gaat over allemaal contracten tussen
landen. → alles komt neer op de wil van de staten
H1. ALGEMEEN
Beperkt aantal formele rechtsbronnen → vertrekpunt: artikel 38 Statuut IGH
- Verdragen
- Internationaal gewoonterecht
- Algemene rechtsbeginselen
- Rechtspraak en rechtsleer
Maar artikel 38 Statuut IGH is niet exhaustief
- Beslissingen/resoluties IO (internationale organisaties) – secundair internationaal recht
o o.a. verordeningen, richtlijnen, etc. van de EU
- Eenzijdige rechtshandelingen
§1. IS ER EEN HIËRARCHIE TUSSEN DE BRONNEN?
Manifestaties van hiërarchie:
1. Primaire/subsidiaire rechtsbronnen
2. Algemene rechtsbeginselen
3. Jus cogens
4. Handvest van de VN art. 103 HVN
PRIMAIRE/SUBSIDIAIRE RECHTSBRONNEN
Primaire/subsidiaire rechtsbronnen in art. 38: “rechtspraak en rechtsleer zijn subsidiaire bronnen”, MAAR in de
realiteit kan dit anders zijn.
- Hof zal nl. zijn eigen rechtspraak als beste internationaal recht beschouwen
- Nationale rechter: Rechtsleer wordt bijna NOOIT geciteerd voor internationale rechtbanken.
o Die kent veel minder hiervan
ROL ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN
Rol algemene rechtsbeginselen: kunnen verschillende gedaantes aannemen (zie later) maar worden dikwijls
gebruikt om gaten te stoppen
- Voor zogenaamde “grijze zones”
Hebben een aanvullende/subsidiaire functie, wanneer er geen duidelijke regel is
JUS COGENS
Art. 53 WVV (Weens verdragenrecht verdrag)
= de internationale openbare orde - regelen die door de hele internationale gemeenschap worden aanvaard als
regelen waarvan niet mag worden afgeweken
Bv. het verbod op genocide → 2 staten kunnen er dus niet onderling van afwijken want OO
4
,PRIMAUTEIT DIE WORDT TOEGEKEND AAN HET HVN
Art 103 Handvest Verenigde Naties (= variant op jus cogens): bij conflicten tussen verplichtingen in het handvest
en verplichtingen in andere verdragen DAN hebben de verplichtingen uit het handvest voorrang – want HVN
wordt vaak beschouwd als een soort ‘internationale grondwet’
- Soms ook samenlezen met artikel 25 HVN – sancties en dergelijke hebben ook voorrang op andere
verplichtingen
Manifestatie van feit dat VN de organisatie van de wereldgemeenschap zijn & het algemeen belang van de
mensheid zou beschermen.
VERHOUDING TUSSEN VERDRAGEN
Art. 30 WVV: Kunnen elkaar voorrang toekennen
§2. VERHOUDING GEWOONTE/VERDRAG
Principe: geen hiërarchie tussen gewoonte en verdrag
- Wet zou normaal gezien primeren op gewoonte want is geschreven recht
o MAAR: internationaal recht zegt dat gewoonten de uiting zijn van de wil van de soevereine
staten & verdrag is ook die uiting van de wil
• Dus: die verhouding wordt bepaald door lex posterior of lex specialis
• MAAR geen hiërarchie
• Bv. Een gewoonte kan een verdrag wijzigen als die de latere uitgedrukte wil is
van de staten.
WEL: Kracht van precisie en het geschreven woord
- In praktijk zal je er gemakkelijker mee wegkomen als iets op papier staat
- Vooral voor nationale rechtbanken die het internationaal recht niet 100% onder de knie hebben
DUS: de jure (theoretisch) is er geen hiërarchie, maar de facto (in pratkijk) wel.
H2. GEWOONTE
§1. IDENTIFICATIE
Gewoonte = spontane bron van internationaal recht
- Want de gewoonte ontstaat spontaan uit leven in de internationale gemeenschap.
- Art. 38 Statuut IGH: “a general practice accepted as law” = als blijk van een als recht aanvaarde
algemene praktijk
Gewoonte = ongeschreven en bindende regel
Vooraleer een regel als gewoonte kan worden beschouwd, moet er sprake zijn van 2 constitutieve
bestanddelen:
Praktijk Praktijk van de staten
= overtuiging dat staten de praktijk volgen omdat zij aan een rechtsregel
beantwoorden, omdat zij juridisch verplicht zijn
Opinio iuris OOK - Opinio iuris sive necessitatis = de rechtsovertuiging
- Dat suggereert dat de opinio juris ook vervangen kan worden door een
overtuiging dat het sociaal noodzakelijk is om zich zo te gedragen.
- In praktijk wordt hier nooit naar verwezen, enkel naar de opinio iuris
5
,PRAKTIJK
PRAKTIJK EN VERANTWWOORDING
ICJ, Military and Paramilitary Activities in Nicaragua, 1986, §186
(1) “the conduct of States should, in general, be consistent with such rules”
Om te weten of er gewoonte bestaat, moet de gedraging van de staten in het algemeen in
overeenstemming zijn met de beweerde regel. (= aspect praktijk)
(2) “conduct inconsistent should generally have been treated as breaches ..., not as indications of
the recognition of a new rule”
De gedraging die niet met de beweerde regel in overeenstemming is, moet door de anderen als
schending worden beschouwd, niet als de indicatie van het ontstaan van een nieuwe regel
(3) “If a State ... defends its conduct by appealing to exceptions or justifications contained within
the rule itself, then whether or not the State's conduct is in fact justifiable on that basis, the
significance of that attitude is to confirm rather than to weaken the rule.”
Indien een staat zich op een uitzondering beroept, dan is dat een bevestiging van de regel, ook als
nadien blijkt dat de uitzondering niet bestaat.
o Bv. in sommige Vlaamse gezinnen mag men niet met schoenen in huis. Als mijn zus toch
met schoenen in huis loopt, omdat ze gehaast is. Als ze zegt aan mama ik doe dat omdat ik
mijn pc ben vergeten, dan is dat bevestiging van de regel dat men niet met schoenen in huis
mag lopen
- = Nicaragua klaagde de onwettige interventie/gebruik van gewapend geweld van de VS aan
o Vraag in deze zaak: de precieze draagwijdte van het verbod op gebruik van gewapend geweld
in het internationaal gewoonterecht
o VS zei er is een uitzondering op het verbod van gewapend geweld
▪ Hof heeft gezegd de uitzondering bestaat niet + door je te beroepen op de
uitzondering, bevestig je de regel
- Wat moeten we hebben om een gewoonte te kunnen vaststellen?
a. De staten gedragen zich op de manier in overeenstemming met de beweerde regel (1)
b. Als iemand afwijkt van de beweerde regel, moeten anderen zeggen dat is verboden & niet
doen alsof er een nieuwe regel geldt (2)
CONCLUSIE: wie zich op een uitzondering beroept, bevestigt de regel
Maar wat buiten de rechtbank?
- De werking van de uitzondering kan helemaal anders zijn buiten de rechtbank
- De regel kan worden uitgeholt
Bv. Je gaat met je schoenen in huis omdat je gehaast was. De volgende dag doe je het weer en zo opnieuw en
opnieuw en opnieuw. → je zwakt dus de regel af & holt ze uit
PRINCIEPSVERKLARINGEN EN PRAKTIJK
ICJ, Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons, §73
“... the adoption each year by the General Assembly, by a large majority, of resolutions ... requesting
... to conclude a convention prohibiting the use of nuclear weapons ..., reveals the desire of a very
large section of the international community ...”
“The emergence, as lex lata, of a customary rule specifically prohibiting the use of nuclear weapons
as such is hampered by the continuing tensions between the nascent opinio juris on the one hand,
and the still strong adherence to the practice of deterrence on the other.”
6
, - = Advies van het hof over de rechtmatigheid van de bedreiging met/of het gebruik van atoomwapens.
Is dit nu verboden of niet?
- Degenen die een verbod willen, zeggen ‘de algemene vergadering neemt elk jaar met overweldigende
meerderheid resoluties aan die zich uitspreken tegen atoomwapens’ → opinio iuris is daar
o Maar Hof: er zijn er inderdaad veel die zich tegen uitspreken, maar het probleem is dat
diegenen die atoombommen hebben, sterk blijven vasthouden aan politiek van wederkerige
afschrikking om dit te legitimeren. → er is dus geen opinio iuris
o De opinio iuris van diegenen die effectief de wapens bezitten brengt net iets meer gewicht in
de schaal dan degene die er geen hebben
▪ DUS: Je kan geen regel hebben over het verbod van het hebben van atoomwapens,
als alle staten die er hebben, zeggen dat dit wel mag
CONCLUSIE: de gevestigde praktijk (atoomwapens blijven toegestaan) staat het ontstaan van een gewoonte
(meer stemmen tegen atoomwapens) in de weg
INDUCTIEF PROCES
Hoe stelt men vast dat iets gewoonterecht is?
- Dat doe je door te kijken naar het gedrag van staten (de praktijk) én of staten vinden dat ze juridisch
verplicht zijn om zich zo te gedragen (opinio juris).
o Je leidt dat af uit wat staten daadwerkelijk doen (inductie), niet uit theoretische ideeën over
wat logisch of wenselijk zou zijn (deductie)
ICJ (Chamber), Gulf of Maine (Canada v. USA), 1984
“111. A body of detailed rules is not to be looked for in customary international law which in fact
comprises a limited set of norms for ensuring the co-existence and vital co-operation of the members
of the international community, together with a set of customary rules whose presence in the opinio
juris of States can be tested by induction based on the analysis of a sufficiently extensive and
convincing practice, and not by deduction from preconceived ideas.”
- = geschil tussen Canada & VS over maritieme afbakening in the Gulf of Maine
o Hof: er zijn enkele algemene regels die waken over de co-existentie van de staten & de
essentiële samenwerking, waarvan het bestaan kan worden nagegaan o.b.v. inductieve
redenering, gebaseerd op analyse van de praktijk.
CONCLUSIE: men kijkt naar de praktijk en men probeert daaruit een regel te distilleren naar de praktijk & de
daarmee samengaande verklaringen = inductief
INDUCTIEF EN DEDUCTIEF: ILLUSTRATIES
Deductief = men gaat logische redeneringen uitbouwen o.b.v. algemene ideeën of beginselen
Inductief = kijken naar wat de staten daadwerkelijk doen (soevereine kijk) → praktijk
ICJ, Jurisdictional Immunities of the State (Germany v. Italy), 2012
- = Geschil tussen Duitsland & Italië, gaat over oorlogsmisdaden die door het Duitse leger zijn gepleegd
in Italië in WOII
o Na WOII: regelen getroffen over schadevergoeding ed., dit werd geacht als een algemene
oplossing te zijn van de oorlogsmisdaden
o MAAR - in de praktijk zijn er mensen die geen schadevergoeding hebben gekregen, en deze
staan dan 50 jaar later voor de Italiaanse rechter.
- Het hof wordt geconfronteerd met de vraag of immuniteit al dan niet toepassing vindt wanneer er
oorlogsmisdaden zijn (schending van de internationale openbare orde/ius cogens?)
7